Diverse Nederlandse media pakten gisteren groot uit met een bericht van de New York Times over nieuw Harvard-onderzoek waaruit blijkt dat zwarte mensen aanzienlijk harder worden aangepakt bij staandehoudingen, maar gemiddeld niet vaker dan witte mensen omkomen door politiekogels. In de berichtgeving werd het onderzoek zo gepresenteerd dat het lijkt alsof er eigenlijk geen sprake is van racisme bij het probleem van buitensporig politiegeweld. Het onderzoek wordt door sommigen aangegrepen om de argumenten van de zwarte burgerrechtenbeweging Black Lives Matter weg te wuiven en de vele voorbeelden van excessief politiegeweld naar zwarte burgers te bagatelliseren. De conclusies zijn (naast incompleet) echter helemaal niet mals; zwarte mensen worden vaker hardhandig aangepakt, geboeid, naar de grond gewerkt en met pepperspray bespoten.
Etnisch profileren De meest opzienbarende en veelgedeelde conclusie is dat zwarte mensen gemiddeld niet vaker dan witte mensen beschoten worden door politie na een staandehouding, maar het onderzoek laat een groot en belangrijk deel van de puzzel buiten beschouwing : etnisch profileren. Zwarte mensen worden namelijk veel vaker dan witte mensen staande gehouden door politie. Terwijl cijfers laten zien dat witte mensen die staande worden gehouden gemiddeld vaker iets op hun kerfstok hebben dan zwarte burgers. De kans voor een zwarte onschuldige burger om door de politie van de straat te worden geplukt, en ook nog eens hardhandig te worden behandeld, is dus vele malen hoger dan voor een wit persoon.
Representatief Het onderzoek beslaat bovendien slechts een beperkt deel van de politieafdelingen: tien politiedistricten in drie staten. De auteur twijfelt daarom zelf of de gegevens op nationaal niveau representatief zijn. Maar wat erger is, de onderzoekers gaan enkel uit van gegevens die de politieafdelingen vrijwillig deelden. Een paar districten, met inbegrip van New York City, weigerden bijvoorbeeld hun opnamegegevens te overhandigen. De data uit Houston is gebaseerd op politierapporten van incidenten waarbij dodelijk geweld – volgens de politie zelf – gerechtvaardigd was. Uit de video’s die we hebben gezien in de afgelopen paar jaar, blijkt echter dat er vaak een goede reden is om de politie niet op hun woord te geloven.
In het New York Times-artikel zelf staat dit:
"Deze resultaten gelden niet voor elke stad. De steden die Fryer onderzoekt beslaan slechts vier procent van de bevolking van het land, waar meer zwarte burgers dan gemiddeld wonen. Bovendien betekenen de resultaten niet dat het debat over racistisch politiegeweld misplaatst is. Dodelijk gebruik van geweld is uiterst zeldzaam. Er waren 1,6 miljoen arrestaties in Houston in de jaren die onderzocht zijn. Officieren vuurden hun wapens 507 keer. Wat veel vaker voorkomt zijn niet-dodelijke vormen van geweld. En in dit gebruik vond Fryer raciale verschillen, die in overeenstemming is met de publieke perceptie en andere studies."
Eerdere onderzoeken van de FBI , Washington Post , The Guardian en Fatal Encounters hebben de raciale ongelijkheid in aanhoudingen wel meegenomen en daaruit kan geconcludeerd worden dat er grote verschillen zijn bij dodelijk politiegeweld.
Agenten Dat er binnen de Amerikaanse politie wel degelijk problemen zijn met racisme blijkt niet alleen uit de talloze getuigenissen van zwarte burgers, maar ook uit de verhalen van agenten en ex-agenten zelf:
Hoewel het onderzoek van Fryer een waardevolle toevoeging is aan het debat over racisme en politiegeweld, kan de conclusie dus niet zijn dat het allemaal reuze meevalt. Hoe graag een deel van de media dat ook wil benadrukken om zo de heikele kwestie onder het tapijt te vegen.