Ik ga nog maar even verder met het thema altruïsme, want het is een onuitputtelijke bron voor reflectie in moeilijke tijden. In crisis willen we graag geloven in een samenleving waarin mensen samenwerken. Maar hoe dan we dat?
Onderzoekers deden een fMRI hersenscan bij mensen terwijl ze bedreigd werden. Zoals te verwachten viel werden de zenuwcellen in de insula anterior , het p utamen en de supramarginale gyrus van de hersenen actief. Op de fMRIscan was dat niet te zien als vijanden van deze mensen werden bedreigd. Dat ligt in de lijn der verwachtingen. Wat zou je je druk maken? Maar als vrienden bedreigd werden dan was er dezelfde reactie in die gebieden. Wij maken in de hersenen geen onderscheid tussen bedreiging van onszelf of van vrienden. ‘I am you, and you are me, and we are all together’. Ik citeer maar even de Beatles.
Het past allemaal in de toenemende belangstelling voor altruïsme en empathie. Steeds meer onderzoek licht een tipje van de sluier op: we zijn helemaal geen individuen, maar groepsdieren. En die groep is – zo blijkt – ongeveer 150 man/vrouw groot. Binnen die groep zijn de zenuwstelsels ‘met elkaar verbonden’, niet via draadjes zoals binnen het lichaam, maar via stemmingen, hormonale reacties. En door roddel, kopieergedrag, peer pressure, roddel, dreigen met isolatie blijven we binnen de ‘150 van Dunbar’ (genaamd naar de onderzoeker die ons geholpen heeft dit te begrijpen door zijn onderzoek naar groepsgedrag).
Dat komt allemaal omdat we ik van wij in de groep niet kunnen onderscheiden. Er zitten natuurlijk restricties aan. Het is niet bedoelingen dat er grote verschillen ontstaan binnen de groep. Een van de groepsmechanismen is dus te zorgen dat de we alles een beetje eerlijk verdelen.
De vraag van 2013 is overigens niet of we altruïstisch zijn binnen onze 150, maar of mensen ook in staat zijn om wij=ik gevoel te ontwikkelen in Syrië of Oost Congo.