Ik ben en alleenstaande moeder van twee en mijn eigen moeder woont bij ons. In maart heb ik mijn toen nog ongeboren dochtertje opgegeven bij het kinderdagverblijf; aangezien mijn situatie heb ik van tevoren met de belastingdienst gebeld om te informeren of ik recht op kinderopvangtoeslag had. Het antwoord was bevestigend.
Nu het zover is dat mijn dochter naar de crèche zou moeten gaan, blijkt het ineens dat ik geen recht op kinderopvangtoeslag heb. De reden: mijn inwonende moeder wordt als niet-werkende toeslagpartner gezien. Mijn moeder is 71, gepensioneerd, en door haar leeftijd niet in staat om op een baby te passen, laat staan om te gaan werken. Ze is bovendien hartpatiënt en dus zelf zorgbehoeftige.
Omdat ik geen tegemoetkoming voor de hoge kosten van de kinderopvang krijg, heb ik de plaatsing van mijn dochtertje moeten annuleren (met als gevolg hoge annuleringskosten). Als ik niet in staat ben om de opvang van mijn dochtertje te regelen, ben ik feitelijk ook niet in staat om te gaan werken.
Volgens het belastingkantoor wordt er bij het toekennen van toeslagen geen uitzondering gemaakt: ouderen, zieken en gehandicapten worden als niet werkende toeslagpartners gezien en iemand als ik, die feitelijk mantelzorger is, verliest daarom het recht op tal van toeslagen inclusief de kinderopvangtoeslag. Ook zou het niet mogelijk zijn om mijn moeder niet meer als toeslagpartner aan te wijzen, tenzij ze ergens anders gaat wonen. Ik kreeg daarom het advies om een verzoekschrift in te dienen.
Weet iemand raad met deze lastige situatie?
Bij voorbaat dank, Francesca