Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Staken op Leven en Dood: 'de heldhaftigste dagen uit de geschiedenis van ons volk'

  •  
24-04-2023
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
5720 keer bekeken
  •  
Erik Dijkstra in Staken op Leven en Dood

Erik Dijkstra in Staken op Leven en Dood

© BNNVARA

Erik Dijkstra heeft geschiedenis gestudeerd, maar kende de ­April-meistaking niet. Een tv-serie bracht daar verandering in.

Bijna 80 jaar heeft Foppe de Jong met het geheim rondgelopen. Het rustte zwaar op zijn ziel. En nu, in Staken op leven en dood, durft hij het eindelijk te vertellen. Het is zo pijnlijk, zo hartverscheurend. Staken op leven en dood, gaat over de grote April-meistaking in 1943, die zich vreemd genoeg nauwelijks in ons collectieve bewustzijn genesteld heeft. Ook niet bij Erik Dijkstra, die een paar jaar terug met iemand op een terras zat, toen het gesprek op de oorlog kwam en op de April-meistaking.

‘Ik zei, je bedoelt de februaristaking. Nee, de April-meistaking. Ik heb geschiedenis gestudeerd, ben altijd erg geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, maar hier wist ik niets van af.’ Hoe meer Erik Dijkstra zich erin verdiepte, hoe meer hij ervan overtuigd raakte dat er een programma moest komen over dit ‘laatste grote onbekende oorlogsverhaal’. Hij presenteert de driedelige serie, en schreef mee aan een boek over de staking.

Wanneer was de April-meistaking?

Het is 1943 als de bezetter aankondigt dat voormalige soldaten uit het Nederlandse leger, die in 1940 eerst vrijgelaten waren, zich alsnog moeten melden om in Duitsland te gaan werken. De Duitsers hebben mankracht nodig na alle verliezen aan het oostfront. Het nieuws gaat als een lopend vuurtje door Nederland. De verontwaardiging is groot, en ook het dwingende gevoel van, we moéten nu iets doen, we gaan staken. De staking begint bij machinefabriek Stork in Hengelo, op 29 april. Dezelfde dag nog volgen andere bedrijven, eerst in Twente, en later in heel Nederland. Bij Philips in Eindhoven leggen ze het werk neer, mijnwerkers in Limburg staken, in het noorden sluiten veel bedrijven zich aan. Overal in het land zijn eind april en begin mei stakingen en sabotage-acties, waar – het is moeilijk tellen – tussen de 300.000 en 500.000 Nederlanders aan meedoen. Met gevaar voor eigen leven, blijkt al snel. SS-chef Hanns Albin Rauter laat de stakers zonder proces doodschieten, en ook wat omstanders erbij, om een angstwekkend voorbeeld te stellen. Erik Dijkstra: ‘Tot dan toe was, zeker op het platteland, nog niet veel te merken geweest van de bezetting. De Duitsers kochten eieren bij de boer en speelden accordeon op een trouwerij, allemaal best gemütlich.’ Maar nu liet de bezetter zijn ware wrede gezicht zien en kon je er niet meer zo’n beetje omheen leven.

Nu ging het om goed en kwaad en om leven en dood, en werd het tijd om, zoals één van de geïnterviewden zegt, diep bij jezelf te rade te gaan ‘om te weten, dit kan wel en dit kan niet, er is geen tussenweg meer mogelijk.’

schermafbeelding2023-03-22om13.14.38

Over wie gaat het?

In Staken op leven en dood worden vooral persoonlijke verhalen verteld over de April-meistaking, eigenlijk stakingen. Dat van Femy Efftink, telefoniste bij Stork, die koortsachtig alle zakenrelaties van Stork afbelt en iedereen oproept om mee te staken.

Of dat van Jan Walraven, van de meubelfabriek in Beneden-Leeuwen, die zelf niet gestaakt heeft, maar zich opwerpt als aanstichter en met zijn dood andere levens redt. Of dat van Witte Bé, met zijn witblonde kuif, die voor de kerk van Nieuw-Buinen oproept tot staken en het Wilhelmus aanheft, waarna hij door zijn vriend Harm, die nsb’er is geworden, wordt opgepakt. Of dat van de jonge Grietje Dekker uit Musselkanaal, die op haar verlovingsdag, ze draagt een feestelijke lila zijden jurk, terwijl ze in tuin zit, in haar buik wordt geschoten, ondanks de smeekbede van haar vader om haar naar het ziekenhuis te brengen. 

