Het magistrale Oogappels is gaandeweg wat minder komisch en meer drama geworden. Hoe kwam dat zo? Scenarioschrijver Roos Ouwehand licht toe.
Tijdens de eerste lockdown vroegde Volkskrantvijf scenaristen van Nederlands drama om een scène te schrijven waarin corona een plek had. Die vanOogappelsstak er met kop en schouders bovenuit voor mij. Eigenlijk had ik verwacht dat corona in dit derde seizoen zou zitten. Dat is niet zo. Waarom niet? Je kunt het je nu bijna niet meer voorstellen, maar aanvankelijk dacht iedereen: misschien gaat dit een paar maanden duren. Hoe weinig wisten we toen… Natuurlijk hebben we gedacht om er iets mee te doen. Tegelijkertijd is drama een traag medium. Het is niet dat iets wat je vandaag schrijft, morgen gedraaid wordt en overmorgen op tv is. De kans was groot dat we achterhaald bezig zouden zijn. We hebben gekozen om het niet te doen en ik denk dat het een goede keuze is geweest. Enerzijds was het een kans: je kunt laten zien hoe moeilijk het is voor jongeren, de eenzaamheid, hun worstelingen. Maar corona zou alles wegduwen. Elke aflevering zou daar dan over moeten gaan, je kunt er niet de ene aflevering wel en een volgende niets mee doen. Ik ga nog weleens iets doen met deze tijd, over een paar jaar, dan wil ik terugkijken hoe het voor jongeren was.
De eerste aflevering van het nieuwe seizoen is behoorlijk donker. In alle gezinnen is het om verschillende reden hommeles. Is dat wel de invloed van de pandemie? Nee, ik denk niet dat corona een rol heeft gespeeld. Aan het eind van het vorige seizoen was iedereen van zijn plek: Erik kondigde aan weg te gaan bij Merel, Fabie ontdekte dat ze zwanger was, Carola en Marcel waren betrokken bij een auto-ongeluk. Iedereen is uit zijn comfort zone. Dat kun je donker of somber noemen, maar ik streef naar echtheid. Ik wil die mensen geloven met hun problemen, verlangens en frustraties. In het echte leven zijn dingen niet altijd makkelijk en van de ene dag op de andere over.
Ik denk wel dat het mijn invloed is. Het eerste seizoen van Oogappels waren we nog wat meer gericht op de humor. Begrijp me niet verkeerd: ik wil ook dat het geestig is, maar ik vind het belangrijk om ook het andere te laten zien, de moeilijke kanten van het opvoeden. Anders laat je mensen in de kou staan.
Je zegt dat het in het eerste seizoen anders was. Wat was er anders? We begonnen aanvankelijk met een team van schrijvers. Toen is er een aantal mensen weggegaan. Ik bleef alleen over en toen is Lex Passchier erbij gekomen. Lex en ik zijn steeds serieuzer met thema’s gaan werken. Elke aflevering heeft een onderwerp dat we van alle kanten belichten. Het is gaandeweg wat meer drama en wat minder komisch geworden. Onze werkwijze is als volgt: we bedenken eerst samen de grote lijnen van het seizoen, wat er met de verschillende gezinnen gebeurt, dan de thema’s en dat gaan we verfijnen. Vervolgens schrijft Lex de treatments en ik de dialogen. En dan houden we elkaar aan het werk en aan de praat. We werken onder grote tijdsdruk. Tot dusver hebben we een seizoen per jaar gemaakt en het is een uitdaging om de scripts voor het draaien af te hebben. Uitdaging is trouwens een eufemisme.
Malou Gorter die Merel speelt, vertelde vorig jaar in een interview met deze gids, dat Merel jouw favoriete personage is. Is dat zo? Nou, favoriet… je zegt ook niet welk kind je het meest na aan het hart ligt. Maar ik vind Merel een leuk personage. Ik hou van karakters die het voor zichzelf lastig maken in het leven, die het eigenlijk goed willen doen maar waarbij het maar niet lukt. Wat grappig is aan Merel is dat ze wordt gespeeld door Malou Gorter, een van de hartelijkste vrouwen die ken. Dat gaat dan door elkaar lopen. Wat ik goed vind aan het personage Merel is dat je haar tragiek ziet. Je ziet dat ze het anders wil, maar dat het haar niet lukt. Als schrijver leer je je eigen personages steeds beter kennen. Daarbovenop zie je wat een acteur ermee doet. Die wisselwerking is spannend en is denk een van de successen van Oogappels : de acteurs nemen iets mee en daar kun jij als schrijver weer mee aan de slag. Maar dat is zeker niet alleen bij Malou/Merel het geval. De acteurs hebben hun personages zo eigen gemaakt, ze hoeven niet meer te spelen.
