Nederland wil 'flexibele' klimaatafspraken VN-klimaattop
• 10-11-2013
• leestijd 1 minuten
Afspraken over klimaatverandering zouden minder rigide moeten zijn, zodat meer landen mee willen doen
Nederland lijkt de hoop op harde klimaatafspraken, zoals het Kyoto-akkoord, te hebben laten varen. Om te voorkomen dat de klimaatonderhandelingen zich nog jarenlang van top naar top zullen blijven voortslepen, is dan ook een pragmatische houding nodig, vindt de Nederlandse delegatie voor de VN-klimaattop in het Poolse Warschau – later gevolgd door staatssecretaris Wilma Mansveld. Zei mikken nu op flexibele politieke afspraken, in de hoop dat op die manier meer landen mee willen doen.
De plannen moeten zoals eerder afgesproken vanaf 2020 in de praktijk worden gebracht om ervoor te zorgen dat de aarde niet meer dan 2 graden Celsius opwarmt. Wat staatssecretaris Mansveld betreft is het hard nodig is om aan de slag te gaan, omdat klimaatverandering overal invloed op heeft. Ze ziet zichzelf dan ook in een voortrekkersrol binnen de EU, door hoge doelen te stellen voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
Op de agenda: – het meten en vergelijken van inspanningen die landen doen om de klimaatproblemen tegen te gaan, – de doelstellingen tot 2020 (het verlengde Kyoto-protocol) – en de financiering van het groene fonds (om arme landen te helpen zich te wapenen tegen klimaatverandering). Het fonds moet vanaf 2020 worden gevuld met 100 miljard euro per jaar, maar vooralsnog is er weinig hoop dat die doelstelling zal worden gehaald.
De klimaattop in Warschau begint maandag.