Volstrekt overbodige maar vermakelijke bijdrage aan de aloude discussie, met een prachtig nostalgisch randje
“Achteraf gezien waren The Rolling Stones toch vernieuwender dan The Beatles”, zei mijn vader ooit, tot mijn stomme verbazing, want ik had ‘m nooit op enige sympathie voor die groep kunnen betrappen. Sowieso vond hij popmuziek maar puberaal: “Want als je ziet wat voor rotzooi er tegenwoordig allemaal uitkomt, dan moet je de Stones nageven dat ze hun tijd ver vooruit waren.” Zo kende ik hem weer, mijn vader.
We hadden vaker van dat soort gesprekken. Die verliepen vaak stroef, omdat voor hem het gemis van een muzikale bondgenoot erg pijnlijk was. Vermoedelijk reet het oude wonden open. Mijn vader was gehandicapt. “Ik ben een voetballer in mijn hart en in mijn nieren, maar niet in mijn botten en mijn spieren’, schreef hij ooit. Als kind was hij vrolijk en zich nauwelijks bewust van zijn handicap, maar zijn puberteit bracht het besef dat hij anders was. En weinig zaken confronteerden hem daar meer mee dan de seksuele revolutie en de nieuwe vrijheden waar je niks mee kon als je het lichaam niet had.
Beatlemania Uit zijn dagboeknotities van eind 1963 blijkt hoe zeer de moord op Kennedy hem raakte. Maar anders dan voor veel Amerikaanse tieners bood Beatlemania mijn vader geen enkele troost. Sterker nog, hij ervoer de jaren ’60 als een frontale aanval op zijn wereld. Hoewel hij sommige popliedjes wel kon waarderen (hij was ook een beetje verliefd op Diana Ross) vond hij die massahysterie, het gegil en gekrijs van popfans sektarisch en zelfs fascistoïde. Zijn generatiegenoten betichtte hij in de colums die hij voor het Nieuwsblad van het Noorden schreef als ‘moreel absolutistisch’ en daarin net zo autoritair als het establishment waar ze zich tegen verzetten, “bijvoorbeeld als je zegt dat je Jimi Hendrix lelijk vindt”.
Toch weerhield het hem er niet van om jaren later, toen mijn broer voor Sinterklaas “iets van Michael Jackson, of de Beatles” vroeg die wens te honoreren. Jackson vonden mijn ouders wat ‘te ruig’ dus werd het de Beatles. Maar amper drie maanden later begingen m’n ouders een kapitale blunder: voor mijn broer kochten ze The White Album, een van de hardste platen ooit. Helter Skelter met het duivelse gekrijs van Paul McCartney, waar Charles Manson van alles in hoorde, het vliegtuig van Back In The USSR waarmee we mijn moeder onder de tafel joegen, Lennon’s Yer Blues en Harrison’s intense While My Guitar Gently Weeps . Allemaal veel minder soft dan Michael Jackson, die voor ons dan ook weinig ‘street credibility’ had.
Ruiger Wat nog belangrijker was: de Beatles kwamen op ons ruiger over dan de Stones, of in ieder geval extremer. Ze maakten opruiende artistieke statements, zoals bijvoorbeeld Revolution 9 en Wild Honey Pie . De variatie in hun werk, de dynamiek, van mierzoet tot snoeihard, geeft het oeuvre van The Beatles iets manisch. Tot de dag van vandaag heb ik waardering voor groepen die het format tarten, die als het ware zelf hun eigen format verzinnen en de marketing-mensen dwingen het te slikken. Maar hoewel ik dol ben op de Stones zijn ze nogal eenduidig qua genre, echt een format-band.
Zo waren ze ook begonnen. Hun manager zette hen in de markt als de ‘anti-Beatles’. Dat lukte aanvankelijk niet overal even goed. In de VS slaan ze pas echt aan in 1969, wanneer ze zich storten in de op dat moment bloeiende festivalcultuur, waar de Beatles’ studioproducties zich niet goed voor leenden. Het blad Rolling Stone was niet genoemd naar Jagger cs, maar naar het bluesjargon voor zwerver. Op vrijwel elke pagina van dat tijdsschrift in de periode ’67 -’70 leggen recensenten nieuwe platen langs de Beatles-meetlat. De heerschappij van de Beatles was onbetwist. De Stones kwamen niet eens in de buurt. Eerder nog The Who.
That other great band Dat ze uiteindelijk zijn erkend als ‘that other great band from the sixties’ ligt vooral aan hun uithoudingsvermogen. Alle concurrenten gaven er de brui aan, of verloren hun hitstatus, terwijl de Stones tot diep in de 21e eeuw de Top 40 bleven halen. Maar in de jaren ’60 zelf waren ze, althans in de grootste entertainmentmarkt, de VS, slechts één van de bands. De aloude vraag – Beatles of Stones? – is wat dat betreft gemakkelijk te beantwoorden, helemaal als je je realiseert dat ze een van hun eerste hits, ‘I Wanne Be Your Man’, van Lennon & McCartney kregen.
I Wanna Be Your Man, Beatles-versie:
I Wanna Be Your Man, Stones-versie:
‘So far for the Stones bashing.’ Natuurlijk zijn ze gemiddeld veel ruiger, gevaarlijker en geiler dan de Beatles (uitzonderingen daargelaten). Hun albums draai ik vaker dan die van de Beatles, misschien wel juist omdat ze meer een format volgen. Mede door de klassieke opvoeding die mijn vader mij gaf vind ik de Beatles knapper, maar je kunt achteraf gezien onmogelijk stellen welk van beide groepen vooruitstrevender was. Allebei hebben ze een onmeetbare bijdrage geleverd aan de hedendaagse cultuur .