Basiskennis pabostudenten stukken beter

De meeste directies van de pabo's (lerarenopleidingen) vinden dat de vakkennis van hun afgestudeerde studenten de afgelopen drie jaar flink is verbeterd. Dat blijkt uit een onderzoek van de onderwijsinspectie dat maandag werd bekendgemaakt. Ook ruim driekwart van de afgestudeerde pabostudenten vindt dat ze goed zijn voorbereid op de vakken rekenen en taal.

In het verleden was er veel kritiek op de vakkennis van jonge juffen en meesters van de basisschool, die onder de maat zou zijn. Wel stelt de inspecteur-generaal van het Onderwijs, Monique Vogelzang, dat de begeleiding van jonge afgestudeerde leerkrachten beter kan als ze eenmaal voor de klas staan. ,,Veel pabo’s leggen voldoende basis voor het leraarsvak, maar de opleidingen zouden allemaal meer werk kunnen maken van het volgen van afgestudeerde studenten. Daarmee krijgen ze niet alleen inzicht in kwaliteitsaspecten van de eigen opleiding, maar ook in de scholingsbehoeften van beginnende leraren en gevorderde leraren.''

Kans
Vogelzang vindt dat beginnende leraren de kans moeten krijgen om door te groeien ,,van startbekwaam naar vakbekwaam''. Volgens haar is een goede opleiding dan ook zeker geen eindpunt.

Maar een derde van de afgestudeerden vindt dat de pabo hen niet de kans bood om alles te leren wat nodig is voor de praktijk. Het gaat dan vooral om vaardigheden om de les goed af te stemmen op individuele leerlingen die een achterstand hebben of juist een voorsprong.

De inspectie wilde onderzoeken of afgestudeerde leerkrachten zich voldoende voorbereid voelen op het docentschap. In totaal werden 471 afgestudeerden en 182 schoolleiders bevraagd. ANP