In 1996 verbonden de Volksrepubliek China, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Rusland zich in de ‘Shanghai Five’. Na de toetreding van Oezbekistan in 2001 ontstond de Shanghai-samenwerkingsorganisatie (SCO). De SCO-landen werken samen op cultureel en economische gebied en bij de bestrijding van criminaliteit en terrorisme. Maar de SCO behelst ook militaire samenwerking en in die zin begint het op een Euraziatische tegenhanger van de NAVO te lijken.
Afghanistan, India, Mongolië en Pakistan zijn bij de SCO aangesloten onder de ‘observeerstatus’, wat inhoudt dat zij beperkt aan activiteiten mogen deelnemen. Ook Iran heeft de observeerstatus. Het wil graag lid worden, maar daar kan geen sprake van zijn aangezien de SCO geen leden wenst die onder VN-sancties vallen. De Iranese president Ahmadinejad wordt echter geen strobreed in de weg gelegd als hij tijdens SCO-bijeenkomsten fel van leer trekt tegen de VS.
Niet vreemd dat de VS zich zorgen maken over het groeiende belang van de SCO en de saamhorigheid binnen deze samenwerkingsorganisatie. Japan, een belangrijke Aziatische partner van de VS, sluit daarbij aan. Een Japanse woordvoerder :
De SCO wordt een rivaal van de Amerikaanse alliantie en deelt onze waarden niet. We houden het scherp in de gaten.
Overigens probeerden de VS de SCO te neutraliseren door zelf de observeerstatus aan te vragen. De SCO benadrukte haar positie door dat verzoek in 2006 af te wijzen, al had men door de geografische ligging van de VS uiteraard geen moeite om een niet-politieke reden te vinden. Officieel spreekt de SCO zich niet uit tegen de VS, al werd Washington in 2005 wel verzocht om Amerikaanse militairen uit Kirgizië en Oezbekistan terug te trekken.
Turkije en de SCO Naast landen met de observeerstatus kent de SCO ‘dialoogpartners’, landen die de doelstellingen en principes van de SCO steunen en streven naar een samenwerking met gemeenschappelijk voordelen. In 2009 werden Sri Lanka en Wit-Rusland tijdens een SCO-top in Jekaterinaburg geaccepteerd als dialoogpartners. Op voorspraak van China kreeg NAVO-lid en kandidaat EU-lid Turkije die status eveneens tijdens een SCO-bijeenkomst op 6-7 juni jl. in Beijing. Gezien de minder sympathieke opstelling van de SCO-leden ten aanzien van Europa en de VS is dat op zijn minst opmerkelijk. De Turkse premier Erdogan gaf tijdens een interview voor het nieuwskanaal 24 TV een toelichting. Hij legde het accent op het moeizame EU-toetredingsproces van Turkije:
Hoewel we veel hebben gedaan in de richting van Europese integratie en daar zelfs een aparte ministerie voor hebben gecreëerd, bleven de Franse President Sarkozy en de (Duitse) kanselier Merkel het proces dwarsbomen. Voor het aantreden van Sarkozy en Merkel nam ik deel aan bijeenkomsten van EU-leiders. Later werd beslist om de relatie met ons te minimaliseren (…) Ik heb Putin verzocht om Turkije binnen de SCO te accepteren en hij heeft mij beloofd dit samen met de andere partners van deze organisatie te overwegen.
De situatie rond Turkije is uniek. Turkije heeft vastgehouden aan een prowesters beleid. Het heeft jarenlang geprobeerd om tot de EU toe treden, maar tevergeefs en nu moet het een nieuw scenario ontwikkelen van toenadering tot het oosten, wat veranderingen impliceert voor het Turkse buitenlandbeleid.
