Wapendoorvoer vindt plaats zonder controle, omdat deze al door bondgenoten gedaan zou zijn
Wapens en munities die via Nederland worden doorgevoerd worden vrijwel nooit gecontroleerd. Nederland wil de controle die door bondgenoten eerder is uitgevoerd niet over doen. Hierdoor gebeurt het meer dan eens dat wapens en munities in handen komen van omstreden landen. De Campagne tegen de Wapenhandel stelt dat indien Nederland de wapens en munities wel zou toetsen aan de exportcriteria, ze geen Nederlandse vergunning zouden krijgen.
In een rapport dat vandaag gepubliceerd wordt stelt de Campagne tegen de Wapenhandel dat 98 procent van de doorvoer niet wordt gecontroleerd. Vrachten worden zo vanuit bevriende landen, zoals EU-lidstaten, NAVO-bondgenoten, Zwitserland, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan, doorgevoerd naar omstreden bestemmingen.
Als voorbeeld geeft de Campagne tegen de Wapenhandel een vracht met twintigduizend Tjechische machinegeweren. Deze werd in 2008 vanuit de Rotterdamse haven naar Sri Lanka vervoerd vlak voor de burgeroorlog in het land.
De CtW vindt het kwalijk dat Nederland geen eigen toetsing uitvoert. De Verenigde Staten en Duitsland doen dit namelijk wel. CtW:
Waar Nederland als exporteur van vuurwapens en munitie een zeer kleine rol speelt, is het als doorvoerland wèl een grote speler, met Schiphol en de Rotterdamse haven als grote Europese knooppunten. In minder dan een jaar tijd werd in Rotterdam 255 miljoen stuks Russische vuurwapenmunitie voor de particuliere Amerikaanse markt overgeslagen, net als tienduizenden machinegeweren uit verschillende Oost-Europese landen.