Of dat van de broers Wiebe en Broer de Witte uit Blauwkapel, die altijd zo mooi tweestemming zingen onder het melken. Met jeugdige overmoed doen ze mee met de protestactie om melk in de sloot te laten wegstromen. Hun baldadigheid wordt genadeloos afgestraft. Broer wordt doodgeschoten, Wiebe wordt vrijgelaten, waarom weet niemand. De Duitsers willen niet vertellen waar het lichaam van Broer gebleven is. En Wiebe zal tot aan zijn dood hopen dat Broer toch nog neuriënd binnen komt lopen en altijd een extra bordje voor hem dekken. De verhalen in Staken op leven en dood laten scherp zien dat je als eenling angstaanjagend nietig bent tegenover een misdadig regime, je hebt maar één geest en één lichaam om in te zetten, maar dat het verzet en de menselijkheid van een mens tegelijk de grootste kracht mogelijk is.

schermafbeelding2023-03-22om13.14.24

Wat gebeurde er?

In deel een van het drieluik is er het verhaal van Foppe de Jong, uit Marum in Groningen, waar in 1943 een Duitse radarstelling ligt. Foppe is nog maar een jongen en heeft tbc gehad, waardoor hij lang in bed voor het raam heeft gelegen. Nu is er een opstootje bij de weg naar Friesche Palen. Iemand heeft een paar boomstammetjes op de weg gelegd om de Duitsers dwars te zitten. Foppe wil wat meemaken van de actie en op de weg kijken. Zijn vader staat er, en wat andere mannen, en Foppes vriendje Steven, van dertien. Foppes vader voelt instinctief aan dat het gevaarlijk kan worden, en zegt ongewoon streng: ‘Jonkje, loop weg.’ Later hoort Foppe dat zijn vader is doodgeschoten, samen met Steven, en nog veertien anderen. zestien mensen gedood, om een paar boomstammen, door de overijverige sd-chef Johann Mechels, die is aangesteld om in Noord-Nederland orde op zaken te stellen. Mechels heeft niet eens toestemming voor de executies, hij botviert enkel zijn eigen wreedheid. In Staken op leven en dood zien we de nasleep van die gebeurtenis, die in het leven van Foppe de Jong zal nadreunen tot zijn dood, ook al omdat hij iets weet wat andere nabestaanden niet weten. Een gebeurtenis die ook in het leven van de twee kleindochters van Johann Mechels als een boemerang terugkomt. Zij horen voor het eerst hoeveel mensen hun lieve opa persoonlijk de dood in heeft gejaagd, en zijn tot op het bot getroffen. Alles komt samen in een emotionele ontmoeting van Foppe de Jong en Mechels’ kleindochters, schuld, vergeving, pijn.

Wat zegt deze staking over ons?

Het is een van de dingen, die Erik Dijkstra is opgevallen bij het maken van de serie, de geweldig lange impact van de oorlog, nog meer dan hij dacht, een donkere schaduw die generaties lang doorwerkt, in de levens van slachtoffers, daders en nabestaanden. ‘De oorlog lijkt wel nooit voorbijgegaan.’ Heeft hij ook meer inzicht gekregen in de kwestie waarom de April-meistakingen zo onbekend zijn gebleven? Erik Dijkstra: ‘Er moet altijd iemand zijn die met zo’n herdenking begint, die er werk van maakt en aandacht vraagt voor de verhalen, zodat het een blijvende herinnering wordt.’ En de stakingen en acties hebben zo versnipperd door het land plaatsvonden dat ze nooit als één gebeurtenis zijn herdacht. Het hielp ook niet mee, dat de stakingen vooral op het platteland plaatsvonden en veel minder in de steden. Misschien is er daarom weinig aandacht voor geweest.

En misschien had het er tenslotte mee te maken, dat de mensen ter plaatse zichzelf niet zo snel op de borst zouden slaan, omdat ze in verzet waren gekomen, ook al omdat het niet zo kies leek om, in het licht van de beschamende wegvoering van zoveel joden, over Nederlandse heldhaftigheid te praten. Oorlogschroniqueur Loe de Jong benoemde de April-meistakingen van 1943 trouwens wel als een sleutelmoment in de oorlog en als ‘de heldhaftigste dagen uit de geschiedenis van ons volk'.

Staken op leven en dood, maandag om 22.15 op NPO2

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.