
Het tweede seizoen van Bodem, van en met Eva Crutzen, is weer een schot in de roos. ‘Ik heb met de komedie de randen meer opgezocht.’
Ook al zou Eva Crutzen een paar dagen later zelf zeggen dat er misschien ‘maar vijftig’ vrienden en familieleden zaten tussen het achthonderdkoppige publiek, de première van Bodem 2 voelde als een vertoning in een warm bad met etherische olie. De zaal wist precies waarvoor het kwam: om opnieuw meegenomen te worden in het universum – of eigenlijk in het hoofd – van Crutzen, de regisseur en hoofdrolspeler, die in dit tweede seizoen voortborduurt op de ingrediënten die ze eerder zo zorgvuldig opdiende.
Hoe zou het verder gaan met Cat, de eind-dertiger die in het vorige seizoen letterlijk en figuurlijk op de bodem lag? Zou ze eindelijk kiezen voor de serieuze Ben, of toch weer wakker worden in de armen van willekeurige mannen – na een nacht met te veel drank en drugs of gewoon overdag, tegen het kopieerapparaat bij de uitgeverij? Zou haar opleiding tot uitvaartbegeleider haar verder brengen op het pad van heling, na de niet-doorleefde rouw om haar gestorven broer, vijf jaar eerder? En hoe zou het gaan met haar ouders – haar vader Anthony met zijn zalvende zelfhulpboek, haar neurotische moeder, haar halfzus Sallie die tot haar verdriet bij haar kwam wonen?
Maar de hamvraag was eigenlijk: zou het Crutzen lukken een vervolg te maken dat overeind bleef naast het eerste seizoen? Na zes afleveringen is het antwoord driewerf ‘ja’.

Op de uitnodiging voor de première stond als dresscode: ‘Four funerals and a wedding’. Een knipoog naar de populaire jaren 90-film met Hugh Grant in de hoofdrol, en een vooruitblik op seizoen 2, waarin Cat begrafenissen gaat verzorgen, maar ook een huwelijk meemaakt. Gelukkig had iedereen dat kledingvoorschrift met een korrel zout genomen: voor je het weet ben je de enige met een zwarte flaphoed of een sluier van tule. Zelfs Crutzen leek het te hebben genegeerd. Een panterrok op een begrafenis (of een huwelijk): dat kan alleen bij een excentrieke (oud)tante. Alleen de zwarte voile rond haar armen gaf haar outfit een vage uitvaarttint.
Het blijft een wonderlijke gewaarwording om Crutzen ‘in het echt’ te zien, vooral als je haar even daarvoor nog levensgroot op doek zag. Ze is petit, amper 1.60 lang, maar heeft duidelijk de touwtjes in handen. Dat zie je wanneer ze handen schudt, praatjes maakt en de pers te woord staat. Dat zag je ook op het doek – en een jaar eerder, op de set van Bodem 2, waar ze met hyperfocus en een toegewijde crew alles vormgaf wat ze in haar hoofd had.
Draaidag acht. De crew en een deel van de cast zijn neergestreken in een strandtent in Castricum, waar een 360-gradenshot op het programma staat. Een technisch ingewikkelde opname: een rails ligt om een ronde tafel, de camera draait langs Cat, haar halfzus Sallie, Ben en diens broer Olivier, vader Anthony (Leopold Witte) en Ben en Oliviers moeder Claudia (Lieneke le Roux). Ook hond Spike is van de partij, evenals een levende kreeft – en zoals iedereen in de filmwereld weet, behoren baby’s en beesten tot de lastigste elementen op een set.
Vandaag wordt een scène opgenomen waarin Anthony en Claudia aankondigen dat ze gaan trouwen, tot grote schrik van de kinderen.

