Nederland en Spanje laten groei zien, terwijl Duitse economie krimpt

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2014 met 0,5 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2013 groeide de economie zelfs met 0,9 procent. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag bekend gemaakt in haar eerste raming over het tweede kwartaal.

Het eerste kwartaal kromp de economie nog met 0,4 procent. Een flinke tegenvaller, omdat de verwachting was dat de economie dit jaar weer zou gaan groeien. Nu zijn de cijfers dus positiever. Het Centraal Planbureau verwacht dit jaar verder herstel van de Nederlandse economie: de Nederlandse economie groeit volgens de raming dit jaar met 0,75 en volgend jaar met 1,25 procent. Het CPB verwacht dat de werkloosheid volgend jaar naar 6,75 procent daalt.

Ook in Spanje zijn de cijfers gunstig. De Spaanse economie groeide dit kwartaal met 0,6 procent. De Spaanse minister van Economische Zaken, Luis de Guindos, kondigde onlangs aan te hopen op een economische groei van 1,5 procent over 2014 en zelfs 2 procent in 2015. De Spaanse werkeloosheid blijft echter schrijnend met bijna 25 procent.

In Duitsland is de economie in het tweede kwartaal met 0,2 procent gekrompen. De slechte cijfers zouden te maken hebben met de onzekerheid naar aanleiding van het conflict in Oost-Oekraïne en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, waardoor de Duitse export klappen heeft gekregen. De Duitse centrale bank rekent voor dit jaar nog steeds op een groei van 1,9 procent.

In Frankrijk is er economische groei noch krimp. Evenals in het eerste kwartaal is daar sprake van een nulgroei. Slechte exportcijfers en een terugval bij buitenlandse investeringen zouden daarvoor verantwoordelijk zijn. De binnenlandse consumptie en publieke uitgaven daarentegen gaven de economie een kleine boost.

cc-foto: photosteve101