In het Nederland van de jaren '50, ‘60,‘70 en zelfs '80 was
het een schande om ongehuwd moeder te worden. Vrouwen die ongehuwd zwanger
raakten werden gezien als een probleem, waar beleid voor gemaakt moest worden. De 'oplossing' werd gezien in
het scheiden van moeders en hun pasgeborenen ‘desnoods
onder dwang’. Die dwang kwam meestal al van de omgeving van de zwangere vrouwen
en meisjes.
In de periode 1968 tot 1972 werden er duizend baby’s per jaar
afgestaan voor adoptie. Nadat Trudy
Scheele-Gertsen in september dit jaar de staat aanklaagde voor het leed dat
haar is aangedaan, werd op 1 oktober een meldpunt in het leven geroepen voor
afstandsmoeders en hun kinderen. Op 29 oktober hadden zich al meer dan 200
mensen gemeld, onder wie Ellen van Ree, die in de uitzending van DWDD haar
verhaal deelde en daarmee veel losmaakte. Wij spraken met haar over de vele
reacties en de ‘rollercoaster aan emoties’ die zou volgen.
“Het heeft toch best een impact als je zo even met je oude
kop op tv bent. Het heeft heel veel opengebroken. Ik heb ongelofelijk veel
reacties gehad. Vrouwen van mijn generatie die vertellen dat ze ook ‘zo’n
geval’ in hun omgeving kennen. Maar het verhaal gaat niet alleen over de moeders,
wat denk je dat al die kinderen en kraamverzorgsters en verpleegsters hebben
meegemaakt? Ik ben helemaal geen BN’er, zelfs geen BBN’er (bijna bekende
Nederlander), maar ik werd gewoon op straat herkend. Vrouwen die naar me toekwamen
en vroegen: “Mag ik even met je praten?” Dan weet je wel wat daar speelt.
Maar
ik kreeg ook veel reacties van mannen. Bijvoorbeeld van iemand die ik al heel
lang volg op Twitter, die ouder is dan ik ben (69, red.) en die me vertelde dat
zijn ouders ook ongehuwd waren toen hij werd geboren. En hoe dankbaar hij was
dat dat in zijn geval wel geaccepteerd werd.”
Hoe reageerde je omgeving?
“De reacties waren hartverwarmend. Neven en nichten uit
Brabant en Limburg stuurden complimenten. Heel veel mensen blijken ervan te
hebben geweten, maar niemand heeft ooit iets gezegd. Het ligt zo gevoelig. Mijn
buurvrouw kwam heel lief bloemen brengen. En mijn zoon whatsappte me een groen
hartje. Zo van ‘goed gedaan’. Dat vond ik heel fijn, want het is moeilijk voor
hem om hierover te praten. Op mijn vragen over die tijd krijg ik nooit een
antwoord.”
Heeft u steun kunnen vinden bij lotgenoten?
“Wij beginnen een hecht verbond te vormen. Wat dat betreft
is social media echt geweldig. Je begint wat te twitteren en huppakee er komt
van alles los. Ik heb in al die jaren heel vaak hulp gezocht als ik het
moeilijk had, maar nu pas opperen mensen dat ik misschien wel PTSS (posttraumatische-stressstoornis)
heb. Dat kwam echt hard binnen. Ik heb zo vaak jankend mijn verhaal gedaan bij
een hulpverlener, maar nooit heeft iemand die link gelegd.”
U neemt zelf ook deel aan het onderzoek, hoe was dat voor u?
“Nou dat was wel weer een ‘rollercoaster’ van emoties en
niet alleen voor mij. Ik vind het eerlijk gezegd wel jammer dat ze bij het
meldpunt zo slecht bereikbaar zijn. Je moet je voorstellen dat het een enorme
drempel is om eindelijk de stilte te doorbreken. Die vrouwen zitten de hele dag
moed bij elkaar te schrapen om te bellen, maar dat is als de lijnen sluiten om
een uur ’s middags vaak nog niet gelukt. En als je dan die grote sprong in het
diepe gewaagd hebt en je krijgt te horen dat je wordt teruggebeld, om
vervolgens weken niets te vernemen, dan is dat heel pijnlijk.
Toch probeer ik
iedereen naar het meldpunt te krijgen, want het is belangrijk dat er een zo
compleet mogelijk beeld ontstaat. Ik heb uiteindelijk mijn verhaal kunnen doen
bij een jonge vrouw die zelf geadopteerd bleek te zijn. Het gesprek greep haar
duidelijk aan. Bizar hoe zoiets loopt in het leven. Je zou het niet kunnen
verzinnen.”
Nynke de Jong legt in die column over Trudy Scheele-Gertsen, de vrouw die Afstandsmoeders op de kaart zette met haar rechtszaak tegen de staat, een duidelijke link met het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen en de anti-abortusprotesten van vorig weekend. Ze schrijft: “Trudy’s verhaal leert ons wat er gebeurt als een vrouw geen zelfbeschikking heeft over haar lichaam.” Hoe kijkt u daarnaar?
“Ze heeft gelijk. Ik ben indertijd ook naar een
abortuskliniek geweest, maar het was al te laat. Bovendien had ik geen geld. In
die tijd was er geen seksuele voorlichting, geen zwangerschapstest die je zelf
kon kopen. Kapotjes (condooms, red.) waren onbetaalbaar. De meeste vrouwen in
mijn situatie zaten nog op school, of ze werkten net maar woonden nog thuis.
Zij moesten vaak hun salaris afdragen bij wijze van kostgeld. Je had geen geld
en dus geen andere keuze dan het je familie te vertellen, ook al wist je dat ze je waarschijnlijk zouden wegsturen. Je moest wel.”