Er zijn verschillende redenen waarom mensen kiezen voor een grote auto. Het hebben van een flinke trits kinderen bijvoorbeeld. Of vanwege de veiligheid: over het algemeen scoren grote auto’s beter in crashtesten. Status wil ook nog weleens meespelen bij de autokeuze: toch fijn als jouw auto groter is dan die van de buren. Een andere veelgehoorde reden voor de aanschaf van een modelletje met bovengemiddeld veel ruimte is het vakantieargument: ‘Als we op vakantie gaan, kunnen we lekker veel meenemen’.
Voor komende zomer hebben wij Nederlanders 3,8 miljoen autovakanties op de planning staan. De populairste bestemmingen voor een vakantie met de auto zijn Frankrijk en Duitsland, gevolgd door Italië, Oostenrijk en Spanje. De zomer is hét moment om die grote auto lekker vol te stouwen. Met slaapzakken, tentstokken, zwembandjes, teenslippers, strandballen, haringen, T-shirts, zwembrillen, koelboxen en in sommige auto’s zelfs pindakaas en een blik soep-met-ballen. De rest van het jaar zijn het vaak alleen de zaterdagboodschappen die in onze kofferbakken vervoerd worden en eigenlijk zouden we dan best met een kleiner modelletje toekunnen. Daar zou het milieu blij van worden: het hele jaar door een kleine auto rijden en in de zomervakantie een grote auto huren scheelt 500 kilo CO2-equivalent per jaar per huishouden. Daarnaast maken we onze portemonnee ook blij met zo’n constructie: een grote auto rijden kost ongeveer 4.800 euro per jaar. Een klein autootje zo’n 3000 euro. Van het geld dat je dan overhoudt, kun je twee weken met een grote auto richting het zuiden én zo’n 35 ijsjes per dag eten tijdens je vakantie.