Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Hoe leuk wordt het nieuwe programma van Sander van de Pavert?

05-10-2019
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
285 keer bekeken
  •  
Sander van de Pavert 10 def

Collega Tim den Besten interviewt Sander van de Pavert (1976) over zijn nieuwste kunstje: Avondlicht. ‘Eigenlijk is het de ultieme Lucky.’

Je staat aan de vooravond van je allereerste tv-programma. Vind jij dat ook of was LuckyTV je eerste programma?

Dat vind ik een goede vraag eigenlijk. Als LuckyTV vijf minuten had geduurd dan had ik het mijn eerste tv-programma genoemd. Maar ja, het duurt maar een minuut. En bij het maken van een tv-programma denk je ook aan productionele zaken, zoals een studio met lampen en geluid en zo. Dat speelt bij Avondlicht natuurlijk wel en de Lucky maak ik thuis, in mijn eentje.

 

Je wordt eigenlijk Matthijs nu.

(lacht heel hard) Nou mijn grote inspirator bij het maken van Avondlicht is niet Matthijs, maar Andries Knevel. Vanaf het moment dat ik met een creatief oog televisie ging kijken, een jaar of 15 geleden, voelde ik me meteen aangetrokken tot het klassieke interviewprogramma. Andries Knevel had Het elfde uur waarin hij aan een tafel 1 op 1 een gesprek had met iemand over zingeving, geloof en het leven. Ik vond de vorm daarvan – gewoon twee mensen aan tafel – toen al heerlijk dus daar koos ik in Avondlicht ook voor. Andries Knevel is daarnaast een uitgesproken persoonlijkheid. Hoe meer ik naar hem keek, hoe meer liefde ik voor hem voelde.

sander van de pavert 06 def

Heb je je voor Avondlicht dan door Andries’ programma laten inspireren of door Andries de presentator?

Toen ik voor het eerst zelf aan de presentatietafel zat, was dat natuurlijk ongelofelijk spannend, want ik had me daar weken op voorbereid. Ík ben nu de presentator en daar was ik me erg bewust van. Maar de basis moest niet een lollig gesprek zijn. Het resultaat na montage moest natuurlijk grappig zijn, maar de basis, het materiaal dat ik mee naar huis nam, dat moest echt een heel alledaags televisiegesprek worden. Ik wilde geen presentator spélen.

 

Avondlicht wordt door BNN-VARA omschreven als een ‘absurdistisch interviewprogramma’. Waarom wilde je dit maken?

Omdat ik jarenlang naar dat soort programma’s heb gekeken en nu mocht ik ze verknippen en veranderen. Vaak liep ik tegen het probleem aan dat zo’n programma dat ik hermonteerde natuurlijk al gemonteerd wás. Alles wat slecht of ongemakkelijk was, was er al uitgehaald. Voor Avondlicht neem ik ál het materiaal van de negen camera’s die er staan mee naar huis.

 

Oké, maar leg nou even uit wat Avondlicht is:

Avondlicht is eigenlijk… (denkt na) Ja, jezus. Ik vind het heel lastig om het uit te moeten leggen. Het is eigenlijk de ultieme Lucky.

 

Maar je hebt bij BNNVARA ook een A4-tje met het idee moeten inleveren?

Ik heb gezegd dat ik een alledaags, braaf interviewprogramma wilde maken, waarin ik mensen uit de tv-wereld spreek over hun werk als televisiepresentatoren. En dat wilde ik doen op een klassieke manier. Eén op één, serieus, aan tafel, met een glaasje water en nootjes. En de titel: Avondlicht heeft een Zomergasten-achtige vibe. Weet je wat het is: in een normaal programma worden alle dingen die misgaan en ongemakkelijk stiltes er uitgemonteerd, maar ik vind het juist interessant om die dingen erin te laten en de rest eruit te knoppen. Het kan dus gebeuren dat een aflevering uit alleen maar ongemakkelijke stiltes bestaat.

 

Denk je tijdens de opnames al aan de montage?

Ja zeker. Uiteindelijk ga ik alles door elkaar monteren dus ik moet van tevoren in mijn vraagstelling al nadenken over hoe ik dat ga doen. Als ik wil dat Catherine Keyl gaat huilen om een sinterklaasgedicht dat ik voorlees, dan moet ik eerst zorgen dat zij echt ergens geëmotioneerd door raakt en dan kan ik dat vervolgens verknippen tot iets waarin zij huilt om een sinterklaasgedicht.