Crutzen is de spil van de set. Ze wisselt voortdurend van rol: regisseur die overzicht houdt, aanstuurt, beslist en dan weer actrice, aan tafel met de anderen. Steeds wanneer ze van regisseur naar acteur wisselt, spant ze haar kaken, trekt haar gezicht even in een grimas, om het daarna te ontspannen. Misschien onbewust, maar vermoedelijk hoort het bij haar ritueel.
Wanneer ze acteert, neemt haar regieassistent het tijdelijk over, al lijkt Crutzen zelfs dan de controle te houden.
‘Gatver,’ roept continuïteit, ‘nu zit er weer een gat in haar pony!’ De visagiste zet haar bakje yoghurt neer, pakt de kam en doet Crutzens haar terwijl die ondertussen aanwijzingen geeft aan de rest.
‘Hebben jullie de figuranten gezegd dat ze niet moeten drinken?’ vraagt continuïteit. Ze heeft het al druk genoeg met in de gaten houden of de glazen van de vijf acteurs met evenveel vloeistof zijn gevuld.
‘Van wie is die banaan?’ vraagt iemand. Alle ogen gaan naar de banaan die pontificaal op tafel ligt. ‘Ik denk van Eva.’ Hij wordt weggelegd, maar even later, na de take, heeft Crutzen hem alweer in haar hand – als aanwijsstok, of misschien als totem. Ze zwaait ermee, eet hem niet op.
Het is mooi om te zien hoe gemoedelijk het er aan toegaat. Hoe ingewikkeld de scènes ook zijn, iedereen weet wat zijn taak is. Of eigenlijk: haar taak, want opvallend veel vrouwen vullen functies die traditioneel door mannen werden uitgevoerd – gaffer, geluid, productieleiding.

In een smal gangetje achter de eetzaal zitten de regieassistenten achter een monitor. Zodra er een aantal takes zijn opgenomen, komt Crutzen meekijken. Terwijl er rustig wordt overlegd, lopen runners en assistenten af en aan met rails en apparatuur. Het gangetje is amper twee meter breed, vol mensen en spullen, maar iedereen beweegt mee, alsof de hele set één organisme is.
‘We doen take drie,’ beslist Crutzen. ‘Die kunnen we mooi snijden.’ En weg is ze weer, terug naar de tafel. Kaken op elkaar, gezicht strak, klaar voor het volgende shot.
‘We gaan er de vaart in gooien, mensen,’ roept de opnameleider. Het loopt tegen twaalven; voor de lunch moet ook de scène met Spike en de kreeft nog worden gedraaid. De sfeer aan tafel wordt steeds joliger, alsof er in plaats van water wijn in de glazen zit. Behalve bij Crutzen. Vriendelijk maar beslist vraagt ze om ‘iets minder improvisatie’. Even later: ‘Nog één variatie, dan zijn we echt klaar. Voor nu.’
‘Stilte, alsjeblieft.’
‘Geluid.’
‘Geluid loopt.’
‘En actie.’
De laatste take voor de pauze: Spike moet op tafel springen. ‘Zal ik hem een beetje gooien?’ vraagt Witte, die hem al die tijd op schoot heeft. Spike’s baasje kijkt trots toe. Twee takes later staat het erop.
‘We hebben hem,’ zegt Crutzen. Ze giechelt even, het lijkt haar manier van ontladen. Draaidag acht is halverwege. Nog eenentwintig-en-een-halve dag te gaan. Dan moet Bodem 2 erop staan.
Precies op het afgesproken tijdstip gaat de telefoon. Het is Crutzen. Ze barst los. Over haar auto en een heleboel rook midden in de nacht. ‘De cilinders blijken doorgebrand. Dat geloof je toch niet? Hij is pas tien jaar oud, ik had ’m gekocht omdat-ie nog weinig kilometers op de teller had. Het leven is te kort voor dit soort shit. Moet ik daar weer iets mee.’
Op mijn geruststelling dat ze daar nu gelukkig wat meer tijd voor heeft, zegt ze: ‘Dat zou je denken.’ Want ook na de première is haar leven nog allerminst rustig. Morgen is het Gouden Kalveren Gala, Bodem 2 is genomineerd, en de publiciteit rond de tv-première is net op gang gekomen. De serie was pas woensdag – vier dagen voor de première – echt af.
De eerste vertoning, zondag in de schouwburg, maakte veel goed. ‘Zo’n serie maken is een solitair proces,’ zegt ze. ‘Eerst het schrijven, dan het draaien. Ook al ben je omringd door goede mensen, wat ik in mijn hoofd heb, moet wel overkomen. Volgens mij is dat aardig gelukt. Al blijft het vreemd om in de zaal te zitten en de reacties te horen. Soms dacht ik: de grap moet nog komen – en dan lachten ze al. En als de grap dan kwam, was het stil.’

