Mijn kunstproject is geslaagd omdat het zichzelf overbodig heeft gemaakt
Een jaar geleden zat ik rond deze tijd in een cel. Ik had net de pepperspray uit mijn ogen gespoeld en de pijn, die ik nu dagelijks voel, voelde ik nog niet door de adrenaline die door mijn lijf gierde. Ik was net gearresteerd voor het dragen van een t-shirt met de tekst ‘Zwarte Piet Is Racisme’. Terwijl ik in mijn cel de tijd verdreef door met wc-papier kunst te maken, werd de arrestatie van mij en nog drie anderen wereldnieuws. Een jaar na de arrestatie sluit ik het kunstproject af. Nederland heeft mijn kunstproject niet meer nodig om oprecht Zwarte Piet als racisme te erkennen en naar te handelen zoals GeenStijl recentelijk liet blijken.
Elk verhaal heeft een beginpunt en deze was het moment dat mijn moeder mij op een dag belde en vertelde dat een collega haar Zwarte Piet had genoemd. Zij was even naar buiten gegaan en toen ze binnen kwam zei haar collega ten overstaan van aanwezige klanten: “We vroegen ons al af waar onze Zwarte Piet was en daar ben je dan.”
Onthutst, gekwetst en beledigd wist ze er geen raad mee. Na dit incident begon ik in mijn gedichten referenties naar de absurditeit en racisme van Zwarte Piet te stoppen. Het was mijn manier om op onverwachte momenten mensen te laten weten dat het niet langer zo kon in Nederland.
In december 2010 was ik bij Nyenrode universiteit voor de presentatie van het World Trend Report van Science of the Time, waar ik aan had meegeschreven, en zag een HEMA promotie filmpje. HEMA was bezig met een expansie naar het buitenland. Samen met reclamebureau Kessels Kramer was het idee bedacht om Londen kennis te laten maken met het oer-Hollandse warenketen door middel van een oer-Hollandse traditie: Sinterklaas. Er was zelfs een intocht georganiseerd die bij een lokale school zou eindigen. Na geroezemoes in de zaal was het duidelijk dat er wat vreemds aan de hand was: ze hadden geen Zwarte Pieten gebruikt. Toen wist ik dat verandering mogelijk was en schreef een blog waarin ik HEMA aanprees voor hun goede daad en openlijk afvroeg wanneer het inzicht dat in het buitenland getoond werd ook in Nederland getoond zou worden. Het zou immers hypocriet zijn om dat niet te doen.
Een aantal vrienden van mij had rond dezelfde periode aangegeven ook klaar te zijn met dit figuur. Ze wilden wat doen. Zo belandde ik in een groep van ongeveer twintig mensen. Iedere deelnemer kwam vanuit een ander werkveld en wilde wat betekenen.
Maar je weet hoe het gaat in zo’n groep. Bij de eerste meeting is iedereen er, de tweede wat minder en de derde nog minder. Met veel van dit soort groepen is het ook preken voor eigen parochie. Iedereen is het met elkaar eens maar de stap om met een ander in gesprek te gaan die het niet met je eens is, vindt men moeilijk. Het kan ook emotioneel slopend zijn om met mensen in discussie te gaan die jouw leven en welzijn als onbelangrijk ervaren of bagatelliseren. Daarnaast is het niemand in de koude kleren gaan zitten wat er met Annete Krause en Petra Bauer is gebeurd. Hun kunstproject Read The Mask Tradition Is Not Given (2008) in het Van Abbemuseum leverden hen zelfs doodsbedreigingen ontvangen.
Op 1 juni had ik een optreden bij de U-Slam poetry slam competitie in de Bastaard en besloot juist daar, bij een progressief, kunstzinnig en ruimdenkend publiek, de discussie openbaar te voeren. De avond daarvoor had ik een stencil gemaakt en de tekst Zwarte Piet Is Racisme op een grijs t-shirt van de Zeeman gespoten met zwart schoolbordverf van de HEMA.
Beide zijn onderdeel van de handelsgeest van Nederland of refereren daaraan. Het was een ingebakken serieus grapje. Ik wilde een kunstproject opzetten waarbij de dialoog werd aangegaan, een handreiking naar de andere kant van het gangpad voor een oprechte en duidelijke discussie.
