Haat en liefde in de spoorsector
• 20-09-2012
• leestijd 2 minuten
De spoorsector anno 2012: de elkaar beconcurrerende spoorbedrijven haten
elkaar dan wel misschien, maar ze kunnen ook niet zonder elkaar
“Het grote probleem van de spoorsector is dat niemand durft te zeggen wat er mis gaat.” Dat zei spoorjournalist Sander Heijne van de Volkskrant onlangs op een verkiezingsdebat dat reizigersorganisatie Rover en Railforum hadden georganiseerd. Het werd even muisstil in de zaal. De vraag is natuurlijk waarom er zo moeilijk wordt gedaan over wat er mis gaat in de sector.
Tegenwoordig moet spoorbeheerder ProRail met 35 goederen- en personenvervoerders om de tafel om hen de voor alle partijen meest acceptabele dienstregeling te geven. Als ik belanghebbenden mag geloven, dan gaat daar maandenlang gezeur en gezanik aan vooraf. ProRail besteedt het onderhoud aan de spoorinfrastructuur uit aan vier grote spooraannemers. Dit leidt er toe dat de aannemers de deur bij ProRail platlopen. Vooral in de maand december, wanneer de aannemers kerstpakketten voor hun klanten te verdelen hebben.
Directeur Anne Hettinga van het Duitse Arriva wil zo graag met meer treinen op het Nederlandse spoor rijden, dat hij zijn afkeer tegen het grote NS niet meer onder stoelen of banken kan steken. NS weet op zijn beurt nog steeds niet officieel of zij vanaf 2015 voor 10 jaar op het hoofdrailnet mag rijden: de Tweede Kamer twijfelt nog en wil mogelijk op de intercitytrajecten ook stoptreinen van andere vervoerders laten rijden, hetgeen overigens in Engeland eind vorige eeuw tot grote chaos heeft geleid. De spoordeskundigen in de Tweede Kamer stellen tegenwoordig hun vragen aan de minister live vanuit hun vertraagde trein via hun mobiele telefoon.
Bij sneeuwvoorspellingen loopt het bij de Prorail- en NS-bazen al dun door de broek en spoorjournalisten vinden het kicken als er iets mis gaat. Reizigersorganisaties worden door de spoorbedrijven als zeurkousen gezien, maar ondertussen worden zij met alle egards ontvangen. De ProRail-leiding kijkt vooral naar de minister en ziet vervolgens de klant niet meer staan. De politiek onder aanvoering van de VVD heeft de scheiding tussen NS en ProRail doorgevoerd waardoor telkens weer conflicten tussen de directies gecreëerd worden. Maar zodra je enkele logistieke vakmensen van NS en ProRail bij elkaar zet, hebben zij zo de oplossingen voor alle problemen op tafel.
De minister van Infrastructuur en milieu blijft maar herhalen dat concurrentie op het spoor nodig is, omdat het NS lekker scherp houdt. Hoe lang moeten we dit soort praatjes nog geloven? Wat een drogredenering ook! Je geeft toch ook niet je vrouw aan de buurman om je huwelijk te redden?
De spoorsector anno 2012: de elkaar beconcurrerende spoorbedrijven haten elkaar dan wel misschien, maar ze kunnen ook niet zonder elkaar. Het wordt de hoogste tijd dat we ons dit nu eens goed realiseren.