Thuiswerken zit er nog niet echt in
05-03-2009
• leestijd 2 minuten
Werknemers willen het liefst thuiswerken of zelf hun werktijd indelen om hun baan met de zorg voor het gezin te kunnen combineren. Maar in de praktijk blijkt dit er nauwelijks in te zitten.
Dat blijkt uit een onderzoek van Intomart in opdracht van minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin, dat donderdag naar buiten kwam. Twee derde van de werknemers kan helemaal niet thuiswerken omdat hun baan dit niet toelaat. Als thuiswerken wel kan, mag dat in een kwart van de gevallen niet van de baas. Zelf de werktijd bepalen, zit er veel vaker in.
De onderzoekers noemen het opvallend dat werknemers voor beter combineren van werk en gezin niet in de eerste plaats denken aan zaken als een betere kinderopvang, flexibel ouderschapsverlof en ruimere school- en crêchetijden.
Uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er al veel regelingen zijn die werken en zorgen voor het gezin beter mogelijk moeten maken, maar dat de bedrijfscultuur dit nog vaak in de weg staat. Werknemers die hun gezicht minder vaak op kantoor of in de fabriek laten zien, gelden nog steeds als minder ambitieus.
Toch zijn werkgevers ervan overtuigd dat gezinsvriendelijk beleid hun geen windeieren legt. De kosten die bijvoorbeeld langere productietijden en investeringen in ICT met zich meebrengen, wegen niet op tegen de opbrengsten. Die bestaan uit een hogere productiviteit, minder personeelsverloop en lager ziekteverzuim.
Minister Rouvoet denkt dat er nog een cultuuromslag moet plaatsvinden om werk en privé beter op elkaar af te kunnen stemmen. De overheid kan meer vormen van kinderopvang mogelijk maken en bezigheden voor de kinderen op school. Ook moeten verlofregelingen beter op de wensen van de werknemer worden afgestemd.
Bron: ANP