Een onderneming doet aan een klant een onvoorwaardelijke schriftelijke toezegging. Een gangbaar en noodzakelijk vooronderzoek wordt niet gedaan. Op dat moment is er dus tussen onderneming en klant een overeenkomst tot betaling ontstaan. Het zal door niemand betwist worden dat de onderneming verplicht haar toezegging gestand te doen. De vraag is nu, kan de onderneming terugkomen op haar toezegging, met als argument dat als ze het noodzakelijke vooronderzoek wel zou hebben gedaan, ze haar toezegging niet gedaan zou hebben.