Moslimdiscriminatie benoemen op aangifteformulier broodnodig
• 17-12-2014
• leestijd 3 minuten
Laten wij in deze barbaarse tijden in elk geval doen wat wij kunnen om alle vormen van discriminatie te bestrijden
Er verscheen laatst een nieuw onderzoek over geweld tegen moskeeën. Dus heb ik opnieuw gepleit voor het kunnen doen van een betere aangifte. Geen melding maken van agressie, maar aangifte doen van discriminatie. Zoals ook bij homodiscriminatie en antisemitisme moet gebeuren. Dat je erop toe kunt zien dat agenten die professioneel opnemen. Met een vinkje, bij wijze van spreken. Al te vaak moest ik zelf afreizen richting een lokaal politiebureau, om ter plaatse in het land moslims te helpen afhoudende agenten zover te krijgen dat de aangever aangifte ‘mag’ doen.
Ik kreeg mooie reacties op het discriminatievinkje, maar het regende ook berichten van mensen ‘in denial’. Of dat nou wel moslimdiscriminatie is, zo’n vuurwerkbom op de ruit van een moskee plakken en tot ontploffing brengen. Het zou zomaar ook een school kunnen overkomen, toch? Ja hoor, dat zou kunnen. Sterker nog, dat gebeurt. Gelukkig zonder al die dreigmails, dreigtelefoontjes en dreigbrieven ‘dood aan alle moslims’ erbij.
Mogen we dan geen religiekritiek meer uitoefenen, verzuchtte nota bene de directeur van debatcentrum De Balie. Tja, wat kun je verder nog verzinnen om ze niet te hoeven horen, de berichten over het schapenbloed aan de deurpost en de varkenskop op de stoep waar moskeegangers zich mee geconfronteerd zien. Dat zijn geen uitingen van religiekritiek, dat zijn uitingen van haat, gericht tegen een hele categorie mensen. We noemen dit discriminatie. Moslimdiscriminatie, om precies te zijn. Die we onverzettelijk en standvastig moeten bestrijden, net als homodiscriminatie, antisemitisme en andere vormen van discriminatie.
Huiselijk geweld We beginnen het opsporingsproces met de kwaliteit van de aangifte. Als agenten een code moslimdiscriminatie in moeten vullen, een vinkje bij wijze van spreken, krijgen zij meteen ook betere instructies van hun chefs, komt het aantal aangiften helder in beeld en verbetert de opsporing. Dat heb ik geleerd bij de politie. En wel bij de aangifte van huiselijk geweld, ook erg emotioneel voor de bedreigde aangever, ook beladen met verdriet, angst en zelfs ook met schaamte: ‘misschien heb ik het er wel naar gemaakt, laat ik maar zwijgen.’
Barbaarse tijden Toen de aangifte van huiselijk geweld de code HG kreeg, verbeterde de kwaliteit van de aangifte enorm, steeg de bereidheid tot aangifte flink en verbeterde de opsporing sterk. En er kwam een innovatie uit voort. Onderzoek naar de aangiften achter code HG bracht aan het licht dat veel aangiftes teruggetrokken werden. Er werd een patroon ontdekt, het gebeurde op uit angst voor de bedreiger. deze dader. Die kennis was de aanzet tot iets nieuws: we gingen ook zonder aangifte vervolgen.
Religiekritisch of niet, laten wij in deze barbaarse tijden in elk geval doen wat wij kunnen om alle vormen van discriminatie te bestrijden, ook moslimdiscriminatie. Laten wij zorgen voor een professionele uitvoering van artikel 1 van de Grondwet, zodat ook moslims in veiligheid en vrijheid kunnen leven en werken. Met gezagsdragers die zich elke dag weer opnieuw duidelijk uitspreken tegen discriminatie. Met burgers die waar angst heerst naast hun bedreigde Islamitische landgenoten gaan staan. #Ilridewithyou, zeggen de Australiërs in zo’n situatie.
Kop op, mensen. Juist in deze periode waarin moslims het van twee kanten te verduren hebben, zowel van de PVV die ‘minder, minder’ scandeert en daarbij zelfs de baarmoeder in de strijd werpt – als van radicale extremisten; zoals vandaag nog in Pakistan, waar de Taliban ruim honderd schoolkinderen vermoordde – juist nu kunnen wij laten zien wat wij waard zijn.