Het consumentenplatform van BNNVARA. Kassa is er weer op zaterdag 4 januari met de Belbusspecial!
53 jaar AOW
04-06-2010
•
leestijd 3 minuten
•
56 keer bekeken
•
Ruim vijftig jaar na de invoering van de Algemene Ouderdoms Wet, is de AOW-leeftijd van 65 niet meer heilig. Volgens ingewijden zetten de sociale partners vrijdag hun handtekening onder een nieuw akkoord. Hierin staat dat de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 mag stijgen en in 2025 naar 67, al blijft het wel mogelijk om met 65 jaar te stoppen met werken. Hier volgt een overzicht van de geschiedenis van de volksverzekering.
Geschiedenis
Minister van Sociale Zaken Ko Suurhoff introduceerde in 1957 de AOW. De wet volgde de Noodvoorziening voor ouden van dagen op, die zijn voorganger Willem Drees in 1947 in het leven had geroepen. Elke bejaarde van 65 jaar en ouder kreeg een uitkering van de Staat. Als je die uitkering kreeg, “trok je van Drees”.
AOW
De AOW is een basisvoorziening. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW'er bedraagt per 1 januari dit jaar 946,21 euro per maand en voor stellen, waarvan beide partners ten minste 65 jaar zijn, 1235,92 euro per maand. Daarnaast bouwen de meeste mensen een pensioen op tijdens hun werkzame leven bij een of meerdere werkgevers.
De AOW wordt betaald uit de premies die iedere belastingplichtige tot zijn 65e afdraagt. De premie wordt berekend op basis van een vast percentage, dat nu 17,9 procent van het inkomen bedraagt. De premies alleen zijn niet voldoende en daarom past de overheid bij uit de belastingmiddelen. De betaalbaarheid komt door de vergrijzing steeds meer onder druk te staan. Nu staan er nog vier werkende premiebetalers tegenover iedere gepensioneerde en dat zijn er in 2040 nog maar twee.
Discussie
De discussie over de AOW-leeftijd is eigenlijk zo oud als de regeling zelf. Ook onderzocht in de jaren '80 van de vorige eeuw een staatscommissie onder leiding van Willem Drees jr. de toekomst van de volksverzekering. In de jaren '90 werd nog het AOW-fonds opgericht waarin het kabinet financiële meevallers stortte om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen.
Verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar kwam ook al aan de orde in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2006. De VVD dacht eraan het op te nemen in haar verkiezingsprogram, maar zag ervan af. D66 stelde het wel voor, maar met een overgangsregeling van 24 jaar.
Door de economische crisis is de discussie versterkt. Het kabinet-Balkenende IV stelde in augustus 2008 voor mensen van 65 jaar te laten kiezen of ze hun AOW maximaal vijf jaar willen uitstellen. Het kabinet wilde zo een cultuuromslag bereiken, waarbij de 65-jarige leeftijd niet meer als definitief eindpunt van een werkzaam leven wordt gezien.
In 2009 wilde het kabinet de AOW-leeftijd naar 67 jaar verhogen. Na fel verzet van de vakbeweging, legde minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken de kwestie bij werkgevers en vakbonden neer. Zij kregen dat jaar tot 1 oktober de tijd om een alternatief te bedenken. Het overleg liep echter spaak door een gebrek aan vertrouwen bij sociale partners.
De verwachting is dat een nieuw kabinet een breed gedragen akkoord van werkgevers en de vakbonden straks niet zomaar naast zich neer kan leggen.
Bron: ANP