Donner waarschuwt voor hogere werkloosheid
11-02-2009
• leestijd 2 minuten
Minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) waarschuwt dat de werkloosheid harder gaat oplopen dan eerder is voorspeld. De bewindsman zei dinsdag in de Tweede Kamer dat we ons ,,moeten voorbereiden op nog grotere schattingen van nog grotere aantallen werklozen'' in de ramingen die het Centraal Planbureau (CPB) volgende week over de economie bekendmaakt.
Het CPB voorspelde eind vorig jaar nog dat de werkloosheid stijgt naar 6,5 procent in 2010. Volgens de laatste meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek waren in de periode oktober tot en met december vorig jaar gemiddeld 285.000 mensen, ofwel 3,7 procent van de beroepsbevolking, werkloos.
Een Kamermeerderheid van zowel regeringspartijen CDA en PvdA als oppositiepartijen SP, GroenLinks en D66 vroeg Donner duidelijkheid te geven over nieuwe maatregelen om mensen zoveel mogelijk van werk naar werk te bemiddelen. Maar de minister stelde dat hij nog in overleg is met werkgeversorganisaties en vakbonden.
Donner hoopt voor 1 maart afspraken te hebben gemaakt met sociale partners over een vervolg op de werktijdverkorting, waarbij bedrijven met WW-uitkeringen hun personeel tijdelijk minder kunnen laten werken. Deze regeling is volgens de minister alleen bedoeld om de eerste schokgolf van de kredietcrisis op te vangen. Nu wordt bekeken of bijvoorbeeld deeltijd-WW een oplossing voor de langere termijn kan zijn.
De minister wilde nog niet vooruitlopen op de vraag van de PvdA of er niet een nieuw sociaal akkoord gesloten moet worden met sociale partners in strijd tegen de werkloosheid. Volgens de bewindsman zal vanzelf blijken of een akkoord nodig is. Hij wees erop dat afspraken over loonmatiging vooral een zaak van werkgevers en vakbonden zelf is.
Bovendien wil hij ervoor waken dat loonmatiging wordt ingezet bij een akkoord als ruilmiddel om pijnlijke maatregelen door de overheid tegen te houden. Het kabinet wil nu geen enkele maatregel uitsluiten, bijvoorbeeld ook niet een verhoging van de AOW-leeftijd.
Bron: ANP