Waarom hebben we onszelf de kantoortuin aangedaan?

Architecten en werkgevers mogen er dan dol op zijn, voor werknemers is de kantoortuin een aanslag op hun gezondheid. Mensen die werken in een gedeelde kantoorruimte belanden dan ook massaal bij de bedrijfsarts met klachten over vermoeidheid, concentratieverlies, stress en hoofdpijn, dat meldt de Monitor vandaag. Volgens bedrijfsartsen zou het ziekteverzuim dalen als mensen meer ruimte en privacy hadden op het werk. Een ruime meerderheid van de ondervraagden vindt zelfs dat kantoortuinen helemaal moeten worden afgeschaft.

De kantoortuin, ook wel landschapskantoor genoemd, werd in de jaren '60 bedacht in Duitsland. In de jaren '80 en '90 waarin er veel gebeld en gefaxt werd, werd vaker gekozen voor kantoorkamers of voor afscheidingswandjes in grotere ruimtes. Techgiganten in Sillicon Valley brachten de kantoortuin terug en inmiddels is het de norm. Het uitgangspunt was dat gedeelde kantoorruimtes democratischer zouden zijn dan aparte kantoren, waarbij gestreden werd om de grootste kamers met het beste uitzicht. Ook hoopte men dat communicatie tussen medewerkers laagdrempeliger zou worden en dat de productiviteit zou toenemen.

Het tegendeel blijkt het geval. Niet alleen zijn werknemers in kantoortuinen tot 62 procent vaker ziek dan mensen in een traditionele kantooromgeving, mensen zijn zo afgeleid door de gesprekken, vragen en bewegingen van collega's dat ze twee keer zo lang over een taak doen en tot wel 50 procent meer fouten maken. Ondanks het feit dat de Universiteit van Calgary deze onderzoeksresultaten in 1998 al publiceerde, zou de opmars van de kantoortuin niet te stoppen blijken. Dat heeft wellicht ook te maken met economische overwegingen. De benodigde kantooroppervlakte per werknemer is namelijk veel lager als alle ruimtes gedeeld worden.

Ondanks de vele klachten ziet het er voorlopig niet naar uit dat de kantoortuin verdwijnt. De beste optie is dan ook nog steeds om een baan te kiezen met collega's waar je je niet aan ergert. En als dat niet kan, is er altijd nog de koptelefoon.