NAVO De EU is natuurlijk maar een kant van het verhaal. De SCO krijgt immers steeds meer de trekken van een NAVO-rivaal. Ook dat maakt de Turkse beslissing om dialoogpartner van de OSC te worden saillant. Turkije heeft (nu nog) de reputatie van een loyale NAVO-bondgenoot. Ankara bevestigde dat verleden jaar door in te stemmen met de plaatsing van onderdelen voor een raketschild dat Europa (en Israël) moet beschermen bij een aanval uit oostelijke richting. Premier Erdogan staat ook op goede voet met de Amerikaanse president Obama (ook al telefoneren die twee minder vaak dan voorheen). Verder onderstreept Turkije haar trouw aan de NAVO door wapens aan Syrische rebellen te leveren die strijden tegen het regime van al-Assad.
Waarom flirt Turkije dan met de SCO? Is het alleen een boodschap aan de EU, zoals Erdogan aangeeft? Of heeft hij de EU definitief opgegeven en voelt hij zich aangetrokken door de economische groei van China? Verder is het mogelijk dat Erdogan argwanend is over de plannen van Mitt Romney met het Midden-Oosten, mocht deze Republikein in november president van de VS worden. Nu is al duidelijk dat Romney de belangen van Israël voorop plaatst. Een verschil met Obama die uitgaat van een specifieke positie voor Turkije in de regio en lang niet aan alle Israëlische wensen tegemoetkomt. Daarom is het niet uitgesloten dat Erdogan met zijn toenadering tot de SCO wil laten blijken dat Turkse loyaliteit in westelijke richting niet onder alle omstandigheden vanzelfsprekend is.
Ergenekon In bepaalde kringen lijkt de schrik toegeslagen. Zoals in TodaysZaman, de Engelstalige editie van Zaman, de grootste Turkse krant. Niet onvermeld mag blijven dat beide dagbladen verbonden zijn aan Fethullah Gülen, de Turkse prediker die in de VS woont, maar desondanks veel invloed heeft in Turkije. Dezelfde Gülen ook die in een conflict met Erdogan verwikkeld is geraakt. Columnist Orhan Oguz Gürbüz schreef verleden week in Todays Zaman dat Erdogan tijdens zijn recente staatsbezoek aan Rusland ‘grapjes’ maakte met Putin om lid van de SCO te kunnen worden. Gürbüz maakt erg grote stappen :
Ik zou niet verbaasd zijn wanneer ze de naam van de partij veranderen van Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij in ‘Euraziatische Ontwikkelingspartij.
Het is Gürbüz niet ontgaan dat Turkse deelname aan een antiwesters Euraziatisch blok al eerder is gesuggereerd. In dit verband noemt hij Tuncer Kilic, de voormalige secretaris-generaal van de Nationale Veiligheidsraad (MGK). Iemand anders die Turkije graag betrokken ziet bij een Euraziatische samenwerking is Dogu Perincek, de oprichter van de Turkse Arbeiderspartij. Perincek was leider van de Turkse afdeling van de Euraziatische beweging. Het hoofdkwartier daarvan bevindt zich in Moskou en wordt bestierd door Alexander Dugin, een Russische nationalist die streeft naar een restauratie van het tsaristische Rusland met de omvang van de Sovjet-Unie. Dugin deed in het verleden lofrijke uitspraken over beruchte nazi’s, zoals Jodenmoordenaar Reinhard Heydrich. Wat voor Putin geen reden om hem uit zijn omgeving te weren was, want daar is Dugin nogal eens gesignaleerd.
De overtuigde eurazianist én kemalist Dogu Perincek werd in 2008 gearresteerd in verband met Ergenekon, de door Turkse aanklagers veronderstelde samenzwering tegen de AKP. Sindsdien zit Perincek (evenals Tuncer Kilic) in de Silivri-gevangenis. Columnist Orhan Oguz Gürbüz ziet een raakvlak tussen Erdogan en de propagandisten van euraziatische samenwerking onder de Ergenekonverdachten:
Wellicht zijn de propagandisten van de euraziatische beweging onder de Ergenekonverdachten in Silivri er ingenomen mee dat hun ideeën ondanks hun gevangenschap een uitwerking krijgen.