 

Hoe regel je de gasten? Dan bel je op en zeg je: ‘Wil je gast zijn in mijn nieuwe interviewprogramma? Je wordt helemaal kapotgeknipt. Heb je zin?’

Daar kwam het op neer ja.

 

En dan zeiden ze ja?

Nee. (lacht) Ik heb het natuurlijk iets subtieler aangepakt. Bij Giel Beelen, die ook te gast is, kan je dat doen. Dan zeg je: ‘Hé doe je mee, ik knip je helemaal de tyfus in.’ Dan antwoordt hij: ‘Oh ja best.’ Maar bij een Catherine Keyl of een Andries Knevel gaat dat niet. Dat Knevel mee heeft gedaan, is werkelijk een droom die waar is geworden. Dat hij dat aandurfde, vond ik echt kicken. Want hij moest daar wel even over nadenken. Ik heb hem verteld dat ik het met goede smaak ging maken. Dat hij niet uit de montage zou komen als een of andere racistische pedo.

 

Het is dus heel onschuldig allemaal.

Zeker niet want tijdens het zien van de montage moesten sommige gasten wel even slikken. Bij Andries Knevel moest er iets uit. We hebben altijd een beller in de studio en bij Andries was het God die aan de lijn hing. Nou, Andries vond de hele aflevering helemaal fantastisch, maar God aan de telefoon krijgen was iets dat hij absoluut niet wilde.

 

Ben je niet bang dat mensen die fan van LuckyTV zijn denken: goh wat is dit kut?

Helemaal niet. Ik wilde dit zo ontzettend graag maken. Dan zijn die randgedachten niet aan de orde. Ik zei laatst tegen mijn vriendin: ‘Al kijken er nul mensen naar, ik ben zo blij dat ik dit mocht doen. Daar ben ik zo dankbaar voor.’ (begint hard te lachen) Ik haat het zo erg als mensen het woord dankbaar gebruiken! Gatverdamme!

 

Dus het maakt je niet uit wat mensen er uiteindelijk van vinden?

Nou… Wat mensen van me vinden, boeit me meer dan ik zou willen. Maar er zit zoveel energie in het maken van Avondlicht. Dit móest ik maken – ook al kijkt er niemand naar.

 

Is het zo dat je op een bepaald moment in je bedje lag en dacht ‘Zo Sandertje van de Pavert, ik denk dat het tijd is voor je eigen show’?

Haha. Nee, helemaal niet.

 

Maar het lijkt me zo’n grote stap. Van je zolderkamer naar een televisiestudio.

Dat is helemaal geen grote stap. Weet je waarom niet? Het is heel simpel: ik moet het alleen nog even onder woorden weten te brengen. Kijk het ligt zo dichtbij mezelf. Dit programma is zo wie ik ben. Avondlicht lijkt op de allereerste filmpjes die ik maakte in 2002! Dat was al dit! Avondlicht is de kern van wat ik wil doen.

 

En leg nou eens uit waaróm.

Wat ik zo grappig en fascinerend en absurdistisch vind aan televisie, is dat het een medium is dat probeert de dingen er zo echt en authentiek mogelijk uit te laten zien terwijl er eigenlijk niets bestaat dat zó onecht is als televisie. Die paradox vind ik mooi.

 

Ook een paradox: jij wordt langzaam onderdeel van de wereld die je belachelijk maakt.

Vroeger werkte ik heel geïsoleerd, op mijn kamertje. Ik kwam nooit buiten, bij wijze van spreken. Tegenwoordig kom ik overal en dan sta ik ineens met Yvon Jaspers te lullen. En natuurlijk heb ik zelf ook weleens gedacht: enerzijds loop ik het allemaal af te zeiken en anderzijds zit ik daar zelf ook met mijn nette jasje aan. Maar het is leuk om te merken dat presentatoren aan wie ik een bloedstollende hekel had in echt heel onzekere, fragile mensjes zijn, met dezelfde angsten als ik.

 

Je komt heel zeker over. Is dat om je onzekerheid te verbergen of ben je echt zo zeker van jezelf?

Ik ben onzeker. Net als iedereen denk ik. Maar als ik zeker doe, dan ben ik het ook. Mijn onzekerheid zit niet in mijn werk. Dat ligt meer in het existentiële. Ik word met enige regelmaat getergd door behoorlijk donkere gedachten en een donkere levensbeschouwing zal ik maar zeggen.

 

Wat bedoel je met een donkere levensbeschouwing?

