Zowel de jongens als de meisjes hingen over de banken, lagen op de grond, of waren een potje aan het worstelen op het podium. Het klaslokaal dat mij was toegewezen was de zogenaamde “multi purpose room.” Er hingen basketball hoops, er stonden ook tafels en er was een podium. In het Nederlands zouden deze jongens eloquent “tuig van de richel” worden genoemd. Dit is een zogenaamde “Alternative High School” waar jongeren worden geplaatst die elders medestudenten en leraren bedreigen.
Ik was de zeilleraar en moest dit “tuig” de beginselen van het zeilen en de regels bijbrengen van de club waar de lessen zouden worden gegeven. Dit was slechts de helft van de klas, de andere helft lag in het ziekenhuis, had een “court date” of waren er gewoon niet. Eén jongen was zwaar autistisch, die sprak geen woord (totdat later zijn boot kapseisde, toen hield’ie niet meer op.)
De kids waren duidelijk niet geïnteresseerd in wat ik had te zeggen. Daar zat ik dan, achter een klein tafeltje met mijn lichtblauwe “sailing instructor” shirt en mijn doos vol met touw. Ik besloot ze allemaal te negeren en mijn verhaal te doen. Ik vertelde over de zwemvesten, veilige schoenen, regenkleding, windrichtingen en weerspatronen, hoe een boot op te tuigen, etc. Aan het einde van de klas leerde ik ze de basisknopen: achtknoop, platte knoop, paalsteek.
Opeens stond de docent, of bewaker, het is maar hoe je hem wilt noemen, weer in het lokaal. Goed gedaan, complimenteerde hij de studenten. En omdat jullie je zo goed hebben gedragen heb ik pizza besteld. Al het tuig begon opeens te juichen. Hij keek me smalend aan. Je hebt ze twee uur beziggehouden, zonder problemen. Ik trok mijn schouders op. Ik heb gewoon mijn verhaal gedaan, verklaarde ik. Hij schudde zijn hoofd langzaam. Nee jongen, zei hij, “you
outgangstered
them.” Ik was een “badass,” ze waren bang voor me anders waren ze allang weggelopen. Ik vond het wel een mooi compliment, ook al deed ik gewoon wat ik vond dat ik moest doen.
Even voor de duidelijkheid, als het om “macho” gaat sta ik zo’n beetje onderaan de ladder. Ik ben huisvader, dus heb in ogen van “witte mannen” geen echte baan. Bovendien ben ik dienstweigeraar, volgens de “witte mannen” is dat uitschot, een “onaanraakbare.” Ik verhoud mijzelf altijd tot de acteurs in de 16e eeuw die een speciale onderklasse vormden en niet in de kerk begraven mochten worden.
De campagne van Donald Trump wordt met name gesteund door “witte mannen.” Ik zet dat begrip bewust tussen aanhalingstekens omdat het volgens mij niet echt een definieerde onderzoeksgroep is, maar je weet precies wie ik daarmee bedoel. Hij wil de getapte, stoere leider zijn van die “witte mannen.” Daarom is hij racistisch en zegt hij over vrouwen wat “witte mannen” ook zeggen, onder mekaar, in de geborgenheid van de kroeg. En daarom liegt hij als hij respectvol probeert te zijn jegens vrouwen en minderheden, net zoals de “witte mannen” doen. Je moet hem nageven dat hij tijdens de debatten in de primaries die rol buitengewoon goed speelde; iedereen afbekken en zelf het laatste woord hebben. Daarom is hij nu de kandidaat.
Donald Trump is eigenlijk ook “tuig van de richel”. Hij duwt wellicht niemand van zijn fiets, maar laat wel kleine ondernemers in de kou staan door ze niet te betalen en ze dan te “adviseren” hem aan te klagen tegen een veelvoud van het gewraakte bedrag. Hij praat net zo over vrouwen als het “tuig” doet, en denkt net zo over buitenlanders als het “tuig” doet.
Trump gaat als “biggest loser ever” de geschiedenis in en met hem hopelijk ook dat laatste bastion van de “witte mannen”. Trump vertegenwoordigt de laatste lichting 50-ers en na acht jaar Hillary zal de wereld er heel anders uitzien met hopelijk minder tuig, en meer huisvaders.