Steeds minder mensen kiezen ervoor om zich aan te sluiten bij een vakbond. Volgens het CBS is het aantal vakbondsleden in 2021 in vergelijking met 2019 zes procent gedaald. Vooral jongeren zijn minder vaak lid van een vakbond. Hoe zit dat?
Ama Boahene (24) is voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en Justine Feitsma (29) van CNV Jongeren. Ze vertellen over hun lidmaatschap.
Waar staan jullie als vakbond voor?
Ama: ‘Het belangrijkste waarvoor wij staan is dat het onderwijs toegankelijk moet zijn voor iedereen.’
Justine: ‘We komen op voor de belangen van jongeren tot 35 jaar. En dat gaat met name over werk en inkomen. Maar we richten ons ook op kwetsbare groepen; jongeren met een arbeidsbeperking of jonge statushouders.’
En hoe komen jullie op voor deze belangen?
Ama: ‘Als er belangrijke debatten aan zitten te komen, dan heb ik contact met Kamerleden, bijvoorbeeld over wat er wat ons betreft in dat debat moet gebeuren. Daarnaast zijn we een belangrijk gesprekspartner van het ministerie van Onderwijs, als het gaat om de plannen die gemaakt worden. En we proberen ook, via actievoeren en de media, problemen van studenten aan een groter publiek te laten zien.’
Justine: ‘We hebben een aantal werkgroepen: leden van ons denken met ons mee over wat jongeren nu belangrijk vinden en waar we samen voor zouden moeten opkomen. We willen bijvoorbeeld meer betaalbare woningen voor jongeren. Met de gemeente en het Rijk, maar ook zelf kijken we hiernaar. Ook gaan we veel in gesprek met werkgevers, voornamelijk over werkomstandigheden.’
Ama Boahene bij compensatieprotest
© Laurens Nieuwendijk
Waarom zijn vakbonden, volgens jou, belangrijk?
Justine: ‘Alles waar jij recht op hebt als werknemer is vaak uitonderhandeld door de vakbonden. Als jij dat in je eentje zou moeten doen, dan ben je toch een stuk zwakker. Wat ik ook heel mooi vind is dat het een tegenmacht is in Nederland. Je moet een grote stem hebben als groep aan een tafel waar beslissingen worden genomen, want anders wordt de beslissing genomen die niet in je voordeel werkt.’
Hoe ben je zelf in aanraking gekomen met de vakbond?
Ama: ‘Ik ben met de LSVb in aanraking gekomen in coronatijd. Veel onderwijs begon online plaats te vinden. Met een paar medestudenten ben ik een actiegroep begonnen. Daarmee pleitten we voor meer fysiek onderwijs. Op een gegeven moment wilden we ook een protest organiseren, maar we waren een klein groepje studenten. We hadden weinig ervaring en weinig middelen om zoiets op te zetten en toen hebben we onder andere met de LSVb samengewerkt en dat protest ook georganiseerd. Zo leerde ik de organisatie ook vanbinnen kennen.’
Justine: ‘Ik was al bekend met het belang van vakbonden. Op een gegeven moment kwam ik een vacature tegen voor projectleider bij CNV Jongeren. En daarna heb ik nog meer ontdekt wat de vakbond allemaal doet en kan betekenen.’
Wat is jouw persoonlijke motief om je in te zetten?
Ama: ‘De voornaamste reden is dat ik het heel belangrijk vind dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk is en dat er geen belemmeringen zijn voor mensen om te studeren. Het geeft je veel kansen voor je verdere leven, dus dat is voor mij een belangrijke drijfveer om me er goed voor in te zetten. En ik zie dat ik er in deze positie een bijdrage aan kan leveren.’
Justine: ‘De kwetsbare groepen waar we het over hebben, of sowieso jongeren die het moeilijk hebben, daar ga ik wel voor vlammen. We hadden laatst een sessie met jongeren met een beperking. Die vertelden me waar ze tegenaan liepen en ik dacht: jeetje, je hebt al een extra uitdaging meegekregen in het leven en dan loop je tegen zoveel problemen op waarbij je van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Van alle kanten wordt het moeilijk gemaakt en daar kan ik zó niet tegen.’
Waarom zouden jongeren lid moeten worden van een vakbond, volgens jou?
Ama: ‘Jongeren hebben te weinig een stem of macht in de politiek en in de media. Daardoor wordt het belang van jongeren echt niet genoeg vertegenwoordigd. Als je op dit moment jong bent in Nederland, dan is er een enorme opstapeling aan problemen waar je tegenaan loopt. Als we zo doorgaan, komt daar geen oplossing voor. Dus het is echt heel belangrijk dat jongeren zich verenigen en van zich laten horen, en gewoon die verandering afdwingen.’
Zie je een stijging in het aantal leden of juist een daling?
Ama: ‘Ik heb het idee dat er de afgelopen twee jaar meer activisme is onder jongeren. Jongeren die eigenlijk nooit de straat op gingen, spreken zich nu wel weer meer uit. Wat betreft mensen die zich aansluiten bij een vakbond, denk ik wel dat het aantal leden echt heel erg afneemt. Mensen zijn het gewoon niet meer gewend om zich bij een vakbond aan te sluiten.’
Justine: ‘Wat je bij ons ziet is dat we een aantal jaren stabiele cijfers hebben, met af en toe een lichte stijging. Iedereen die wat te oud is, stroomt uit. Maar we krijgen ook nieuwe aanhang erbij. Dit heeft ermee te maken dat jongeren inzien dat er wat anders moet. En dat je er zelf iets aan kunt doen.’
Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat jongeren lid worden?
Ama: ‘Het is belangrijk dat jongeren zien wat het belang en de kracht is van vakbonden. Wij hebben het bijvoorbeeld zelf gezien met het leenstelsel dat in 2015 werd ingevoerd. Studenten hebben een aantal jaar daar echt volop actie tegen gevoerd en uiteindelijk is het leenstelsel toch heel snel afgeschaft. Ik denk dat voor de wat grotere vakbonden, of de werknemersvakbonden, het ook belangrijk is dat ze laten zien er echt expliciet voor jongeren te zijn, zodat het niet alleen iets is voor oudere werknemers.’
Justine: ‘Ik denk dat we als vakbonden moeten kijken naar wat het verhaal is. Bijvoorbeeld de cao's; we zouden ook eens kunnen kijken hoe we dat meer levendig kunnen maken, vooral bij jonge mensen die niet vanzelfsprekend weten wat het inhoudt. Ook denk ik meer inspelen op de thema’s die voor hen als groep heel erg belangrijk zijn. En ik denk dat jongeren snel het effect terug willen zien van hun actie, maar het zijn vaak langere trajecten.’
Zijn er ook andere manieren om jezelf in te zetten voor je belangen?
Ama: ‘Ik denk dat veel verandering ook in je eigen omgeving zit. Het is echt belangrijk voor jonge mensen om te gaan stemmen. Dat gebeurt echt veel te weinig. Daardoor blijven de politieke beslissingen gemaakt worden door mensen die niet het belang van jongeren voorop hebben staan. En ga gewoon de straat op. Als je laat zien hoeveel mensen ergens achter staan, dan bereik je daar de politiek ook mee.’
Justine: ‘Als je in loondienst bent, is er vaak ook een ondernemingsraad. Er worden heel veel beslissingen genomen die over jouw werkomgeving gaan, en daar zitten heel veel oudere mensen in. Als er meer jongeren in zouden komen, zou je ook in je eigen plekje echt al snel verandering kunnen krijgen.’
Heb je een vraag, suggestie of wil je gewoon iets kwijt? Dat kan hier. Lees onze spelregels.
Aan de vakbonden hebben we te danken dat gewone werknemers vandaag de dag een redelijk inkomen hebben en houden. Jongeren hebben de begin jaren niet meegemaakt, waarbij bonden hard hebben moeten vechten voor de rechten van werknemers. Jongeren beginnen nu in onze welvaart in een gespreid bedje en denken dat ze het zelf wel allemaal kunnen regelen met hun werkgever. Helaas is dat een heel verkeerd beeld en een duidelijk gebrek aan ervaring. Een kleine minderheid van de jongeren zullen dat mogelijk op eigen kracht voor zichzelf kunnen uitonderhandelen, maar de grote meerderheid zeker niet. Die meerderheid zou zonder bonden vervallen in armoede omdat ze zelf niet voldoende een vuist kunnen maken tegen hun werkgever. Werkgevers zullen nooit uit zichzelf een algemene loonsverhoging doorvoeren voor koopkracht behoud of een CAO of goede Pensioen overeenkomst afsluiten. Werkgevers worden vaak gedwongen tot besparingen door hun aandeelhouders, die alleen maar winst willen zien. Ik adviseer iedereen lid te worden van een bond.
Bij ons op het werk zijn de vakbonden erg actief. En de manier waarop ze zich manifesteren - en dan met name het FNV - is om te janken. Grote woorden. Luidruchtig. Altijd ruzie zoekend. En in de krant weten ze bovendien de kolommen te halen met pertinente onjuistheden. Dat trekt een bepaald publiek aan. Vooral boze mannen van een bepaalde leeftijd. Zeker omdat ze vooral werk maken van onderwerpen die voor oudere werknemers belangrijk zijn. Zaken die de jongeren bezig houden - hybride werken, thuiswerkvergoeding, balans werk-privé, ouderschapsverlof, ontwikkelingsbudget - laten ze links liggen.
Ik ben vol overtuiging al 30 jaar lid van een vakbond. Als ik dit verhaal lees dan snap ik steeds beter waarom jongeren zich niet aangetrokken voelen tot een vakbond. Wat een pfffff-verhaal. Nee, zo maak je geen jongeren lid. Wat moet er gebeuren om vakbonden weer “hip” te maken? Eigenlijk is het niet zo moeilijk als je denkt. Allereerst moet de bond gewoon het werk doen waarvoor ze is opgericht. Geen woke of diverse standpunten propageren, maar opkomen voor de belangen van leden. Als het gaat over integratie of over andere links-rechts discussies dan zou ik de bond aanraden zich daar verre van te houden. Laat de politiek zich schikken naar de bonden en niet andersom. Koop zendtijd in bij een grote omroep. De meest logische zou de VARA zijn, maar ook MAX zou een goede omroep zijn om mee samen te werken. Laat vervolgens wekelijks zien wat er gebeurd is op CAO-gebied of laat af en toe zien wat de bond kan betekenen bij een faillissement of bij een ontslagzaak. Zaken waar rechten en financiële zaken voor mensen op het spel staan. Doe eens een uitzending over wat er allemaal speelt bij een pensioen. Geef uitleg over vervroegde pensionering of over hoog-laag constructies. Hoe kan je als ZZP-er voorzien in je sociale zekerheid? Onderwerpen genoeg waar je hele aardige uitzendingen mee kan vullen. Het toverwoord hier is “bekendheid”. Laat jongeren zien wat je als bond doet! Bekend maakt bemind!
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!