'De ene opvoeder is de andere niet'
11-06-2009
• leestijd 2 minuten
Allochtone jongeren zouden met hun problemen vaker geholpen moeten worden door hulpverleners die begrip en kennis hebben van hun culturele achtergrond. Dat stelt Trees Pels, hoogleraar Opvoeden in de multi-etnische stad. ,,Het is belangrijk dat jongeren niet alleen binding hebben met hun eigen gezin, maar ook met hun school en de buurt waarin zij leven.''
Pels zegt dat er zijn verschillen in de manier waarop westerse en niet-westerse ouders hun kinderen opvoeden. ,,Nederlandse ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen hun ego ontplooien.'' Volgens Pels leren ouders in Nederland hun kinderen dat ze voor zichzelf moeten opkomen en zich moeten losmaken van de ouder. ,,In niet-westerse landen maken jongeren deel uit van een collectief en is er vergaand respect voor ouders en andere familieleden'', legt Pels uit.
Met dit verschil in het achterhoofd kan het al snel misgaan als er bijvoorbeeld een Turks meisje bij een Nederlandse opvoedingsondersteuner komt. ,,Zo'n meisje zal in een gesprek terughoudend zijn, haar ouders aan het woord laten en wellicht naar de grond kijken'', vertelt Pels. ,,Als de Nederlandse hulverlener dan alleen maar hamert op de assertiviteit van dit meisje zie je zo'n gezin nooit meer terug in het hulpverlenerscircuit'', zegt Pels.
Volgens de onderzoekster moeten voorzieningen in Nederland rekening houden met de achtergrond van mensen. ,,De ene opvoeder is de andere niet. Alleen als je weet waar mensen vandaan komen, kun je ze ook daadwerkelijk helpen.'' Volgens Pels is er veel wantrouwen vanuit allochtonen over alle voorzieningen in ons land. ,,Veel problemen worden vanuit een wit gezichtspunt bekeken. En dan hebben we het nog niet eens over de taalbarrière.''
De nieuwe hoogleraar vindt dat alle opvoeders in de omgeving van de jongeren moeten samenwerken. ,,Ouders, school, de moskee en het buurtwerk moeten samenwerken en een pedagogisch netwerk vormen.'' In de grote steden zijn er veel problemen met bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren. Pels zegt dat de beschuldigende vinger dan al snel alleen naar de ouders wordt uitgestoken en dat mensen vergeten dat ook andere factoren een rol spelen. ,,Deze jongens hebben vaak slechte vooruitzichten en iedereen keert zich van hun af.''
Volgens Pels is het belangrijk weer in gesprek te raken met deze jongens. ,,We moeten ze benaderen als mens en niet als het jongetje dat iets verkeerd doet. De onderzoekster zegt dat wij ons vaak geen raad weten met een multi-etnische samenleving uit angst voor het onbekende. ,,Als we weer in gesprek gaan met deze jongeren en hen weer verbinden met alle voorzieningen krijgen we weer een positieve dynamiek'', aldus Pels.
Bron: ANP