Al 100 jaar voor een open, rechtvaardig en gelijkwaardig Nederland.

Journalistieke verantwoording docuserie ‘In de ban van Goed en Fout’

Bij het filmen van de serie ‘In de ban van Goed en Fout’ zijn door de makers constant keuzes gemaakt. Er is veel te vertellen, en in een documentaireserie is maar beperkte tijd. Soms maak je omwille van die tijd een sprong of laat je iets weg. De meeste keuzes spreken voor zich, maar enkele zouden de makers graag van context willen voorzien.

FAMILIEFOTO_BLOM

De familie Blom

Herkomst audiofragmenten Rie en Map Blom

Door de uitzendingen heen luistert Onno soms naar audiofragmenten waarop twee van zijn oudtantes te horen zijn, Rie en Map Blom. Ze vertellen over hun tijd bij de NSB en hun beweegredenen om lid te worden. De oorsprong van deze tapes is als volgt. Rond de eeuwwisseling interviewde de historica Zonneke Matthée voor haar onderzoek naar vrouwen in de NSB onder meer Rie en Map Blom. De bandjes daarvan worden bewaard bij Atria Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis in Amsterdam. Dubbele exemplaren zijn in familiebezit (J.C.H. Blom, Leiden). De resultaten van het onderzoek van Zonneke Matthée zijn gepubliceerd in twee boeken: Voor Volk en Vaderland. Vrouwen in de NSB 1931-1948 (Amsterdam, 2007) en Verzwegen Levens. Vrouwen uit een fout gezin (s.l. 2013). Rie en Map Blom komen daarin niet herkenbaar voor. 

Vestiging limonadefabriek familie Blom

Onno loopt in aflevering 1 door de Kepplerstraat in Den Haag, waar de limonadefabriek van zijn overgrootouders gevestigd was. Later in de aflevering zien we een oude limonadefles uit die fabriek. Op het etiket valt een ander adres te lezen: de Jan van Riebeekstraat. De verklaring hiervoor is dat de fabriek ooit begon in de Kepplerstraat, maar na een conflict met een compagnon enige tijd naar de Jan van Riebeekstraat verhuisde. Het pand in de Kepplerstraat werd aan een ander verhuurd, maar zodra dit vrij kwam, verhuisden de fabriek en de familie terug. Vanaf 1932 zaten ze weer in de Kepplerstraat.

Overwegingen rondom de connectie tussen Jan Blom en Bart Saris

In aflevering 1 ontmoet Onno Jeroen Saris, zoon van Bart Saris. Bart Saris was een natuurkundige die in de oorlog fanatiek lid was van de NSB, en net als Jan Blom in Leiden studeerde. Voor een ontmoeting tussen Jan Blom (1908-1975) en Bart Saris (1914-2012) is geen hard bewijs, maar het is zeer aannemelijk dat zij elkaar in het Kamerlingh Onnes Laboratorium zijn tegengekomen en hebben gesproken. Zes jaar leeftijdsverschil is veel in de studentenwereld. Kort nadat Bart Saris ging studeren begin jaren dertig, deed Jan Blom doctoraalexamen. Maar hij bleef nog wel tot 1936 als assistent en promovendus werkzaam op dat laboratorium. In 1936 ging Jan Blom werken als leraar bij het Instituut Wullings te Voorschoten (kostschool met HBS-opleiding). Bart Saris bleef na zijn doctoraalexamen in 1938 bij het laboratorium om onderzoek te doen voor zijn proefschrift. Hij promoveerde in 1941. Eventueel contact tussen beiden is dus het meest waarschijnlijk in de jaren voorafgaand aan 1936. Bart Saris was toen overigens nog geen lid van de NSB. Hij was vóór 1940 overtuigd aanhanger van Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen). Verdinaso Nederland fuseerde eind 1940 met de NSB. Saris werd propagandaleider van het Nederlandsch Studentenfront. 

