Paar dagen weg? Het Zwar­te Woud in Duitsland is het mooist in de herfst

Het sprookjesachtige Zwarte Woud in Duitsland laat zichzelf tijdens de herfstperiode van een prachtige kant zien. In de zomermaanden is het gebied natuurlijk eveneens beeldschoon, maar daar ben je in deze periode niet de enige getuige van. Je deelt het bos dan met hordes andere natuurliefhebbers. In de koudere herfstmaanden daarentegen, tovert het woud zich om tot een waar kleurenspektakel. Bovendien profiteer je in deze periode van het mystieke, mistige ochtendgloren en niet onbelangrijk: minder bezoekers.

Waar de naam 'Zwarte Woud' vandaan komt? Dat heeft te maken met de dichtheid van de diepgroene (naald)bomen die het zonlicht blokkeren. Tussen al dat groen bevinden zich meren, valleien, heuvels, kastelen, ruïnes, dorpen en alles wat ook maar in de buurt komt van een sprookjessetting. Eén grote avontuurlijke speeltuin dus. Tenminste, als je niet vies bent van een gezonde dosis moeder natuur.

Het Zwarte Woud ligt in de zuidwestelijke hoek van Duitsland en is tweehonderd kilometer lang en zestig kilometer breed. Zoals je waarschijnlijk al in de gaten hebt, is deze bestemming ideaal voor hike- en natuurfanaten. Sterker nog: er wordt geclaimd dat het idee van ‘hiken voor plezier’ is ontstaan door het Zwarte Woud. Toen Philipp Bussemer in de stad Baden-Baden (in het Zwarte Woud) het eerste toeristencentrum in 1864 opende, steeg het aantal hikers in het gebied aanzienlijk.

Het hikesysteem is immens. Tegenwoordig vind je in het groene woud ongeveer 23.000 kilometer aan paden, die zichzelf tussen bossen, weiden, wijngaarden en meren wurmen. Je kan ervoor kiezen om een lange hike te doen, zoals de Westweg, Mittelweg of Ostweg, die respectievelijk in het westen, centrale gedeelte en oosten liggen. Maar een aantal kortere routes belopen is net zo leuk. Bemachtig vooral een kaart bij het lokale VVV-kantoor, deze zijn vaak gratis te verkrijgen. Handig: elke route is gemarkeerd met zijn eigen specifieke kleur.

Een pad dat we maar al te graag uitlichten, is de Schluchtensteig-route: een van de jongste routes in het woud. Dit hikepad is 118 kilometer lang en verbindt zeven diepe canyons met panoramische uitzichten. Wat je onderweg tegenkomt? Diepe kloven met natuurlijke rotspaden, uitzichtpunt na uitzichtpunt, met mos bedekte rotswanden en af en toe een verfrissende waterval. Een uitdagende route, maar de zweetdruppels waard.

Een van de opvallendste plekken in het woud is de Triberg-waterval die over zeven verschillende plateaus klettert. Met 163 meter is dit de allerhoogste waterval van Duitsland.

Als uitvalsbasis kan het handig zijn om te verblijven in een van de pittoreske dorpen of steden waar het Zwarte Woud rijk aan is. Zo is het spadorp Baden-Baden populair onder bezoekers van het bos, maar een uur daarvandaan vind je het kleinschaligere en net zo bijzondere dorp Calw. Denk bij dit dorp aan kleine winkels, cafés, galerijen en houten huizen die een charmante uitstraling creëren. Meer dan tweehonderd gebouwen dateren hier uit de zeventiende eeuw.

Kastelen. Daar staat het Zwarte Woud ook bekend om. Sommige zijn nog in goede staat, zoals het Eberstein-kasteel en het Karlsruhe-paleis. Van sommige zijn alleen nog ruïnes over, zoals het Hohengeroldseck-kasteel. Maar er is één kasteel dat toch echt in de schijnwerpers hoort te staan: het majestueuze Hohenzollern-kasteel. Dit kasteel uit de vijftiende eeuw bevindt zich op een heuveltop en torent daardoor boven alles en iedereen uit. We weten niet wat mooier is: het zicht op het kasteel tegen een achtergrond van een diepgroene vlakte of de panoramische uitzichten vanuit het kasteel?

Natuurlijk kan je een hotel boeken in een van de grotere dorpen van het woud. Maar als Zwarte Woud-bezoeker omarm je de natuur, dus waarom ook niet midden in de natuur slapen? Overnacht bijvoorbeeld op een boerderij - bij een farm stay - waar je wakker wordt door het geloei van koeien. En waar je zowat de pure groene vlakte van het woud vanuit je bed inrolt.

Het Zwarte Woud aan je planning toevoegen? Voeg de lokale lekkernij van het bos daar dan ook maar aan toe. Namelijk: black forest cake, bestaande uit slagroom, kersen(likeur) en lagen chocoladecake. Maar je mag ook gerust Schwarzwälder Kirschtorte zeggen. Kirsch is de benaming voor kersenlikeur die wordt geproduceerd in de regio. Dit ingrediënt wordt in het Zwarte Woud zó verplicht gesteld, dat er wetgeving voor bestaat. Het is namelijk illegaal om black forest cake te verkopen zonder kirsch als ingrediënt.

Het Zwarte Woud is makkelijk per trein te bereiken. Er loopt zelfs een treinroute door het bos, dus je kan het woud ook in rap tempo verkennen. Maar alleen als het écht niet anders kan natuurlijk… Deze route loopt van Offenburg naar Donaueschingen. Hou er rekening mee dat sommige treinen dubbeldekkers zijn. Claim voor de mooiste uitzichten daarom vooral een plek in een van de bovenste coupés. Vanuit het midden van ons land kost het je ongeveer 6,5 uur om per trein bij Offenburg te komen. Ga je met de auto? Dan kan je het Zwarte Woud het beste bereiken via een van de dichtstbijzijnde steden: Heidelberg, Baden-Baden, Frankfurt of München.