De gevolgen van volledig Turks SCO-lidmaatschap Gürbüz’ is erg stellig, maar het zou hoe dan ook veel gevolgen hebben wanneer de Turkse toenadering tot de OSC meer blijkt te zijn dan een plaagstoot. Zoals voor de mensenrechten in Turkije. Nu weet de Turkse regering zich nog gebonden aan de wensen van de EU op dat gebied, maar binnen de SCO zou men gezelschap krijgen van landen die mensenrechten als irrelevant beschouwen en daarover weinig eisen stellen aan bondgenoten.
Verder zijn er de internationale gevolgen van Turks OSC-lidmaatschap. Interessant is dat de Amerikaanse greep op het Midden-Oosten er mogelijk door getemperd wordt, maar daar staat tegenover dat SCO-landen via Turkije meer invloed binnen de regio kunnen krijgen. Dat is natuurlijk ook precies waarom de OSC Turkije aan boord wenst. Het is de vraag hoe lang Turks NAVO-lidmaatschap dan nog houdbaar is. Als Turkije zich uit de NAVO terugtrekt zal dat voor deze verdragsorganisatie een gevoelige verzwakking aan de zuidflank van Europa betekenen. Gezien de brugfunctie van Turkije voor het westen richting het Midden-Oosten en Centraal-Azië liggen economische consequenties eveneens voor de hand. De VS en de EU willen dit zeker niet laten gebeuren. Het is alleen de vraag wat er tegen ondernomen kan worden.
Erdogan en Menderes Het beleid van Erdogan is vergeleken met dat van Adnan Menderes, zijn voorganger uit de jaren vijftig. Omdat Menderes, voordat Erdogan dat deed, ook al de macht van de kemalisten aan banden wilde leggen. Menderes faalde, waar Menderes met vlag en wimpel slaagde. Bovendien ging Erdogan veel verder. Maar de intentie was overeenkomstig. Nu dringt zich met het buitenlandbeleid nog een gelijkenis op. Menderes had aanvankelijk uitstekende betrekkingen met de VS. Het was onder hem dat Turkije in 1952 lid werd van de NAVO. Later koos Menderes, evenals Erdogan nu, voor een meer onafhankelijke internationale koers, waarbij hij zelfs banden aanknoopte met de Sovjet Unie. De periode Menderes eindigde abrupt in 1960 met een militaire staatsgreep. Menderes zelf vond zijn einde aan de strop. Officieel speelden de VS geen rol bij de machtsovername, maar om nu te zeggen dat Washington erg hard protesteerde gaat te ver.
Het grote verschil met toen is dat de band van de Turkse militairen met de VS nu minder goed is. De generaals voelden zich in de steek gelaten toen de Amerikanen voor de AKP kozen en toestonden dat Erdogan hun machtige positie aan banden legde. Ze fantaseerden zelfs over een staatsgreep, al maakten ze zonder Amerikaanse steun geen enkele kans.
Een scenario waarin de relatie tussen de VS en de Turkse militairen zich herstelt en de Amerikanen een beroep op hen doen wanneer Erdogan te ver gaat in oosterse richting, is nagenoeg uitgesloten. Voor die mogelijkheid hebben Turkse aanklagers een stokje gestoken door stoute generaals groepsgewijs achter de tralies te plaatsen. Voor hen is een militaire leiding in de plaats gekomen waar de AKP volledig op kan vertrouwen.
Natuurlijk is dit niet meer dan gespeculeer over wat de toekomst al dan niet kan brengen. Het enige dat nu al met zekerheid kan worden gesteld is dat de status van Turkije als dialoogpartner van de SCO koren op de molen zal zijn van Turkofoben in Europa. Geen indicatie dat Erdogan zich daar veel van aan trekt. De rekening zou wel eens naar de miljoenen Turken in West-Europa kunnen gaan.
Peter Edel is de schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)