Het is geen toeval dat kunstenaars en galeries het moeilijker kregen in een periode waarin toenmalig premier Erdogan het beest in zich volledig losliet
De beeldende kunst in Turkije is vooral gecentreerd in Istanbul. Daar zijn veel galeries, al zijn het er niet meer zo veel als voorheen. Tot 2013 zat de kunst in de lift in Turkije, maar daarna kwam er de klad in. Veel galeries hebben sindsdien de deuren gesloten, en vaak waren dat niet de minste.
Verder zijn er niet veel Turkse steden waar iets van belang plaatsvindt als het om beeldende kunst gaat. Uitzonderingen zijn Izmir, Eskisehir en de hoofdstad Ankara. Het Zuidoostelijk gelegen Diyarbakir wordt ook vaak genoemd als interessante kunststad, maar gezien de oorlog in die regio met de Koerdische PKK staat het culturele leven daar danig onder druk.
Wat opvalt is dat de steden die wat betreft kunst iets voorstellen doorgaans niet bestuurd worden door de regerende Partij voor Gerechtigheid en ontwikkeling (AKP). Alleen Ankara onttrekt zich daar aan.
Canakkale Canakkale is een stad in West-Turkije die historisch beschouwd vooral bekend is vanwege de verwoestende slag die er tijdens de Eerste Wereldoorlog plaatsvond. Canakkale staat echter zeker ook op de kaart als het om kunst gaat. Dat komt vooral door de biënnale die er, aangemoedigd door het gemeentebestuur, verschillende malen is gehouden. Tal van Turkse en buitenlandse kunstenaars namen daar aan mee.
Voor dit jaar stond wederom een biënnale op het programma in Canakkale. De schokgolf die over Turkije sloeg na de mislukte staatsgreep van 15 juli jl. maakte dat geen vanzelfsprekende zaak. De organisatoren wilden zich daar echter niet door van de wijs laten brengen. Veertig Turkse en buitenlandse kunstenaars, waaronder Nevin Aladag, Halil Altindere, Bouchra Khalili en Alfredo Jaar waren uitgenodigd. Met het thema ‘homeland’ zou het accent vooral op het vluchtelingenprobleem liggen.
Twee weken geleden bezocht ik het Mahal kunstcentrum in Canakkale, dat centraal staat in de biënnale. Ik was daar om te praten over een expositie van mijn werk voor volgend jaar. Ik trof er een groep medewerkers aan die gespannen aan het werk waren om alles rond te krijgen voor de opening die voor 24 september gepland stond.
Turan 5 september maakte de organisatie echter bekend dat de biënnale van Canakkale niet doorgaat. Bülent Turan, een afgevaardigde van de AKP in het parlement uit Canakkale zorgde daar voor. Turan opende de aanval op Meral Badra, een van de curators, die sinds 2012 aan de biënnale is verbonden. Badra trok zich daarop terug, maar dat mocht niet baten, want de organisatoren voelden zich zo geïntimideerd door Turan dat de biënnale door hen werd afgelast.
Volgens Turan steunde Badra de couppoging. Hoe hij daarbij kwam is niet geheel duidelijk, maar ze zou ergens hebben opgemerkt dat de massale bijeenkomst die de regering op 7 augustus in Istanbuls stadsdeel Yenikapi hield in een reactie op de couppoging, haar deed denken aan de ‘ Nuremberger rallies ’ die de nazi’s gedurende de jaren dertig in Duitsland hielden.
Beklemmend Deze vergelijking is vaker gemaakt. Zelf kan ik ook niet ontkennen dat de massale bijeenkomsten van de AKP me een beklemmend gevoel geven. Of ze nu gehouden worden voor verkiezingen, of voor de viering van de verovering van Constantinopel in 1453. Die negatieve indruk heeft voor mij alles te maken met de blinde persoonsverheerlijking voor president Erdogan die zich bij deze evenementen manifesteert. Dat doet inderdaad aan een uiterst onplezierig verleden denken.
Als ik hem daar op de TV zie staan oreren moet ik denken aan het antisemitische toneelstuk waar hij tijdens zijn studietijd aan meewerkte. Een jeugdfout? Gecamoufleerde termen uit zijn mond als ‘rentelobby’ worden door zijn aanhang en de aan hem verbonden media wel degelijk met de meest griezelige sentimenten ingevuld.
Sila Dat kritiek op de partijrally van de AKP op 7 augustus gevoelig ligt mocht ook de zangeres Sila ervaren. Zij maakte heel duidelijk dat ze tegen de couppoging is, maar hoe ze over het massaspektakel in Istanbul dacht hield ze niet voor zich.
Sila noemde het ‘een show’ en dat werd haar kwalijk genomen. Door de AKP gedomineerde gemeentebesturen zorgden ervoor dat haar optredens in de steden Istanbul, Bursa, Ankara en Kayseri geschrapt werden.
Post-peace Dat de biënnale van Canakkale niet doorgaat kan dan een gevolg zijn van de couppoging en de atmosfeer die daardoor, maar Turkije waren kunstenaars al eerder het doelwit van repressie.
Dat bleek bijvoorbeeld in maart jl. toen een expositie in een ruimte van de AK-bank in Istanbul niet doorging. Het thema was ‘ post-peace ’ en dat beviel de regering niet. Een telefoontje uit Ankara was voldoende om de expositie niet door te laten gaan.
De deelnemende buitenlandse kunstenaars konden tot hun frustratie onverrichter zake huiswaarts keren. Zij ondervonden dat vrede in dit Turkije een taboeonderwerp is en dat de inbreuk op de vrijheid van meningsuiting en expressie zeker niet alleen journalisten treft.
Politiek klimaat De AKP heeft nooit vooropgelopen bij het stimuleren van de kunst. Het was dan ook veel eerder ondanks dan dankzij de regeringspartij dat de beeldende kunst het tot 2013 goed deed in Turkije. Dat er een einde kwam aan dat succes werd verbonden aan de economische neergang, maar valt daarnaast moeilijk los te zien van het verscherpte politieke klimaat.
Het is geen toeval dat kunstenaars en galeries het moeilijker kregen in een periode waarin toenmalig premier Erdogan het beest in zich volledig losliet met de onderdrukking van het geweldloze protest tegen de afbraak Istanbuls Gezipark.
Moderne kunst eist vrijheid en is daarom onverenigbaar met autocratisch bestuur. Kunst blijft echter hoe dan ook de schaduw die de toekomst voor zich uit werpt. Dat men in Canakkale gedwongen werd de biënnale niet door te laten gaan is met andere woorden een teken aan de wand dat de crisis in Turkije nog lang niet voorbij is.