Opzegging NSB lidmaatschap Jan Blom

In aflevering 1 zoekt Onno naar het motief van zijn opa Jan Blom om in 1933 lid te worden van de NSB (stamboeknummer 4063). Hiervoor zijn geen directe bronnen. Wel kunnen we een en ander invullen. Het is (zeer) aannemelijk dat hij, net als vele anderen in die tijd, in de partij een veelbelovend antwoord zag op de crisis waarin Nederland zich volgens hem bevond. Het ging sociaaleconomisch en politiek slecht met Nederland: grote werkloosheid met alle ellende van dien en de politiek maakte er een potje van, de nationale eer was in gevaar. Krachtig optreden in nationale zin was nodig. De NSB en leider Mussert leken dat te kunnen bieden. Voor Jans uittreden uit die partij al vroeg in 1934 is de directe aanleiding wel bekend. Het in 1933 ingevoerde ‘ambtenarenverbod’ werd eind 1933 ook van toepassing verklaard op de NSB. Als werknemer van de Leidse universiteit (het Kamerlingh Onnes Laboratorium) was Jan Blom ambtenaar en die baan wilde hij niet verliezen. Bovendien was hij reserveofficier bij de Artillerie en op die functie was hij trots. Ook die wilde hij behouden. Het is niet waarschijnlijk dat zijn opvatting over de NSB toen meteen wezenlijk veranderde. Ook voor hoe en wanneer dat wel gebeurde zijn geen directe bronnen. Het kan zijn (en is zelfs waarschijnlijk) dat het overwegend antinazistische klimaat aan de universiteit een rol speelde en/of dat het toenemende antisemitisme van de NSB van invloed was. Jan Blom had grote bewondering voor de Joodse hoogleraar theoretische natuurkunde Ehrenfest en diens zelfmoord (mede tegen de achtergrond van het antisemitisme in Duitsland) maakte diepe indruk. Wel duidelijk is, dat de zeer nationalistisch sfeer in de officierengroep van Jan Blom’s militaire eenheid (III-5 R.A.) tijdens de mobilisatie 1939-1940 en de oorlogsdagen in mei 1940, een sterk anti-Duitse inhoud kreeg: Duitsland was de vijand en met die vijand verbond de NSB zich. De houding van Jan Blom was op zijn laatst vanaf toen zeer anti-NSB.

Hoe verzetsgroep de Duif zich verhoudt tot het Nederlandse verzet

Hoe de verzetsgroep van Onno’s opa Jan, de Duif, zich ontwikkelde en hoe de verhoudingen met de rest van het verzet zaten, wordt in de serie kort verteld. Hieronder een uitgebreidere uitleg van hoe het in elkaar stak.

De meeste officieren van de militaire eenheid, waarin Jan Blom diende (III-5 R.A.), besloten in hun nationalistische verontwaardiging na de nederlaag tegen Duitsland contact te blijven houden. In eerste instantie gebeurde dat in de vorm van reüniebijeenkomsten, de eerste in september 1940. Zij kozen daarvoor als (schuil)naam ‘kegelclub HIHADO’. De precieze betekenis daarvan is niet bekend. Geleidelijk aan ontstonden in die kring plannen ‘iets te doen’ en zo ontwikkelde HIHADO zich, nu onder de naam De Duif (de eenheid was tijdens de mobilisatie gelegerd in de voormalig zeepfabriek De Duif in Den Dolder) tot een verzetsgroep. Van meet af aan werd ook het contact met de onderofficieren en manschappen (van wie de meesten in Friesland woonden) onderhouden, waarmee de basis voor een tamelijk omvangrijke verzetsgroep werd gelegd.

De definitieve omslag naar een zelfstandige, maar wel aan de landelijke O.D. (Ordedienst) gelieerde, verzetsgroep valt te dateren in het voorjaar van 1943, toen alle voormalige militairen alsnog in krijgsgevangenschap geroepen werden. De meesten meldden zich niet.

Het oorspronkelijke doel van de O.D., en ook van De Duif, was (militaire) hulpverlening aan de geallieerde troepen als die naderden en handhaving van het wettig gezag in de ongetwijfeld chaotische tijd gedurende en na de bevrijding. In de zomer van 1944 werd dat acuut en gingen diverse leden van De Duif naar Friesland, voor zover zij daar niet al woonden.

In die tijd besloot de Nederlandse regering in Londen dat de grote landelijke verzetsorganisaties, in het bijzonder de O.D., de Landelijke Knokploegen (LKP of KP) en de Raad van Verzet (RVV) moesten samengaan in de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (meestal afgekort als B.S.) met Prins Bernhard als bevelhebber. Die fusie verliep op veel plaatsen moeizaam door de grote verschillen tussen die verzetsorganisaties. In Friesland speelde de RVV geen rol van betekenis en ging het dus om O.D. en KP. Daar leken in eerste instantie de tegenstellingen ook groot, maar de formeel zelfstandige groep De Duif bleek, vooral via de charismatische leider daarvan, Philip Pander, een bemiddelende rol te kunnen spelen. Half december ging de fusie volledig in werking. De Duif ging op in de B.S. Pander werd Gewestelijk Operatieleider. Jan Blom, die in november 1944 in Friesland arriveerde omdat hij (ondergedoken) eerst de oproep om naar het noorden te komen had gemist, werd adjudant van de gewestelijk commandant Arie Meijer.

Vlucht van de familie Blom naar het Oosten in 1944/45

In aflevering vier wordt gezegd dat Onno’s overgrootvader de limonadefabriek in 1944 op slot gooide en naar het Oosten vluchtte. Dit is een licht gedramatiseerde interpretatie van de feiten, die hieronder uiteen gezet worden.

