
Trigger warning: drugsgebruik, gedachten over zelfdoding
In de jaren tachtig was Michel verslaafd aan heroïne en leefde hij, net als veel andere verslaafden in die tijd, als dakloze op de Wallen. Inmiddels is hij al jaren afgekickt, maar kent hij nog veel verhalen om te vertellen.
Michel is tourgids en geeft rondleidingen over de Wallen. Geen standaard tours, maar verhalen over een van de donkerste periodes van de buurt. Zoals over Chet Baker, een wereldberoemde jazz-muzikant die eind jaren tachtig onder invloed van heroïne uit een raam viel op de Zeedijk.
'Die man is uit het raam gesodemieterd', zegt Michel, terwijl hij staat naast de gedenkplaat op het gebouw waar Baker overleed. 'Net hier voor de deur, en hij overleed. Een wereldbekende artiest belandde hier, in Amsterdam, voor heroïne. En je moet het zo zien: het was de capital of heroin hier. Iedereen wist dat, maar ze wisten niet dat die heroïne zo sterk was. Dus negen van de tien ging binnen een dag of twee weer naar huis in een kist. Iedereen ging dood. Vooral die mensen die spoten, die gingen allemaal dood. Ze kregen of aids of een overdosis.' Zelf heeft Michel nooit heroïne geïnjecteerd; hij hield het bij roken. 'Dat is mijn enige geluk geweest.'
Een buurt waar je maar beter niet kon komen: zo omschrijft Michel de Wallen van al die jaren geleden. Juist dat maakte het toen voor hem een aantrekkelijke plek. 'Ik begon er met het uitproberen van harddrugs', vertelt hij. 'Ik zat toen al vijf à zes jaar aan de hasj. Daar merkte ik niets meer van. Dan ga je andere middelen proberen, weet je wel.'
Dat is in die tijd niet heel ongewoon; volgens Michel zijn er in de gehele buurt talloze dealers om drugs van te kopen. 'Je liep de straat in, hier in de Zeedijk, en er kwamen gelijk een stuk of tien mensen naar je toe rennen. "Ik heb wit (cocaïne, red.) en ik heb bruin (heroïne, red.)", zeiden ze dan. Je kon het bij wijze van spreken oprapen. Het was binnen twee minuten geregeld.'
Zelf kan hij zijn eerste keren heroïne nog goed herinneren. 'Ik werd strontmisselijk, maar ik voelde me lekker. En de tweede keer was eigenlijk de beste keer. Toen werd ik niet meer misselijk, maar gigantisch high. Dus ik was toen al verslaafd.'
Slapen deed Michel waar het maar kon. Op boten met een kajuit bijvoorbeeld, die ongebruikt in de grachten lagen. 'Dan steelde ik zo’n boot en roeide ik naar de andere kant. En dan werd het mijn boot’, vertelt hij. Maar comfortabel was de slaapplek niet. ‘Als je daar midden in de nacht in ligt en dat ding is van metaal, kun je net zo goed in de koelkast slapen.’
Het politiebureau, bekend van de boeken van Appie Baantjer, was geen onbekende plek voor hem. ‘Maar ik zat niet boven bij Appie Baantjer; ik zat meestal in het cellencomplex’, zegt hij met zwarte humor. ‘Ik had daar een eigen kamer met minibar. Alleen die deur die klemde elke keer, dat vond ik heel irritant.’ Hij vervolgt serieuzer: ‘Wat ik in die tijd deed, was gewoon echt niet goed.’
Om aan drugs te komen, stal hij dagelijks. ‘Dan ging ik naar de supermarkt en kwam ik met tussen de twintig en veertig pakjes Marlboro de deur uit.’ Die sigaretten verkocht hij vervolgens door aan een levenswinkeltje in de buurt. ‘Daar kregen we twee gulden vijftig per pakje voor. Het liefst had je veertig pakjes, want dan had je honderd gulden.’
Met dat geld ging hij direct door naar 'de andere kant' van de Zeedijk. ‘Dan haalde ik drie grote ballen heroïne en een paar kleintjes coke. Want je gebruikt ook coke bij de heroïne, anders val je in slaap. En je kan niet in slaap vallen, want dan word je ziek en heb je geen geld. Ik zat in een cirkel waar je helemaal gek van werd.'
‘Ik werd een hele nare man’, zegt Michel. ‘Totdat ik ook wel een paar dingen heb gedaan waar ik eigenlijk liever niet zo graag over praat.' Om aan geld te komen pleegde hij overvallen. ‘Ik heb een keer een man met een tl-buis overvallen. Zonder bivakmuts op.’ Later telde hij de buit. ‘Dat was 250 gulden of zo. Ik was knettergek, man.’
Het zijn dingen waar hij zich diep voor schaamt. ‘Er zijn ontzettend veel dingen die ik in mijn leven heb gedaan die nu gelukkig verjaard zijn. Anders zou ik het niet vertellen’, zegt hij. ‘Maar ik schaam me er kapot voor.’
Van veel dingen die hij deed kon hij zich de ochtend erna al niets meer herinneren. Soms ging het zo ver dat hij ’s ochtends wakker werd tussen spullen waarvan hij niet eens meer wist hoe hij eraan kwam. ‘We waren ergens over daken geklommen, hadden blijkbaar ingebroken’, vertelt Michel. ‘En dan lagen er ineens een stereo en speakers om ons heen. En dan denk je: wat is er gisteravond gebeurd? Dat duurde uren voordat het kwartje viel. Moet je nagaan hoe high wij waren.’
Michel is al ruim 25 jaar clean, maar hij wordt nog vaak aan zijn oude leven herinnerd. 'Als ik aluminiumfolie zie, krijg ik nog steeds een raar gevoel’, zegt hij. 'Het herinnert me er gewoon aan dat ik iets van tien jaar van mijn leven heb vergooid.' Hij mijdt plekken waar nog gebruikt wordt. ‘Je zou dan nog altijd het gevoel hebben: het zou misschien nog weleens een keertje kunnen. Daar ga je dan de mist mee in. Dat is het stomste wat je kan doen.’
Het keerpunt kwam voor Michel toen hij in een tent woonde. 'Toen had ik gewoon echt geen wil meer om te leven, ik was gewoon op. Ik zat daar op een avond en er lag een mes voor me. Dat mes werd steeds interessanter.’ Hij zag op dat moment nog maar twee opties. 'Of ik maak er een einde aan, of ik ga morgen hulp zoeken.’ De volgende dag stapte hij naar de GGD en begon hij met methadon.
Het lukte hem door de jaren heen zijn leven weer op te pakken, terug naar school te gaan en twee mbo-diploma's te halen. 'Ik ben nu ruim 25 jaar clean en heb mijn leven weer aardig op poten. Maar ik heb geen kinderen, geen kleinkinderen en heel veel dromen die ik had zijn nooit uitgekomen. Ik moet heel hard vechten om kleine dingen voor elkaar te krijgen.’
'Op een gegeven moment dacht ik: wat moet ik met mijn leven? Ik heb zoveel fout gedaan. Hoe kan ik nog iets goed doen voor deze maatschappij?', vertelt Michel. 'En toen dacht ik: ik ga er gewoon voor zorgen dat jongelui weten hoe het is om in een gevangenis te zitten, hoe het is om dakloos en drugsverslaafd te zijn. En dan hoop ik dat ik nog iets goed heb gedaan. Je weet maar nooit, misschien kom ik toch nog in de hemel.'
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!