Zijn de personages gebaseerd op jezelf of op mensen die je kent? Op mezelf, op mensen uit mijn omgeving, of verhalen. Ik gebruik alles wat ik zie en hoor. Ik heb zelf pubers en ik heb vrienden met kinderen in deze leeftijd. Ik gebruik nooit dingen een op een of letterlijk. Maar ik ben dol op rare karaktertrekken.
Krijg je zelf nog nieuwe inzichten over opvoeden? Ja, soms wel. Dat je weg moet blijven bij opgeheven vingertjes. En soms als ik Fabie zich zie opwinden, dan herken ik mezelf daarin. Maar we klunzen allemaal weleens mis, proberen allemaal wat. De meeste mensen willen het goede doen.
Doen ze het goed, de ouders? Soms wel, soms niet. Dat is precies waar het over gaat. En dat als je het een keer niet goed doet, het niet het einde van de wereld is. Door de grootouders commentaar te laten geven of hun licht te laten schijnen, laat je weer zien dat iemand een product is van zijn of haar opvoeding. Dat zag je ook goed bij Merel en haar moeder.
Komt het ooit ‘goed’ met Merel? Dit seizoen krijgt ze het ook weer voor haar kiezen: Erik weg, haar dochters boos. Ik ben niet van de roze wolk en zal nooit zeggen: het komt goed met Merel. Maar het is wel belangrijk dat personages zich ontwikkelen. Voor ons is het soms ook moeilijk om afscheid te nemen van bepaalde dingen. Neem de scènes tussen Merel en Erik. Die waren een genot om te schrijven. Maar Lex en ik voelden aan dat we daar niet eindeloos mee door konden gaan, met twee mensen die vastzitten in een slecht huwelijk. Want dan wordt Erik een lul en Merel een trut. Op het einde van het tweede seizoen heeft Erik gezegd dat hij het niet langer trekt. We zijn als schrijvers de heerlijke scènes kwijt, maar er komen andere dingen voor in de plaats, die ook interessant zijn.
Wat grappig is, is dat veel vrouwen die ik spreek zeggen: ik vind het zo erg, maar ik geloof dat ik ook een Merel ben. Ze is een extreem personage en toch zien mensen zichzelf erin. Overigens zie ik ook veel Merels rondlopen in de wereld.
Malou Gorter zei vorig jaar dat ‘Oogappels’ voor haar meer vermaak is dan lering. Hoe zie jij dat? Ik wil me verre houden van moralisme, maar als je zoiets mag maken waar zoveel mensen naar kijken, vind ik vooral dat je het serieus moet nemen. Het zou niet leuk zijn als het alleen maar ouders zijn die toppie-toppie bezig zijn. Wat mij goed doet, is als ik hoor dat ouders samen met hun kinderen kijken en naar aanleiding van wat ze zien gesprekken hebben. Over hun eigen gedrag of dat van hun kind. Dat heb ik niet eerder meegemaakt met mijn schrijven, dat het rechtstreeks iets doet in de gezinnen die kijken. Ik kies niet zozeer voor lering, maar Oogappels biedt voor mij de mogelijkheid om dingen aan te snijden die nu in onze maatschappij spelen. We hebben dan wel niets met corona gedaan, maar ook bij ons gaat het over eenzaamheid. Je hoeft het niet altijd in de extremen te zoeken, het hoeft niet over zelfverminking te gaan. Oogappels is gematigder. En daardoor zien ouders en jongeren dat ze niet de enigen zijn bij wie het niet allemaal van een leien dakje gaat. Het is vermaak met een serieuze ondertoon.