Terwijl IS de aandacht opeiste, groeide Al Qaida
• 03-08-2017
• leestijd 3 minuten
In verbazingwekkend korte tijd wist de jihadistische terreurbeweging Islamitische Staat in 2014 grond te veroveren in Irak en Syrië. Maar zo snel als de beweging opkwam, zo snel wordt ze nu de kop ingedrukt. De internationale schijnwerper is drie jaar op IS gericht. En in de schaduw groeide een nieuwe vijand.
Islamitische Staat ontstond in 2004 onder een andere naam. De organisatie was gelieerd aan de Iraakse tak van Al Qaida. Tien jaar later rukte de groep snel op door grote delen van Irak en het door een burgeroorlog verscheurde Syrië te veroveren. Leider Abu Bakr Al-Baghdadi riep een kalifaat uit in bezet gebied, en verklaarde zichzelf kalief.
Verdrijving
In Syrië en Irak vermoordde IS tussen 2014 en 2016 een onbekend aantal burgers en tegenstanders. In het buitenland pleegde IS een groot aantal aanslagen, waaronder in Turkije, Egypte, Libië en op de
Charlie Hebdo
-redactie in Parijs.
IS inspireerde daarnaast vele moslims in het buitenland om aanslagen te plegen. In Nice, Kopenhagen en Brussel doodden IS-aanhangers bloedige aanslagen. De Amerikaanse omroep CNN
telde
begin dit jaar een totaal van 140 terroristische aanslagen door Islamitische Staat, in 29 landen. Ruim 2000 mensen stierven daarbij, vele duizenden raakten gewond.
In juni zou Abu Bakr Al-Baghdadi zijn gedood tijdens een Russische bomaanval. Zijn dood werd na dat bericht bevestigd door het Syrische Observatorium van de Mensenrechten. IS verloor de macht over bolwerken Mosul en Raqqa. De nog levende strijders verliezen gestaag grondgebied. IS wordt verdreven.
De achterdeur naar Turkije
In Syrië vechten naast IS, de regeringstroepen van Assad en de westerse coalitie (waar ook Nederland deel van uitmaakt), talloze andere organisaties en splintergroepen. Zo vecht in de noordelijke provincie Idlib het Free Idlib Army. Deze club is door de Amerikanen gefinancierd en voorzien van wapens, en probeert de macht in te dammen van terreurgroepen, waaronder Al Qaida.
‘Sinds vorige maand probeert Al-Qaida de hele provincie Idlib onder controle te krijgen en schuwt daarbij geen enkel middel,’
schrijft
dagblad
Trouw
vandaag. ‘De verschillende jihadistenbewegingen in Syrië waren lange tijd bevriend, maar nu zijn het openlijke vijanden geworden. Al-Qaida heeft in rap tempo bijna alle grote steden in Idlib veroverd, waaronder de gelijknamige provinciehoofdstad.’
Idlib ligt aan de Turkse grens, en is daarmee een strategisch belangrijk punt in Syrië.
Het probleem
Al Qaida vormt een ‘enorm probleem’, al enige tijd. Dat zei Brett McGurk vorige week tijdens een conferentie. De urgentie spat van zijn waarschuwing af. McGurk is een Amerikaanse gezant in de strijd tegen IS. Zijn bezorgdheid om Idlib, waar de Amerikanen de strijd overlaten aan lokale strijdkrachten, was echter zo groot dat hij deze concurrent van IS wel moest benoemen.
De Amerikanen hebben zich lang gehouden van directe aanvallen op de regio. Poetin en Assad bombardeerden echter wel. De Amerikanen deden deze aanval op de ‘gematigde oppositie’ van de Syrische president Assad af als propaganda, en concentreerden zich op IS-regio’s.
Die strategie trekt McGurk nu sterk in twijfel, al wijst hij in zijn waarschuwing naar coalitiepartners, en niet naar het Amerikaanse leger. “De keuze van een aantal van onze partners om tienduizenden tonnen wapens te sturen, en weg te kijken terwijl buitenlandse strijders Syrië binnenvielen, is misschien niet de beste keuze geweest.”
* de strijder op de foto behoort niet tot Al Qaida, maar tot het Free Syria Army, de groepering waar Free Idlib Army een afgeleide van is.