RIVM: Controle op dierziekten moet fors beter

De controle op dierziekten moet worden uitgebreid zodat ziekten die gevaarlijk zijn voor mensen, sneller kunnen worden opgespoord. Daarvoor pleit het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in een rapport dat woensdag is aangeboden aan de ministers Gerda Verburg (Landbouw) en Ab Klink (Volksgezondheid).

Tot nu toe zijn er signaleringssystemen voor bepaalde, bekende ziekten bij landbouwdieren zoals koeien, geiten, schapen en kippen. Maar dit systeem voldoet niet, zegt directeur Roel Coutinho van het RIVM. Dat bleek onder meer toen enkele jaren geleden plotseling de relatief onbekende Q-koorts in Nederland opdook.

Coutinho wil dat er voortaan ook alarm wordt geslagen bij onverwachte verschijnselen die zich op grote schaal bij dieren voordoen en die gevaarlijk lijken te zijn voor mensen. Dat moet volgens hem dan niet alleen bij landbouwdieren gebeuren, maar ook bij exotische dieren zoals slangen, hagedissen en dergelijke, gezelschapsdieren zoals katten en honden, wilde beesten en paarden. Zo'n systeem hoeft volgens hem niet heel veel te kosten. Ook zou het geen jaren moeten duren voordat het zo ver is. Als eerste stap zou bijvoorbeeld een meldpunt kunnen worden ingesteld waar dieren- en veeartsen vreemde verschijnselen die ze bij dieren aantreffen, kunnen melden. De deskundigen kunnen de meldingen onderzoeken en zo nodig alarm slaan. Coutinho verwacht dat er veel draagvlak is voor de verbeterde alarmeringssystemen. ,,Ook in de landbouwwereld heeft men de afgelopen jaren ervaren hoe ernstig de gevolgen van dierziekten voor mensen kunnen zijn.'' GGD Nederland mist concrete maatregelen in het rapport van het RIVM. De organisatie onderschrijft dat er iets moet gebeuren om mensen te beschermen tegen dierziektes, maar vindt het jammer dat Nederland zo laat in actie komt. Directeur Laurent de Vries liet woensdag in een reactie weten dat naar zijn mening veel meer informatie over ziektes moet worden gedeeld met huisartsen en GGD'en. Ook moeten bijvoorbeeld boeren en dieren- en huisartsen onderling veel meer samenwerken. Dat dient ook tussen verschillende regio's te gebeuren. De GGD heeft alvast een voorschot genomen. De organisatie werkt bijvoorbeeld al samen met de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Bron: ANP