Ze lacht. ‘Het was een rollercoaster. Overweldigend. En er zaten echt niet alleen maar vrienden en familie in de zaal. De serie heeft inmiddels een echte fanbase. Mensen kennen de personages en zijn aan ze gehecht geraakt. En hoe ze reageerden toen Sallie ging paaldansen – dat gejoel en geklap, fantastisch.’
Zichzelf op groot doek zien blijft een ander verhaal. ‘Bij de scène waarin ik mezelf aan het vingeren ben, voelde ik het ongemak. Ik dacht alleen maar: laat dit voorbij zijn. Ik had die scène makkelijker kunnen maken, door er muziek onder te zetten of hem korter te houden. Maar ongemak is waar Bodem over gaat. Overigens, “masturberen” is beter, hè?’
We hebben het nog even over de set. ‘Zeker in dit genre is sfeer superbelangrijk,’ zegt ze. ‘Acteurs moeten op hun gemak zijn, er moet vertrouwen zijn. Dan kun je iets moois maken. Ik zit zelf in die megahyperfocus, maar de sfeer probeer ik altijd in de gaten te houden. Het moet los lijken, maar die losheid vraagt juist om strakheid. Ik bereid me goed voor met de cameraman, de opnameleidster met wie ik kan lezen en schrijven, en de regieassistenten. Soms kan ik ook eng zijn, hoor. Ik heb echt enge momenten. Maar de meesten kennen me inmiddels. En ik zorg dat niemand zich ongemakkelijk voelt bij wat ze moeten doen.’
Ze prijst haar team: ‘Ik heb zulke fantastische mensen om me heen, een crew met allemaal dezelfde mindset: iets nieuws neerzetten.’ Veel vrouwen ook, beaamt ze. ‘Dat is een bewuste keuze. Al bij Bodem 1 wilde ik zoveel mogelijk vrouwen in de crew. In seizoen 2 is dat nog meer: nu is tachtig procent vrouw. De filmwereld is nog steeds erg masculien. De enige manier om dat te veranderen is door het voorbeeld te geven. Kleine stapjes richting meer gelijkwaardigheid.’

De druk bij het maken van de tweede serie voelde niet per se groter dan bij de eerste. ‘Ik voel altijd druk. Je kunt het ook ambitie noemen, of enthousiasme om het goed te doen. Een vervolg is fijn omdat de basis er ligt en je inhoudelijk verder kunt. Ik denk dat dat is gelukt, vooral in hoe het rouwthema van Cat zich verdiept. Het gaat over destructie versus niet durven voelen. Haar ouders kunnen haar daarin niet helpen. Dat ze begrafenisondernemer wordt, is haar manier om ermee om te gaan. De doden levend houden, dat is voor mij de essentie: het maakt niet uit wat je doet, zolang je de overledene maar een plek geeft.’
Het rouwspoor is belangrijk – maar dit seizoen is breder. ‘Het gaat ook over de rol van de vrouw, over monogamie, over klimaat – al die actuele thema’s zitten erin. En ik heb met de komedie de randen meer opgezocht. Niet herhalen wat werkte, maar iets nieuws proberen. De uitdaging zoeken.’
Of er nog iets in het vat zit voor een derde seizoen? ‘Toen ik seizoen één schreef, had ik al ideeën voor een vervolg. Dat heb ik nu weer. Maar ik moet even bijkomen. Ik ben net over de finish. Het is alsof ik ben bevallen. Het bloedt nog na.’
Crutzen is genomineerd voor Beste Hoofdrol en Beste Regie in een dramaserie. Die eerste won ze al twee jaar geleden; nu krijgt ze het Kalf voor Beste Regie.
‘Een klassiek geval van een Gesamtkunstwerk,’ staat in het juryrapport. De jury prijst ‘een eigen universum met eigen regels dat de realiteit overstijgt’ en is ‘onder de indruk van het talent van deze regisseur, die met een mengeling van kwetsbaarheid, zelfspot en satire een hele generatie een spiegel voorhoudt, terwijl ze tegelijk een warme deken biedt.’
‘Oh, ik ben zó blij,’ zegt Crutzen als ze de microfoon neemt. ‘We doen het echt samen: dank voor jullie kunde, dank voor jullie creativiteit. Samen tot het gaatje. Dat klinkt supergoor – en dat is het ook.’
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!