In de eerste week van september 1944 was de limonade en mineraalwaterfabriek van J.C.H. Blom in de Kepplerstraat in Den Haag wegens vakantie gesloten. Johan Blom, diens vrouw Annie en de dochters Rie, Map en Door, brachten die vakantie door in een pension in Wageningen, waar de broer van Annie woonde. Juist in die week viel Dolle Dinsdag, wat grote chaos met zich meebracht. In de NSB-kring leidde de paniek tot een massale vlucht naar het oosten van Nederland en ook naar Duitsland. De familie Blom besloot, in alle onzekerheid, in ieder geval uit Wageningen te vertrekken, vermoedelijk in eerste instantie op weg naar Den Haag. Zij kwamen in de stroom vluchtende NSB’ers terecht en besloten, op advies van bekenden die zij tegenkwamen, om ook naar ‘het oosten’ te trekken, de fabriek in Den Haag latend voor wat die was. De NSB probeerde via een ‘evacuatiedienst’ enigszins regulerend op te treden, met Winterswijk als centrum. Daar kwamen de vijf Blommen ook terecht. Na een tijd in Winterswijk te hebben gewoond, kregen zij een huis in Emmen. Daar werden zij na de bevrijding opgepakt, vermoedelijk door een eenheid van de B.S. Zij moesten naar Coevorden lopen en werden daar gevangen gezet om enkele dagen later in het, inmiddels als interneringskamp voor politieke delinquenten ingerichte, Kamp Westerbork ondergebracht te worden in afwachting van hun berechting.

Bezoek aan Westerbork met Map en Doortje Blom

In aflevering 4 bezoeken Hans en Onno Blom samen met Map en Doortje Blom Kamp Westerbork. Hier zaten Map en Doortje geïnterneerd in afwachting van hun berechting als NSB-ers, kort na de bevrijding. Dit bezoek vond al plaats in oktober 2021 terwijl de serie toen nog maar aan het prille begin van realisatie stond. Hier is voor gekozen omdat Map en Doortje al 100 en 96 jaar oud waren en een broze gezondheid hadden. Ze zijn kort na deze opnamen overleden. Dit is ook de reden dat de tantes in de rest van de afleveringen niet geïnterviewd worden. Wel horen we Map op de audio-opnamen van Zonneke Matthée en zien we haar kort tijdens haar al eerder gefilmde 100e verjaardagsfeest.

Hans en Onno hebben in de afgelopen jaren tijdens hun onderzoek meerdere malen gesproken met de (oud)tantes. Tijdens deze gesprekken gaven zij weleens aan dat ze hoopten niet meer in leven te zijn als hun verhaal gepubliceerd zou worden. Ze hadden hun hele leven lang gezwegen, en nu haalden Onno en Hans alles weer op. Maar tegelijkertijd zeiden ze het belangrijk te vinden dat er aandacht kwam voor deze kant van het verhaal, en gaven ze toestemming voor de opnames en de uitzending ervan.

De (oud)tantes hebben de serie zelf niet meer kunnen zien, maar de makers van de serie hebben veel aandacht besteed aan het zo juist en eerlijk mogelijk in beeld brengen van hun verhaal. Ze realiseren zich dat het een precaire geschiedenis is en we nooit zeker zullen weten wat de tantes ervan gedacht zouden hebben. Tegelijkertijd zijn de makers ervan overtuigd dat Map en Doortje, als ze nog in leven waren geweest en de serie hadden kunnen zien, zich herkend zouden hebben in het eindresultaat.

Meesterknecht Bram Lens

Hij wordt kort genoemd in aflevering 1, en komt terug in aflevering 4: meesterknecht Abraham (Bram) Lens. Hij was Joods en in aflevering 4 vertellen Map en Door dat ze niet weten wat er van hem geworden is, maar dat de familie erg op hem gesteld was. De vader van Onno, Hans, heeft uit proberen te zoeken wat er van hem geworden is, dat onderzoek liep nog door tijdens de opnames. Hieronder een laatste stand van zaken.

