Zelf wandelen door Baskenland? Dit zijn de mooiste hikes

Gelegen tussen de ongetemde Atlantische zee en de uitlopers van de Pyreneeën trekt de regio een brede doelgroep reizigers aan. De golven van de Baskische kust zijn perfect om op te surfen en de Baskische keuken behoort tot een van de beste van Europa. En dan hebben we het nog niet eens over die schitterende wandelingen gehad. Zowel de kust als de bergen in het binnenland bieden je de mooiste hikes. Dus waar wacht je nog op? Trek die schoenveters maar strak vast!

Veel wandelroutes zijn te vinden in het natuurgebied Aizkorri Aratz, gelegen ten zuiden van Zumaia, diep in de Baskische binnenlanden. Hier kan je genieten van prachtige wandeltochten die geschikt zijn voor zowel ervaren als minder ervaren wandelaars. Wat je kan verwachten? Betoverende bossen, een overvloed aan wildleven en adembenemende uitzichten.

Bijvoorbeeld tijdens de beklimming van de Aitxuri; de hoogste berg van Baskenland. Met een hoogte van ongeveer vijftienhonderd meter biedt de Aitxuri een geweldig uitzicht over de hele regio. Het iets minder bekende zusje, de Aratz, is met haar veertienhonderd meter hoogte wellicht wat lager, maar biedt nog steeds een prachtig panoramisch uitzicht.

Ga je zelf op pad? Begin dan even bij het bezoekerscentrum. Hier zijn verschillende routes aangegeven en kan je informatie uit de omgeving halen. Je kan hier dus precies uitkiezen welke route het beste bij jou past qua afstand en bijvoorbeeld de moeilijkheidsgraad.

Wil je een route die niet te ver is, maar wel sensationeel? Dan is het oog van Aitzulo, een route van negen kilometer lang, een uitstekende optie. De route heeft zijn naam te danken aan de door de wind uitgeholde rotsen waar je doorheen loopt. Door deze spectaculaire luchtgaten kan je de gieren boven je hoofd zien vliegen.

Wat dit gebied nog meer bijzonder maakt, is dat hier een gedeelte van een eeuwenoude pelgrimstocht doorheen loopt; de Santiago de Compostella. Een erg populaire toch door Spanje die al in de elfde eeuw is ontstaan.

Zoals eerder benoemd staat Baskenland bekend om zijn culinaire specialiteiten, zoals kaas en melk. Dit moet natuurlijk ook ergens vandaan komen – en laat dit nou dé plek zijn waar je deze lekkernijen het beste ervaart. Ook het vlees van wilde zwijnen, dat erg geliefd is in de Baskische keuken, komt hier vandaan. Geiten, koeien en schapen lopen vrij rond in dit gebied. Bang hoef je voor deze dieren niet voor je zijn, want ze zijn bezoekers wel gewend.

En krijg jij nou snel honger van al het wandelen en wil je niet te veel op zak meenemen? Dan zou je eigenlijk in de herfst in dit gebied moeten wandelen. Dan staat het namelijk vol met eetbare paddenstoelen.

Een tocht waarbij het binnenland en de kust elkaar mooi afwisselt, is de tocht van de havenstad San Sebastian naar de andere oude havenstad Bilbao; De Camino Del Norte. Deze pelgrimstocht is ouder dan de Santiago de Compostella en stamt uit de negende eeuw. Daarmee is dit een van de oudste Pelgrimspaden van Europa. De route duurt ongeveer acht dagen en baant zich een weg door het noordelijke deel van Baskenland. Wat je kan verwachten als je langs de Baskische kust loopt? Een uitzicht op prachtige stranden, waar je ook nog eens kan kijken naar surfers op zee of zelf een duik kan maken.

Je loopt op rotsen langs het water, maar komt ook langs een boerenhoeve en landweggetjes. Van heuvellandschap tot dennenbos, tussen de stranden van Noord-Spaans Baskenland; tijdens de Camino Del Norte zal je je niet vervelen. Daarbij kom je onderweg prachtige dorpen en steden tegen, waar ze wederom het lekkerste eten uit de Baskische keuken serveren. Een goede om even uit te rusten is het middeleeuwse havenstadje Deba.

Van kust- en boswandelingen door de bergen gaan we door naar een wandeling door een kloof. Dit is een kloof die van Rio Tejo in de Picos de Europa omhooggaat naar het pittoreske dorpje Bulnes. Dit is een ware klim over een ruig, rotsachtig landschap, waarbij je over een oud ezelspad loopt. In Bulnes kan je jezelf belonen met een koffie en lunch. Deze zal je nodig hebben, want ook de afdaling is een hele tocht. Heen en terug is de route zo’n tien kilometer, waar je ongeveer vijf uur over doet. Maar schrik niet, want voor de iets minder fanatieke hiker kan je heen of terug ook de kabelbaan nemen.

Een turquoise meer met waterval gelegen in een bosrijk dal, een prachtig natuurverschijnsel dat je vindt in de bergketen Urbasa. Wil je dit zelf ervaren, bewandel dan de Nacedero del Urederra, een lusvormige wandelroute zo’n zeven kilometer. Je wandelt hier langs de Navarrarivier en rotsvijvers en het groene dal is omringd door bergen en de hoge kloof van Urbasa.

Even een frisse duik tijdens de wandeling? Dat is helaas verboden. De rivier is afgezet en er is een boswachter.