Aantal bril- en lenzendragers stabiel
27-07-2009
• leestijd 2 minuten
Sinds 2001 is het aantal bril- en lenzendragers in Nederland nagenoeg gelijk gebleven. Vorig jaar hadden zes op de tien Nederlanders van vier jaar en ouder een bril of contactlenzen. Dat is vrijwel evenveel als zeven jaar eerder, zo blijkt maandag uit cijfers van het CBS.
Het aantal mensen dat een medisch hulpmiddel nodig heeft bij het bewegen of horen nam tussen 2001 en 2005 nog wel toe. Daarna stabiliseerde dit. In 2008 had 5 procent een stok, looprek of rolstoel nodig om zich voort te bewegen. Verder had 3 procent van de Nederlanders een hoorapparaat of een speciaal apparaat om geluid te versterken.
Vooral ouderen gebruiken medische hulpmiddelen. Zo hadden nagenoeg alle 65-plussers vorig jaar een bril. Van de 530.000 mensen die in 2008 een hulpmiddel nodig hadden bij het bewegen was driekwart 65 jaar of ouder. Oudere vrouwen hebben twee keer zo vaak een stok, kruk, looprek of rollator nodig om mobiel te blijven. Verder beschikte 7 procent van de vrouwen over een rolstoel of scootmobiel. Ouderen mannen hebben juist vaker een gehoorapparaat of een apparaat voor geluidsversterking. Bijna 20 procent van hen heeft een dergelijk hulpmiddel, tegenover 16 procent van de oudere vrouwen.
Het bezit van hulpmiddelen voor het bewegen hangt ook samen met opleiding en inkomen. Hoe lager de opleiding of inkomen, hoe meer mensen een hulpmiddel bij het bewegen hebben, aldus het CBS. Mensen met een inkomen uit de laagste inkomensklasse hadden drie keer zo vaak zo'n hulpmiddel als mensen met een inkomen uit de hoogste klasse.
Bron: ANP