Ismo aangeklaagd wegens de track ‘#Eenmans’

Afgelopen weekend plaatste Ismo op zijn Twitter-account dat hij een gerechtelijke brief had gekregen. Dit vanwege zijn videoclip ‘#EenMans’ die vorig jaar uitkwam. Deze track kreeg vanuit verschillende hoeken kritiek vanwege de jonge rapper z’n teksten. In de track gebruikt hij namelijk de woorden ‘flikker’ en ‘Joden’. 

‘Ik kom thuis en er lag een brief dat ik een gerechtelijke brief moest ophalen.’ Zegt Ismo. ‘Ik heb de brief opgehaald en zag waar het voor was. Ik dacht: ‘Wat een gezeik, man. Weer dezelfde zaak en het gaat nog steeds om die homo-kwestie.’ Het ongenoegen is merkbaar in Ismo’s stem. ‘Als je het interview hebt gezien die ik vorig jaar met Omroep Brabant had, dan moet je het gewoon snappen. Daar heb ik alles uitgelegd.’

Blijkbaar hebben de aanklagers dat interview niet gezien, want er kwamen nog steeds genoeg aanklachten binnen om Ismo voor de rechter te krijgen. De videoclip van ‘#Eenmans’ is inmiddels bijna een jaar uit, een beetje aan de late kant om alsnog voor de rechter te verschijnen. Ismo beaamt dat: ‘Dat ze zolang nodig hebben voor zoiets kleins is wel raar, maar ze moesten het eerst helemaal onderzoeken. Nu moet ik 22 juni voorkomen dus we wachten gewoon daarop.’ Ismo geeft aan dat de eis nog niet duidelijk is.

Hiphop is nauw verbonden met controverse. Het mis interpreteren van straattaal kan al consternatie veroorzaken en dit is een goed voorbeeld daarvan. Dus Ismo legt het nog een laatste keer uit: 

‘Flikkers geef ik geen hand.’

‘Met ‘flikkers’ bedoel ik vieze mensen. In een andere track zeg ik: ‘Ik geef geen fuck om die flikkers.’ Daarmee bedoel ik die haters. ‘Flikker’ wordt zo vaak gebruikt. ‘

‘Ik haat die fucking Joden, nog veel meer dan de Nazi’s’

‘Met ‘Joden’ bedoel ik niet alle Joden. Ik bedoel, er staat zelfs een Joodse mattie naast me in de clip. In ‘#Eenmans’ bedoel ik met ‘die Joden’ de Zionisten. Dat is ook de reden dat ik het woord ‘die’ in deze line gebruik.’

Vrijheid van meningsuiting is belangrijk in de grondwet van Nederland. In het geval van Ismo lijkt dat niet van toepassing. Ismo geeft aan dat hij zich beperkt voelt in zijn vrijheid van meningsuiting. ‘Weet je wat het is. Het is kunst en met kunst moet je kunnen zeggen wat je maar wil. Wat mensen er daarna van gaan vinden is hun probleem. Daarom vind ik die rechtzaak onzin. Je kan het verkeerd vinden wat ik zeg. Ik kan het me ook wel inbeelden, maar ik zaai geen haat. Dat doe ik niet!’.