Bram Lens was vanaf eind jaren twintig ‘meesterknecht’ in de limonade- en mineraalwaterfabriek van J.C.H. Blom en werkte later, toen Blom hem niet meer kon betalen, bij diens Haagse collega Ruygrok. Op 20 augustus 1942 werden Abraham Lens (geboren 3 mei 1897), zijn vrouw Aaltje Lens-Frisco (geboren 23 augustus 1899) en dochter Lotje (geboren 29 mei 1920) in Den Haag opgepakt, naar Westerbork gebracht en meteen de volgende dag naar Auschwitz gedeporteerd (transport van 21 augustus 1942). Daar overleefden zij niet. Hun precieze lot is onbekend. In de naoorlogse administratieve toewijzing van overlijdensdata (van belang in juridische procedures) werd die op 30 september 1942 vastgesteld, kort na aankomst in Auschwitz vergast dus. Voor Aaltje en Lotje is dat inderdaad het meest waarschijnlijk. Maar uit het dossier op naam van Abraham bij het Nederlandse Rode Kruis, dat bij navraag van familie of bekenden onderzoek deed naar vermiste personen, blijkt dat Marie Ruygrok in de bezettingstijd nog een brief van Abraham kreeg gedateerd januari 1943. Dat maakt waarschijnlijk, dat hij nog enige tijd dwangarbeid heeft moeten verrichten. De toegewezen sterfdatum kan dan niet juist zijn geweest. In overeenstemming daarmee wordt in een overgeleverd ‘Sterbebuch’ (overlijdensregister) van Auschwitz als sterfdatum 22 februari 1942 vermeld (te vinden in een database op www.ushmm.org). 

Bronnen

In de serie is veel archiefbeeld gebruikt. De makers van de serie geven bij de volgende fragmenten graag extra uitleg:

Aflevering 1

Op bewegende archiefbeelden van een limonadefabriek zien we niet de limonadefabriek van de familie Blom, maar de limonadefabriek Polak te Groningen. De beelden zijn bedoeld om een algemeen beeld te geven van een limonadefabriek in die tijd.

Aflevering 3

De beelden van Dolle Dinsdag zijn unieke amateurbeelden, gefilmd door de familie Havik, en nu beschikbaar via Beeld & Geluid.

De beelden van wapendroppings zijn nagespeeld vlak na de oorlog door een groep die het belangrijk vond direct vast te leggen hoe een en ander tijdens de oorlog gegaan was. Het gaat om ‘de Sabotagetroepen van gewest 8’ en de titel van de film is ‘Een documentaire amateurfilm over het gewapend verzet en de actieve sabotage gedurende 1940-’45 in de provincie Utrecht, de Betuwe en de Bommelerwaard.’

Aflevering 4

Oud verzetsman Eppie (Egbert) Bultsma gaf opdracht tot het filmen van de beelden waar premier Gerbrandy de top van het Friese verzet ontmoet op het bordes van het Burmaniahuis. De beelden zijn onderdeel van een langere film over de activiteiten van het verzet, deels nagespeeld direct na de oorlog, deels authentiek. In december 1991 schonk zoon Jake Bultsma (geboren in 1941) de film aan het Verzetsmuseum Friesland.

Colofon

In de ban van Goed en Fout is een coproductie van BNNVARA en MediaLane TV.

Dit programma is gemaakt door:

Producent MediaLane TV: Iris van den Ende, Boudewijn Vos
Producent BNNVARA: Sander van den Eeden
Commissioning Editor BNNVARA: Hein-Jan Keijzer
Regie: Richard den Dulk
Presentatie: Onno Blom, Hans Blom
Scenario: Jikke Wechgelaer
Uitvoerend producent: Hidde Nieuwland, Elke Baijens
Productie: Inge Tóth, Jelle Morsch, Anaïs Banzira, Ruben de Ronde, Charlotte Maas, Ferry Janssen, Maud Lodder
Eindredactie: Jikke Wechgelaer
Research: Onno Blom, Hans Blom, Juliëtte Dominicus, Dienke Vos
Camera: Martijn de Vré, David Vaessen, Mladen Vekic, Daan Bothof, Bart Buiter
Geluid: Peter van den Berg, Thomas Meijer
Montage: Ilja Lammers, Jacco den Hertog, Bart Buiter
Kleurcorrectie: Pepijn Klijs
Geluidsnabewerking: Konstantin Johannes
Mediamanagement: Laurens Hovingh, Thierry de la Mar
Presentatie: Onno Blom, Hans Blom
Styling: Els Haaker
Vormgeving: Bart Buiter

Met dank aan:

Het Nationaal Archief, Starcker Factory, Jan Klein Hulze, Peter Zwaal, Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Universiteit Leiden, S.M.G. ‘Sempre Crescendo’ / Leids Studentenorkest- en koor, 41 Afdeling Artillerie Koninklijke Landmacht, Herman Amersfoort, Robin te Slaa, Tineke Blom, familie Noest, IT bedrijf Grabowsky, Aviodrome, Dick Brongers, Meindert Nicolay, Janneke Veenstra, café Duhoux, Dirk van der Weij, Jochum Hoekstra, Fries Verzetsmuseum, Marre Faber-Sloots, Margreta van Kammen, Waling Westra, Anneke Hoogterp, Folkert Schukken, Ton Veenendaal, VVV Winterswijk, Paleis Het Loo, Dik van der Meulen, Map Blom, Door Blom, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Donna Blom, Florian Blom, Julia Blom, Sofie Blom, Lottelien Veldman, Ansje Blom-Neuteboom

Al 100 jaar voor