Tips, tricks en nog veel meer groens!

Groene, duurzame tuin

25-04-2017
leestijd 5 minuten
4738 keer bekeken
bestrijdingsmiddelen
Het groen spuit de grond uit – maar het onkruid ook. Hoe tuinier je zo duurzaam mogelijk? Hoe kom je van onkruid af?  En welke planten uit het tuincentrum zijn het meest duurzaam? Brecht zoekt het uit in deze vlog in Groen Licht. 
Roos Broersen ontwerpt tuinen en geeft adviezen. Ze heeft een moes- en siertuin op een volkstuinencomplex. Roos tuiniert daar op een natuurlijke manier. Onkruid is ongewenst, omdat het te hard groeit, zegt Broersen. Maar daar kun je best iets aan doen zónder chemische onkruidbestrijders.  

Zulke middeltjes hebben ook helemaal geen zin, stelt Broersen. “Het kan een plantje eventjes verzwakken, maar als de omstandigheden hetzelfde blijven komt het onkruid gewoon weer terug.” Om bijvoorbeeld van sterkte, hardnekkige heermoes of haagwinde af te komen moet je dus ook de omstandigheden aanpakken, de bodem verbeteren.

Toch staan tuincentra, bouwmarkten en websites vol onkruidbestrijders. Sommigen met vetzuren zoals decaanzuur en nonaanzuur. Anderen met chemische herbiciden zoals glyfosaat of maleïnehydrazide. Peter Leendertse van het Centrum voor Natuur en Milieu legt uit wat dat voor middelen zijn. 

Over sommige middelen bestaat flinke discussie. Dat geldt bijvoorbeeld voor glyfosaat (dat zit bijvoorbeeld in Roundup). “Het doodt alle planten”, zegt Leendertse. “Het is dus heel effectief. Maar, het wordt teruggevonden in het oppervlaktewater. En daarvan wordt ons drinkwater gemaakt.” Glyfosaat wordt natuurlijk uit het water gezuiverd en komt dus niet uit de kraan. Maar liever zou je willen dat het er helemaal niet in terechtkomt. 

Gebruik van glyfosaat op verhardingen werd in 2015 verboden voor professionals buiten de landbouw (denk aan gemeenten). Eind 2017 mag glyfosaat helemaal niet meer gebruikt worden door professionals buiten de landbouw. Consumenten kunnen het nog wel kopen. Tuincentra sloten dit jaar een Green Deal, waarin ze afspraken om minder onkruidbestrijders te gaan verkopen. 

Ook de middelen van Ecostyle (met als slogan ‘van nature bewust’) zijn niet onschadelijk. Er zitten vetzuren in zoals nonaanzuur en decaanzuur. Die zijn minder schadelijk, stelt Leendertse. Maar ook minder effectief tegen onkruid. “En ze kunnen neveneffecten hebben voor insecten zoals bijen. Die worden niet direct gedood, maar kunnen er wel last van hebben.” 

Groot probleem is dat consumenten de gebruiksaanwijzing niet goed lezen. Leendertse roept particulieren daarom op om geen onkruidbestrijders te kopen. “We willen als mensen middeltjes hebben, maar het kan ook gewoon zonder.”

Broersen schoffelt het onkruid in haar tuin niet weg. “Dan verspreid je de wortels.” Ze raadt aan om met bodembedekkers te werken. Want waar al iets groeit, heeft onkruid minder kans om te ontkiemen. 

Het voorjaar is een goede tijd om het onkruid te lijf te gaan. Want wat je nú weghaalt heeft nog niet de kans gehad om enorm te groeien of uit te zaaien. De wortels zitten nog een beetje los in de grond. Het gewiede onkruid laat Broersen uitdrogen door de zon. “En dan het gewoon op de composthoop. Er zitten allerlei nuttige stoffen in het onkruid, die je composthoop ten goede komen.” 

Brecht zoekt ondertussen uit welke huis-, tuin- en keukenmiddeltje het beste werkt tegen groene aanslag op de tegels. Ze schrobt haar tegels met aardappelkookwater, soda, azijn en water. Soda heeft het beste effect, vindt zij. Ze legt haar resultaten voor aan Peter Leendertse. “Soda is zout en maakt de bodem dus ook zouter. En als die te zout wordt, groeien er geen plantjes meer.” Datzelfde geldt voor het zuur in azijn. Gebruik van dergelijke middelen in de tuin is overigens officieel verboden
Ook hier geldt dus: gebruik gewoon water om je tegels te boenen. Andere interntip: regelmatig vegen. Dan krijgt de groene aanslag niet de kans om zich te verspreiden.
Het algemene advies om je tuin zo duurzaam mogelijk te maken is: stoeptegels eruit, planten erin. Maar wat veel mensen niet weten, is dat deze planten vaak vol zitten met gif. En dat kan schadelijk zijn voor allerlei nuttige beestjes, als bijen, hommels en vlinders. Drie jaar geleden bleek door onderzoek van Greenpeace dat er in de sierteelt veel pesticiden worden gebruikt. Van de 69 planten zaten op 68 sporen van gemiddeld zeven verschillende pesticiden, waaronder middelen die verboden zijn in Europa of in Nederland. Ook werden neonicotinoiden teruggevonden, stoffen die zeer giftig zijn voor bestuivende insecten. De meest bespoten plant was een skimmia, met maar liefst 14 verschillende soorten bestrijdingsmiddelen.
Michiel van Geelen (Greenpeace) vertelt aan Brecht waarom het gebruik van pesticiden op planten zo gewoon is: “bij een paprikaplant maakt het niet uit dat er wat bruine plekjes op de plant zitten, als de paprika maar goed van kleur en smaak is. Maar op een sierplant mogen geen plekjes of beestjes zitten. 
Daarom worden allerlei kunstgrepen toegepast: groeihormonen, bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Vervolgens staat zo’n plofplant – want zo worden ze wel genoemd – prachtig in bloei op het moment dat het plantje in de winkel te koop is. Van Geelen: “Maar een uitbundig bloeiende lavendel in de koude Hollandse lente, dat kan natuurlijk niet. Zo’n plant overleeft niet goed in een onbeschermde omgeving. Ik zeg altijd: een plant uit een tuincentrum gaat nooit mooier bloeien dan op de dag van aankoop.” 
Het toepassen van pesticiden is een goedkope en efficiënte oplossing voor plagen. Vanuit veiligheidsoverwegingen is het gebruik van pesticiden in de voedingsmiddelenindustrie al jaren geleden beperkt. In die sector heeft men planten gekruist en doorontwikkeld tegen ziektes. “Maar sierplanten eet je niet op, die zet je in de tuin. Daarom is er nog maar weinig aandacht geschonken aan het beperken van gifgebruik in de sierteelt.” Aldus Van Geelen.

Drie jaar geleden heeft Tuinbranche Nederland beterschap beloofd: samen met kwekers en verkopers is een convenant opgesteld om het gebruik van pesticiden steeds meer te beperken Greenpeace wil weten of deze belofte is waargemaakt en heeft daarom deze lente opnieuw monsters genomen. Die worden in het lab onderzoekt op het aantal pesticiden en de hoeveelheid gif. In de laatste uitzending van Groen Licht op 22 mei, maakt Greenpeace de resultaten bekend.
Delen:
Al 100 jaar voor