The day after the night before
• 10-06-2010
• leestijd 3 minuten
Gemengde gevoelens, de dag na de verkiezingen.
Bij de ingang vroeg iemand met een camera hoeveel zetels ik dacht: vijftien, zei ik. Ik had een weddenschap af moeten sluiten.
In De Rode Hoed was het feest, en je merkte de opluchting, en de enorme waardering voor Emile Roemer, die de partij uit het dal heeft weten te trekken, met maar zo weinig tijd te gaan. Want dit hoort bij de paradoxen: we kunnen niet ontkennen dat we bij de verliezers horen, want we gingen er tien zetels op achteruit vergeleken bij 2006. En toch overheerste de feestvreugde. Nu had ik er bij de vorige verkiezingen al gemengde gevoelens over, leuk om het een keer mee te maken, zo’n achterlijk grote winst van negen naar 25, maar het voelde niet solide, en daar heb ik gelijk in gekregen. Tegen mijn maten zei ik toen: de verdubbeling hebben we aan ons zelf te danken, maar die verdrievoudiging? Die extra stemmen hebben we omdat de andere partijen het slecht deden, die houden we niet vast. En dat blijkt nu ook: een deel van de stemmen die de vorige keer naar de SP gingen zit nu bij de PVV – en dat zijn geen bestendige stemmen, voor zover daar überhaupt nog sprake van is in ons politieke bestel dat meer en meer op een achtbaan gaat lijken. En of de PVV die stemmen wel vast gaat houden – daar geloof ik niet erg in, want ik zie ze er niet voor aan dat ze er veel van zullen bakken, maar we zullen zien.
Toen ik ja zei op het verzoek om voor de SP in de Eerste Kamer te gaan zitten stonden we op negen zetels. Dat was een verdubbeling vergeleken bij de stand daarvoor. En nu staan we op vijftien, en dat voelt verdiend, solide. Dat is de basis waar we mee verder kunnen. De opluchting was vooral omdat we mede door alle wisselingen in het leiderschap geen gezicht meer hadden, en in de peiling weer zowat terug waren bij zeven jaar geleden. Dat is niet gebeurd. En daar waren we gisteren blij mee, al is het ook duidelijk dat het voor de SP, voor het sociale alternatief, hard werken wordt.
En zo gold D66 als een winnaar, omdat ze van drie naar tien stegen, hoewel we allemaal weten dat ze nog niet zo lang geleden op twintig stonden in de peiling. En de PvdA die na door een diep dal gegaan te zijn een wisseling van Bos naar Cohen nodig had om er weer uit te komen. En het CDA dat niet zo verstandig zijn geweest om Balkenende met vakantie te sturen en daar nu zwaar voor betalen – het punt is dat eigenlijk niemand meer weet waar je aan toe bent – veranderingen zijn prima, de stem van de kiezer besluit nog steeds en zo hoort het, maar dit gezwalk maakt iedereen, inclusief de politici, alleen maar behoorlijk nerveus. Verdonk met nul zetels naar huis, laat ik niet beweren dat ik daar een traan om zal laten. Maar eens was ze met Wilders reuze popi, de opkomst van de neorechtse eigen volk eerst antimigranten politiek, en kijk: weg Verdonk. Wie wil onder zulke omstandigheden nog in de politiek? De peilingen zijn ook al niet wat ze geweest zijn, want wat betreft de voorspellingen over Wilders hebben alle clubjes inclusief De Hond er flink naast gezeten.
En nu. Jammer dat de PvdA net een zeteltje miste om het initiatief te kunnen nemen, maar ook dan – hoe moet dat in godsnaam? VVD, PvdA, D66, en GroenLinks? Wat gaat er dan nog overblijven van het sociale gezicht van de PvdA die de laatste tijd weer te zien was, en houdt Cohen de boel wel bij elkaar in samenwerking met de VVD die steeds meer Wilderiaanse antimigrantentaal uit begon te slaan? En GroenLinks? Wil Halsema echt zo graag mee regeren dat ze daar als minderheid in een coalitie met de VVD van Groenlinks naar Groenliberaal geduwd wil worden? Maar is er nog een ander alternatief?