Van sommige artifacten kun je maar beter afblijven. Toch leveren films waarin mensen dat niet lukt vaak veel spektakel en avontuur op.
Wat doe je als je de bijbelse Ark des Verbonds vindt? Dat is de fraai versierde kist waarin ooit de stenen tafelen met de tien geboden werden bewaard, een extreem heilig relikwie en een van de meest mythische voorwerpen uit gans het christendom. Het is de hutkoffer van God, zogezegd. Maak je die open om te zien wat er nog in zit of blijf je eraf? Wat doe je als een enge man een gek houten doosje met een heel grote knop erop bij je achterlaat en je vertelt dat áls je op die knop drukt ergens ter wereld een jouw volstrekt onbekende sterft én jij een koffer met een miljoen dollar krijgt. Drukken of afblijven? Raiders of the Lost Ark – in 1981 geregisseerd door Steven Spielberg en geschreven door Lawrence Kasdan (The Big Chill) – en The Box – in 2009 geregisseerd door Richard Kelly (Donnie Darko) – zouden een stuk saaiere films zijn geweest als de hoofdpersonen het hadden kunnen opbrengen om met hun vingers van genoemde kistjes af te blijven.
En gek genoeg ook een stuk minder realistisch, want ook in werkelijkheid zouden velen van ons zich niet kunnen beheersen. Dat is heel natuurlijk en begint al op vroege leeftijd. Je kind op het hart drukken ‘dat is voor afblijven!’ garandeert vrijwel dat zij of hij het voorwerp in kwestie juist zal bepotelen, vroeg of laat. De kwetsbare kristallen vaas, de aansteker, de ammoniak; je kunt er slechts in berusten dat het krengetje niet zal rusten tot het artikel uitgebreid door de kleine tengels is onderzocht. Wat voor kinderen geldt, geldt evenzeer voor volwassenen: als het een evident slecht idee is om interactie met een Verboden Voorwerp aan te gaan, wordt het ineens heel erg aantrekkelijk het toch te doen, ondanks en zelfs dankzij de kans op hoogst onaangename gevolgen. Een verbod om iets te doen, wordt door menselijke nieuwgierigheid en onze onnatuurlijke maar onweerstaanbare neiging tot zelfdestructie praktisch een gebod.
Dat weten verhalenvertellers ook en het zal geen toeval zijn dat de oudste verhalen talloze Verboden Voorwerpen bevatten, waarvan Eva’s appel en Pandora’s doos de bekendste zijn. Die laatste was trouwens eigenlijk een urn – waarschijnlijk een vertaalfoutje van onze eigen Erasmus, wiens Oudgrieks een beetje rammelde – en bevatte alle leed, rampen en ziektes die de mensheid tot de dag van vandaag geselen. In de bekendste versie van het verhaal opent Pandora de urn of doos ondanks aanwijzingen dat dit een heel slecht idee is. Als ze het ding snel weer sluit, is het te laat en is het kwaad geschied. Min of meer hetzelfde gebeurt in de climax van Raiders of the Lost Ark, een klassieke avonturenfilm van Spielberg en George ‘Star Wars’ Lucas, die een hommage is aan de ouderwetse goedkope ‘serials’ die in de eerste helft van de vorige eeuw wekelijks in filmtheaters speelden, maar dan met een onnoemelijk hoger budget. Harrison Ford speelt de Amerikaanse archeoloog Indiana Jones, die verzeild raakt in een wedloop met zijn met de nazi’s heulende Franse collega Belloq om de Ark te vinden, een kist waarin ook de nazi’s zeer geïnteresseerd zijn (‘Een leger dat de Ark voor zich uit draagt, is onoverwinnelijk!’). Raiders is in ruime mate seksistisch, racistisch, kolonialistisch en niettemin fantastisch; in de eerste twaalf minuten van de film, waarin Indy Jones wordt geïntroduceerd terwijl hij een ander Verboden Voorwerp – een gouden beeldje van een vruchtbaarheidsgodin – uit een met valstrikken volgepropte oeroude tempel steelt, gebeurt meer dan in menige andere volledige film. Eigenlijk vormt die openingsscène een film op zichzelf en ook na bijna veertig jaar spat Spielberg’s schijnbaar achteloze vakmanschap van het scherm en spuit de adrenaline door je aderen. Bijna twee uur later als Indy en Belloq, samen met Indy’s vriendin en een assortiment filmnazi’s, het ritueel openen van deze kist van God bijwonen, wordt dankzij een extravagante explosie van Gods toorn duidelijk wat de uitdrukking ‘dat is voor afblijven!’ werkelijk inhoudt. Tegen die tijd is Indy, wiens scepsis over bovennatuurlijke zaken gedurende de film flink is afgenomen, zo verstandig om het braafste jongetje in de klas te zijn. Sommige dingen kun je inderdaad beter nalaten.
The Box
Het echtpaar in de bizarre film The Box is uit ander hout gesneden. Hoewel het scenario, door regisseur Kelly geschreven en gebaseerd op een kort verhaal van de Amerikaanse televisieschrijver Richard Matheson (The Twilight Zone) een beetje een warrige puinhoop is, is de premisse van The Box zeer elegant. Het doosje met de knop is in zekere zin nog raadselachtiger dan de Ark want de werking en herkomst ervan zijn in raadselen gehuld. Het zou iets met de CIA of het Mars-programma van de NASA te maken kunne hebben; in elk geval is de extreem onrustbarend verminkte man die het doosje bij het echtpaar Norma (Cameron Diaz) en Arthur (James Marsden, tegenwoordig bekender door zijn rol in Westworld) komt afleveren, duidelijk heel serieus over de werking van het kastje. Je weet: als je die knop indrukt, zal er hoe dan ook iemand sterven, hoe dat ook kan. Ook aan de koffer met het miljoen twijfel je geen seconde. Arthur is de moreel hoogstaande in dit verhaal, maar Norma schaart zich in de rijen van Eva en Pandora en besluit precies te doen waar we allemaal aan zouden denken: ze geeft een impulsieve hengst op de knop en de consequenties, dat zien we later wel. En inderdaad: de consequenties mogen er wezen; dit kistje is een verschrikking en net zo machtig als die van Pandora en God en een zeer krachtig symbool van onze onbedwingbare neiging het verbodene en onverstandige te doen. Het achter elkaar bekijken van beide kist-films is in elk geval een enerverende cinematografische besteding van de zaterdagavond. De kans dat je er verstandiger van gaat handelen, lijkt gering; zowel in Raiders of the Lost Ark als The Box wisten de mensen eigenlijk ook wel beter. En deden het vervolgens toch.