In Utrecht was ik ook de eerste die moest optreden. Toen het mijn beurt was stond ik op en deed mijn jas uit. Ik ben nog nooit zo nerveus geweest als toen ik naar het podium liep. Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar verwachtte ten minste iets. Ik trad op en er gebeurde niks. Helemaal niks. Toen de jury aangaf dat als ik racisme bespreekbaar wilde maken ik wel iets dat echt racistisch was moest aanstippen, wist ik dat ik op het goede spoor zat. Het was een heel beleefde reactie maar liet ook blijken dat men niet wist wat er precies met mijn verschijning met die boodschap gedaan moest worden. Het was een combinatie van factoren waardoor het totaal onverwachts was. Het tijdstip van het jaar en de aard van het evenement schikten zich niet voor een dergelijke politieke uiting die wat bij betreft recht door zee ging.
Daarna ging het snel. Ik plaatste op mijn Facebook-pagina een foto van het shirt en vroeg wie er eentje wilde. Bel Parnell-Berry, die ik de dag na het optreden bij het Technologies of Belonging conferentie aan de UvA tegenkwam, plaatste haar shirt op Facebook en tagde 30 man. Hierdoor ging het balletje rollen. Ik kreeg berichten van uit alle windstreken van mensen die ook zo’n shirt wilden en daarmee het project wilden steunen. Sommige sloten zich ook aan bij het project en ondersteunde mij terwijl ik naar festivals, kunstmarkten en andere optredens ging. Ik liet hen af en toe ook alleen op pad gaan om de gesprekken te voeren. Het project groeide als een olievlek en meer mensen gingen op eigen initiatief ondersteuning bijdragen. Er werd zelfs een community Facebook-pagina voor het project geopend door iemand anders.
Op 12 november 2011 was dat precies dezelfde insteek: het gesprek aangaan met het aanwezige publiek. Ik werd gevolgd door Siri Venning, een Deense onderzoeker die onderzoek deed naar de beleving van het Sinterklaasfeest onder Afro Surinamers en Afro-Caraïbische Nederlanders, Steffie Weber, een journalistiek student die een opdracht had gekregen om over de intocht te schrijven, maar het vanuit een andere invalshoek te benaderen. Een enthousiaste aanhanger van het kunstproject was Kno’Ledge Cesare. Cesare en ik waren dan ook de enige twee die het shirt aanhadden. Gedurende de zomer waren er genoeg mensen die hun mening niet onder stoelen of banken stopten, maar nu zou het gesprek gevoerd worden met mensen die het op dat moment ook daadwerkelijk aan het uitdragen waren. Ik wilde op de plek zijn waar de nationale misdaad werd begaan. Mensen zullen nu zeggen dat het geen misdaad is en mij in de comments vol schelden voor het ‘verzieken van een kinderfeest’ en dat ‘er andere plekken en tijden zijn om dit gesprek te voeren’. Gedurende de zomer was het niet het tijd van het jaar volgens velen en tijdens de Sinterklaasperiode mag je geen kritische noten kraken over het kinderfeest, dat door volwassenen wordt georganiseerd. Je valt tussen wal en schip als je het wil aankaarten. Men vergeet ook dat racisme gewoon tegen de wet is en dat vrijheid van meningsuiting voor iedereen geldt.
De arrestatie is iedereen inmiddels bekend. Het werd gefilmd door een mevrouw die in het Papiaments in het filmpje aangeeft dat ze het snel op YouTube plaatst omdat ze bang is dat de politie haar geheugenkaart zou verwijderen of wissen. Dit is het Nederland van nu. Het filmpje werd opgepikt door GeenStijl en onze arrestatie was wereldwijd trending topic. Een vriendin van mij in New York werd door vrienden van haar in New Orleans gevraagd wat er gaande was in Amsterdam. Er verschenen berichten over de arrestatie in onder andere Italiaanse, Indiase, Noorse, Franse en Amerikaanse websites en kranten. In het buitenland wilde men ons spreken maar hier in Nederland waren de redacties van populaire praatprogramma’s niet geïnteresseerd. Zelfs toen we op televisie verschenen bij Nieuwsuur en Debat Op 2 werd onze arrestatie afgedaan als iets dat erbij hoort wanneer je over Zwarte Piet begint. Ghislaine Plag, de gespreksleider van Debat Op 2, gaf een paar dagen na het debat zelfs op de radio toe dat ze de discussie maar niks vond.
