Extra toezicht op NS en ProRail na botsing

De Nederlandse Spoorwegen en spoorbeheerder ProRail hebben er dinsdag van langs gekregen. Beide bedrijven staan onder verscherpt toezicht naar aanleiding van een onderzoek naar de treinbotsing op 21 april in Amsterdam.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt daarmee extra in de gaten of NS en ProRail ervoor zorgen dat de veiligheidsrisico's tijdens aangepaste dienstregelingen bij werkzaamheden aan het spoor zo klein mogelijk zijn. Volgens de inspectie hanteerden ze een risicovolle dienstregeling op de dag van het ongeval, waardoor één dode en zeker 190 gewonden vielen.

Ongeval

Door werkzaamheden moesten treinen in beide richtingen om en om over hetzelfde spoor rijden. Niemand merkte op dat een sprinter door een rood sein reed, waardoor deze trein uiteindelijk ter hoogte van het Westerpark frontaal op een intercity klapte. Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), die het ongeval onderzocht, heeft de NS niet goed aan de machinisten duidelijk gemaakt dat ze na een geel sein hun volledige aandacht op het volgende sein moesten richten. De dienstregeling op het traject was ook te krap gepland en in strijd met de normen daarvoor van ProRail.

Beperking tot minimumeisen
Ook heeft de NS niet genoeg gedaan om de treinen zo (bots)veilig mogelijk te maken. Het bedrijf heeft zich volgens de onderzoekers slechts tot de minimumeisen beperkt. De onderzoeksraad benadrukt dat de Inspectie Leefomgeving en Transport de NS niet heeft aangesproken op zijn wettelijke zorgplicht voor de veiligheid van treinen. ProRail geeft bovendien ,,weinig prioriteit aan het conflictvrij houden van de dienstregeling'', aldus de raad.

NS en ProRail hebben beterschap beloofd. Zo komt er een nieuw waarschuwingssysteem voor machinisten en een uitbreiding van het beveiligingssysteem dat treinen stilzet bij het passeren van een rood sein. Ook mogen treinen nooit meer zo dicht op elkaar rijden.

Het verscherpte toezicht op NS en ProRail is volgens de bedrijven de lichtst mogelijke sanctie. FNV Spoor noemt het echter een ,,extreme maatregel die zijn weerga niet kent''.

De registratie van slachtoffers direct na de treinbotsing schoot ook te kort. De spreiding van de vele gewonden over opvangplaatsen verliep geïmproviseerd en ongestructureerd, concluderen de Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Vervolging?

Het Openbaar Ministerie in Amsterdam bestudeert de resultaten van de onderzoeksraad. Aan de hand daarvan beslist het of de betrokken partijen wel of niet worden vervolgd.

ANP