Hoe vat je zoiets samen? Laat ik zeggen dat ik niet altijd vrolijk ben. Ik ben niet depressief, maar er gaat geen dag voorbij dat ik niet een keer een heel confronterende, nare gedachte heb gehad. Ik heb vaak het idee dat ik een groot deel van het leuke leven mis. Door het binnenzitten, het werken. Maar ik ben van jongsaf een piekeraar. Als kind had ik al angstgedachten. Ik denk te veel na over dingen.

 

Wat voor angstgedachtes?

Ja. Gewoon. Zo van: ik ga dood nu.

 

Huh? Nu?

Ja, ik overleef deze dag gewoon niet.

 

Dat geloof je dan echt?

Nee. Daar ben ik te rationeel en intelligent voor. Ik weet dat ik niet doodga, maar zo voelt het wel. Dan denk ik dat ik een hartaanval heb bijvoorbeeld. Het kost veel energie om die gedachtes dan actief om te denken. Maar daar staat tegenover dat ik maar een museum binnen hoef te lopen en ik huilend van geluk weer naar buiten kan stappen omdat ik gevoeld heb dat er zoveel moois is.

 

Je bent een beetje het kunstenaarscliché: hoge pieken, diepe dalen en ondertussen dingen maken waar veel mensen van genieten, blij van worden.

Dat realiseer ik me ook. Ik maak mijn beste werk als ik een beetje ongelukkig ben.

 

Hoe ga je daar mee om?

Ik herken slecht of ongezond gedrag bij mezelf en ik kan dan acuut zeggen: afgelopen. Maar ik ben niet iemand die veel aan zelfreflexie doet. Ik moet geen mindfulness of yoga gaan doen. It aint gonna work. Ik kan in de tijd die mij nog rest, haha, beter zorgen dat ik die chaos omarm. In plaats van al mijn energie te stoppen in het onderdrukken van die eigenschappen.

 

Heb je het weleens geprobeerd, mindfullen?

Jazeker. En ik moet je bekennen dat ik onmiddellijk voelde wat daar de waarde van was: je bent gewoon heel bewust iets aan het doen en daar kan je weinig op tegen hebben.

 

Maar hoe vond je het?

Nou, ik wilde het serieus doen want ik dacht: als ik me helemaal lekker kan voelen van de XTC en een diepe connectie met mensen kan maken dan kan ik dit ook. En ik kon het ook, alleen niet langer dan vijfenveertig seconden.

Trailer Avondlicht

Stel dat er over een paar jaar een film over jou wordt gemaakt: wat zou een kenmerkende scène uit je jeugd zijn?

Haha, op een kleedje vol lego, voor de televisie, Star Wars kijken. Dat waren de happiest moments. Mijn vader had ook een knutselhoekje voor me gemaakt waar ik soms hele dagen zat te tekenen.

 

Wat voor ouders heb je?

Ik heb een probleemloze jeugd gehad met twee lieve, slimme ouders. Opgegroeid in Den Haag, aan de rand van de stad. In een oude Volvo naar Zuid-Frankrijk met een surfplank op het dak. Enig kind. En ouders die altijd zeiden: “Sander als jij nou later een leuk vriendje of vriendinnetje hebt dan mag hij of zij ook mee op vakantie”.

 

Huh? Dachten ze dat je misschien homo was?

Mijn ouders hebben tot mijn vijftiende de optie opengehouden dat ik gay was. Ze waren en zijn heel open-minded. Het had ook zomaar gekund, hoor. Ik ging vroeger uit logeren bij oma en dan pakte ik zelf mijn rieten koffertje in en mijn sokjes moesten dan wel passen bij mijn broekje. Ik was echt een klein homootje hoor, haha. 

 

Hadden ze het geaccepteerd als je homo was geweest?

Mijn ouders vinden alles prima. Ik vroeg een keer aan mijn moeder, acht jaar was ik en ik had net ontdekt dat mannen en vrouwen met elkaar neukten, hoe homo’s dan met elkaar neuken. Ik zal nooit vergeten wat mijn moeder toen zei. (Zet moederstem op) ‘San, er zitten meer gaten in een mensenlijf.’ Ik heb in de loop der tijd ook weleens met de heren het bed gedeeld, hoor.

 

Jij hebt echt heel leuke ouders.

Klopt, ik houd zielsveel van ze. Het zijn mensen bij wie ik altijd terecht kan. Als ik middenin de nacht denk dat ik doodga dan bel ik ze.      

Avondlicht, zondag 6 oktober, NPO 1, 22:55 uur
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!