Het project eindigde niet na de arrestatie. Ik had namelijk al eind september contact opgenomen met het MC Theater om een manifestatie over Zwarte Piet te organiseren. Zij durfden het aan en Zwart van Roet bleek de klap op de vuurpijl met een kunst tentoonstelling, leesgroep, filmavond en discussiemiddag als programma onderdelen. Door de inzet en vastberadenheid van velen is het van de grond gekomen. Ik ben ontzettend dankbaar aan de kunstenaars die hun werk beschikbaar stelden en hun werk voor hen liet spreken. Dat is ook de gedachte achter Zwarte Piet Is Racisme, een oprechte en feitelijk onderbouwde mening dat op een heldere manier duidelijkheid verschaft over de geschiedenis van de figuur en zijn transnationale connecties in racistische beeldcultuur.
Na Sinterklaas vorig jaar ging het project vol stoom nog door. Ik werd uitgenodigd om in het buitenland te spreken en bleef evenementen en discussies organiseren.
Ik heb zelfs een nieuwe dag in het leven geroepen: De Dag van Empathie. Door Zwarte Piet Is Racisme viel het me op hoe moeilijk het voor veel mensen is om te snappen wat empathie nou precies betekent. Ook hier kreeg ik veel bijval en steun van mensen die hun hart en ziel erin hebben gestoken en hebben geholpen met de organisatie. Er zijn zoveel mensen die het afgelopen anderhalf jaar sinds het begin van het project steunbetuigingen hebben gedaan en op hun manier hebben bijgedragen aan het vorderen van de discussie. Mijn project was natuurlijk een van de velen in de geschiedenis om het racisme van de figuur aan de kaak te stellen. Zoals ik vaak zeg sta ik op de schouders van mensen als Barryl Biekman, Felix de Rooy en de vele anderen die mij voor zijn gegaan.
Toen Geenstijl op 3 november van dit jaar aangaf dat zij het racisme achter Zwarte Piet erkenden viel ik bijna van mijn stoel. Dit was namelijk dezelfde website die mij vorig jaar nog ‘op-de-grond-lig Pie’t had genoemd naar aanleiding van het filmpje van mijn arrestatie. Maar al hun argumenten waren dezelfde die al jaren door tegenstanders werden geuit en ook door mij werden ingebracht in discussies.
Een paar dagen daarna verscheen er in de NRC een stuk van Margriet Oostveen over Nederlandse provinicialisme wanneer het over stereotype van zwarte mannen ging. Op de blogsite Hard/Hoofd werd het afwenden van de discussie ter discussie gesteld door Jan Postma. En afgelopen weekend heeft Bas Heijne de hypocrisie van een post-raciaal Nederland ter discussie gesteld om snoeihard te eindigen met het feit dat we inderdaad geen niet-autochtonen in het kabinet nodig hebben omdat we Zwarte Piet hebben.
De discussie over Zwarte Piet staat nu zelfs in de geschiedenisboeken die kinderen op de middelbare school moeten leren. Met deze ontwikkelingen is het duidelijk dat de discussie nu open en bloot gevoerd wordt. De doelstelling van mijn project was om de discussie uit de luwte te halen en mensen doet inzien dat deze figuur niet meer kan in de 21ste eeuw.
Het project is dus geslaagd omdat het zichzelf overbodig heeft gemaakt. Een serieus gesprek over Zwarte Piet wordt aangejaagd zonder toedoen van het project en mensen komen met elkaar in contact. De solidariteit tussen mensen wordt gesterkt en dat gebeurt allemaal zonder mijn toedoen. De fans en aanhangers van het gedachtegoed mogen het project blijven uitdragen alleen zal er geen officieel nieuwe content meer komen. Dit betekent niet dat we er zijn of dat de discussie niet meer gevoerd moet worden. Verre van zelfs.
Het is nu tijd dat mensen bedrijven aanspreken en blijven aanspreken op hun uitingen, dat scholen naar ouders luisteren en racisme niet meer accepteren, dat politici stelling nemen en dat politie agenten de wet volgen en niet zelf gaan schrijven. Mijn kunstproject is klaar maar het helen van de wonden is nog lang niet afgelopen. Er moeten nog meer discussies gevoerd worden en vanaf nu voer ik die via Roet In Het Eten.
Dit artikel verscheen eerder op de weblog van Quinsy Gario