Aantal AOW'ers verviervoudigd
05-03-2009
• leestijd 2 minuten
De discussie over de AOW-leeftijd is al zo oud als de AOW zelf. De leeftijd zou al lang boven de 70 jaar hebben gelegen, als de bedenkers van het ouderdomspensioen hun zin hadden gekregen. Zij stelden in de jaren vijftig van de vorige eeuw voor die leeftijd met zeven weken per jaar te verhogen. Maar het werd in 1957 een vaste leeftijd van 65 jaar. Ondanks een regelmatig terugkerende discussie over een geleidelijke verhoging van de leeftijd, is het dat nog steeds.
Toen het kabinet-Drees in 1957 de AOW introduceerde, kregen 738.693 mensen deze ouderdomsuitkering. Het aantal is sindsdien bijna verviervoudigd. In 1985 nam het in een klap sterk toe. Voor dat jaar ontving een echtpaar 100 procent van het minimumloon als de kostwinner 65 jaar werd. Sinds 1985 werd het pensioen van een echtpaar gesplitst in twee pensioenen van elk 50 procent van het minimumloon.
Inmiddels ligt het aantal boven de 2,7 miljoen en de Sociale Verzekeringsbank die voor de uitbetaling zorgt, verwacht in 2011 de driemiljoenste klant. Op basis van de bevolkingsprognoses verwacht de SVB rond 2038 de top te bereiken van ruim 4,5 miljoen AOW-klanten. Daarna daalt het aantal geleidelijk omdat sinds de jaren '70 het geboortecijfer terugloopt.
Het oudedagspensioen wordt voor het grootste deel betaald door mensen tussen de 20 en 65 jaar die werken. Door de vergrijzing zijn er steeds minder werkenden die voor steeds meer 65-plussers de AOW moeten opbrengen. In 1957 waren er zestien 65-plussers op iedere honderd 20-65-jarigen. In 2005 waren het er al 23 en eind 2011 zijn het er 26, verwacht de SVB. In 2038 moeten honderd werkenden de AOW opbrengen voor 49 65-plussers in Nederland.
Het kabinet Balkenende IV overweegt nu ruim vijftig jaar na dato serieus de AOW-leeftijd te verhogen. Door de economische crisis zijn miljarden euro's aan bezuinigingen nodig. Maar ook door de vergrijzing dreigt een tekort aan personeel en moeten mensen zo lang mogelijk aan het werk om voorzieningen betaalbaar te houden. Het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting zou naar schatting 6 miljard euro opleveren. Een verhoging tot 67 jaar meer dan 4 miljard euro.
Bron: ANP