Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Waarom zien mensen het coronavirus als ‘vrijkaart’ voor discriminatie van Chinezen?

  •  
08-02-2020
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
498 keer bekeken
  •  
Schermafbeelding 2020-02-06 om 14.15.45

Anti-racisme-activist Sioejeng Tsao

© Instagram Sioejeng Tsao

Het coronavirus, dat haar oorsprong kent in het Chinese Wuhan, verspreid zich de afgelopen weken in rap tempo over de wereld. Na ontdekkingen van het virus in Amerika kwam ook Europa en kortgeleden zelfs België aan de beurt. In Nederland is het virus vooralsnog niet opgedoken, toch grijpen mensen de uitbraak aan om mensen met een Aziatisch uiterlijk stelselmatig te discrimineren.

‘Voorkomen is beter dan Chinezen.’

Documentairemaker Julie Ng en anti-racisme-activiste Sioejeng Tsao krijgen in toenemende mate te maken met discriminerende opmerkingen, nu het coronavirus zich verder verspreidt. En dat zijn geen grapjes meer. De gemeenschap leidt onder de bijna genormaliseerde discriminatie.
De perfecte migrant
Volgens Tsao worden Chinezen in Nederland gezien als de ‘perfecte migrant’. En dat is nou juist het probleem. ‘Hard werken, weinig zeuren.’ Een groep waarmee je grapjes kan maken. ‘Daarom schrikken ze (de Nederlanders) er nu van dat wij ons gediscrimineerd voelen, omdat ze allemaal dachten dat dat niet zo is’, zegt ze in De Nieuws BVWaar het coronavirus de discriminatie van Aziaten in een stroomversnelling heeft gebracht, is het volgens Tsao ook het juiste moment om dit aan te kaarten. ‘Ik denk dat het goed is om dit nu bespreekbaar te maken, omdat het coronavirus puur olie op het vuur heeft gegooid. Het dagelijkse racisme, dat er altijd al is geweest, komt hiermee naar boven.’

In een hoekje gedrukt
De discriminatie kent zijn oorsprong bij de komst van de generatie van de (groot)ouders van Ng en Tsao. Ng: ‘De oudere generatie sprak de taal niet. Zij konden zich niet goed verweren tegen het racisme dat ze voor hun neus kregen. Mijn ouders hebben een Chinees-Indisch restaurant gehad. Klanten maakten daar voor hun neus grapjes over het feit dat zij de ‘r’ niet goed kunnen uitspreken, en al dat soort clichés. Maar wat doe je dan? Als je pas op je twintigste naar een land bent gekomen, je de taal niet spreekt en je keihard aan het werk bent om juist díe mensen van eten te voorzien, en je wordt dan ook nog eens gediscrimineerd? Dan voel je je in een hoekje gedrukt.’

Geen rolmodellen
Tsao herkent dit verhaal. Ook ziet ze deze omgangsstrategie als een cultuurverschijnsel. ‘Chinezen houden niet van conflicten, vandaar dat ze vaak dachten dat negeren de beste manier was. Dat het dan vanzelf wel over zou gaan.’ Dit hebben zij doorgegeven aan hun kinderen, die op hun beurt ook geen vuist hebben gemaakt tegen de discriminatie. ‘Ze dachten vaak: als ik hard werk dan gaat het vanzelf weg.’ Zo ging er veel tijd overheen. ‘Ik denk dat we er niet bij stilstaan dat Chinezen ondertussen alweer honderd jaar in Nederland wonen, en in vele gevallen ook hier zijn geboren, maar nog steeds niet voor Nederlander worden aangezien. Dit omdat het te weinig terugkomt in de media en het straatbeeld, waarin ze geen rolmodellen kunnen vinden die op hen lijken.’
Discriminatie in de media
In de media worden Chinezen zelf vaak met grappen weggezet. In De Nieuws BV laat Renze Klamer een aantal voorbeelden horen. We horen Linda de Mol, die er na enkele jaren achter komt dat ze de naam van Meneer Chung, een vast onderdeel in haar spelshow Ik hou van Holland, verkeerd uitspreekt. In het onderdeel zingt de man mee met een liedje op de koptelefoon. Twee teams moeten vervolgens raden wat hij zingt. De ‘grap’ is de slechte verstaanbaarheid van de man, omdat hij bepaalde Hollandse of westerse klanken niet goed kan uitspreken. Vervolgens horen we een fragment uit Geer & Goor waarin Gordon tegen een Chinees ‘grapt’ over ‘number 49 with rice (uitgesproken als lice)’.

Genormaliseerd racisme
Klamer vraagt wat Tsao vindt van deze fragmenten. ‘Ik heb er eerlijk gezegd nooit echt bij stilgestaan omdat het zo genormaliseerd is, dat ik mezelf zag als een Nederlander en graag blond was geweest, met blauwe ogen en een makkelijk uitspreekbare naam. Daardoor heb ik me ook heel lang geschaamd voor waar ik vandaan kom, wie ik ben en dat mijn moeder gebrekkig Nederlands spreekt. Ik heb gezien dat dat heel veel effect heeft gehad op mijn eigen identiteit en mijn zoektocht. En dat dat een minderwaardigheidscomplex heeft opgeleverd.’ Nu Tsao ouder wordt begrijpt ze steeds beter waar dat gevoel vandaan komt. ‘Ik heb mij jarenlang geschaamd omdat ik niet wist dat wij geaccepteerd werden in de maatschappij, omdat dat gewoon niet zo voelt.’ Ze wil daarmee benadrukken dat het coronavirus dit nu aanzwengelt, maar dat de discriminatie er altijd is geweest. ‘We zijn al die tijd al lang gediscrimineerd.’ Ook Ng herkent dit. ‘Ik kreeg een afkeer voor mijn eigen Chinese roots. Ik dacht: hoe minder ik ervan af weet, hoe minder het een deel van mij is. Dus hoe meer ik hetzelfde ben als de rest. Dan hoor ik daarbij.’ Ng kreeg weleens de vraag of ze zich meer Chinees of Nederlander voelde. Dan was haar antwoord steevast: ‘Ik ben een Nederlander.’ Tegenwoordig is dat veranderd.

Deze discriminatie wordt door Nederlanders vaak afgedaan met ‘het is toch maar een grapje’. Maar juist dat is het probleem. Tsao: ‘Omdat alles in Nederland onder het mom van een grapje valt, denk ik dat mensen niet inzien dat het daadwerkelijk heel veel pijn kan doen en een bepaalde stigmatisering en bagatellisering over een hele groep gooit.’

Tijd voor de Chinese gemeenschap om een vuist te maken tegen alledaags racisme, volgens Tsao en Ng. Te beginnen met de discriminerende uitingen rondom het coronavirus. In Frankrijk werd door Chinezen al snel een online vuist gemaakt tegen de xenofobe discriminatie door middel van de hashtag #JeNeSuisPasUnVirus (#IkBenGeenVirus), zo meldt Joop
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.