Musea vrezen sluiting door bezuinigingen
10-01-2012
• leestijd 2 minuten
Liefst 17 musea verwachten dat ze door de bezuinigingen in de komende jaren de deuren moeten sluiten. Dat blijkt maandag uit een enquête van de Nederlandse Museumvereniging onder haar leden. Namen van musea zijn niet bekendgemaakt.
Enquête
Van de 445 benaderde musea hebben 221 instellingen de enquête ingevuld. De Museumvereniging wilde weten wat de gevolgen zijn van eventuele bezuinigingen. De belangenclub is geschokt dat 17 musea zeggen een sluiting te vrezen. ,,Indien dit werkelijkheid wordt, zou dat een grote klap zijn voor het Nederlandse museumlandschap.'' De gevolgen voor de collecties van deze musea zijn onduidelijk.
Bezuinigd
Bij 61 musea wordt bezuinigd op personeel. Vier musea zeggen dat ze door de bezuinigingen alleen nog met vrijwilligers kunnen gaan werken. Ook hebben 56 musea aangegeven te snijden in de activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van educatie. Musea gaan ook bezuinigen door minder tentoonstellingen te ontwikkelen en minder te besteden aan marketing. Acht instellingen noemen beperking van de openingstijden als bezuinigingsmaatregel.
Positief
De Museumvereniging was nog positief over 2011, met een stijging van het museumbezoek en meer verkochte Museumkaarten. Dit jaar heropenen een aantal musea, waaronder het Filmmuseum en het Stedelijk Museum in Amsterdam. Toch concludeert directeur Siebe Weide van de Museumvereniging dat de rek er uit is. Hij geeft de musea een 'winstwaarschuwing'.
Groei
De groei van het bezoek aan musea kan wel eens omslaan, stelt Weide. ,,Nog meer bezuinigingen betekent snijden in tentoonstellingen, educatie, personeel en zelfs in collectieonderhoud. Sluiting van musea is niet denkbeeldig.'' De directeur pleit ervoor dat de musea meer met elkaar samenwerken.
De Museumvereniging lanceerde afgelopen zomer op internet het Meldpunt Bezuinigingen naar aanleiding van kortingen van het kabinet en gemeenten op subsidies voor musea. Tientallen musea hebben via dit meldpunt inmiddels de noodklok geluid over hun voortbestaan.
ANP