Eind januari vertelde Igo Besselink van de TU Eindhoven in Groen Licht dat elektrische rijders veel minder CO2 uitstoten – áls ze hun auto laden met groene stroom. Als je laadt met grijze stroom, dan gaat een groot deel van de milieuvoordelen verloren.
Maar wat voor stroom komt er uit publieke laadpalen? Dat staat er niet op. Die publieke palen worden geplaatst in opdracht van gemeenten en geëxploiteerd door verschillende bedrijven. Milouska’s meestgebruikte laadpaal in Amsterdam wordt geëxploiteerd door Nuon. De klantenservice van dat bedrijf heeft geen idee wat voor stroom er uit de paal komt.
Ook het bedrijf achter Milouska’s laadpas, Travelcard, weet niet welke stroom zij in haar auto laadt. Als klant kun je bij de laadpaal niet kiezen voor groene of grijze stroom. Onduidelijk dus!
Wie het wél weet is Bert Klerk, voorzitter van het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur. Hij vertelt dat gemeenten hebben afgesproken om alle 26.000 publieke laadpalen in Nederland aan te sluiten op groene stroom.
Maar doen ze dat ook echt? En hoe groen is die groene stroom? We belden 20 gemeenten en vroegen na waar hun groene stroom vandaan komt. De uitslagen legden we voor aan de energie-experts van WISE (
www.wisenederland.nl). En wat blijkt: de gemeenten kiezen wel voor groene stroom, maar in de helft van de gevallen komt die niet van écht groene bedrijven. De groene stroom van Delta, Nuon, E.on en Engie is volgens WISE niet groen genoeg omdat die bedrijven ook investeren in kolen en kerncentrales. De stroomleveranciers blijven daarmee achter bij het vergroenen van onze stroomvoorziening. Deze laadpalen staan bijvoorbeeld in Den Haag en Amsterdam.
Echt groene stroom krijg je bij Eneco, Van de Bron en Greenchoice. Deze laadpalen staan bijvoorbeeld in Breda, Groningen en Eindhoven.