De oplossing van de Griekse crisis ... Co-auteur: GroenLinks Tweede Kamerlid Bruno Braakhuis
De Europese steun aan Griekenland is geen liefdadigheid, maar keihard eigenbelang. Als we de Grieken aan hun lot overlaten, riskeren we een nieuwe bankencrisis en een diepe economische recessie. Verantwoordelijke politici nemen die gok niet. Zij dienen ook lessen te trekken uit de eurocrisis: onze banken moeten robuuster worden, de Europese Unie sterker.
Midden in de eurocrisis lopen de spanningen in het Nederlandse debat hoog op. De PVV wil dat Griekenland uit de euro stapt. Het kabinet-Rutte probeert Griekenland binnenboord te houden. De uitlatingen in het Verantwoordingsdebat van 19 mei liegen er niet om. Geert Wilders vergeleek de minister van Financiën met een ezel. Mark Rutte beschuldigde Geert Wilders van factfree politics en onverantwoordelijkheid. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. Voor de meest fundamentele keuzes van de komende maanden en jaren, de Europese besluiten die onze welvaart kunnen maken of breken, is het minderheidskabinet afhankelijk van de oppositie.
Het is begrijpelijk en terecht dat veel Nederlanders boos zijn op Griekenland. Athene knoeide jarenlang met de boeken en heeft nu grote moeite om de staatsfinanciën op orde te krijgen. Ondanks de inspanningen van de Griekse regering blijft de belastinginning achter en vorderen de afgesproken privatiseringen te langzaam. Maar er is inmiddels wel wat veranderd: de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds zitten er bovenop.
‘Griekenland uit de euro’ lijkt een gepaste straf, maar we treffen onszelf ermee. Alle Nederlanders hebben geld zitten in Griekenland: via hun pensioenfonds of bank, via de leningen en garanties van de Nederlandse en de Europese overheid, via het kapitaal van de Europese Centrale Bank. Een vertrek uit de euro komt neer op het failliet van de Griekse overheid, de Griekse banken en veel Griekse bedrijven. Dan is het zeker dat hun schulden niet worden terugbetaald. Bovendien dreigt een kettingreactie: Europese banken met Grieks schuldpapier op de balans kunnen omvallen, waardoor op hun beurt weer andere banken in problemen komen. Financiële markten kunnen het vertrouwen verliezen in nog meer eurolanden, met alle gevolgen van dien voor de eenheidsmunt. We moeten onder ogen zien dat onze economie verstrengeld is met die van onze buren. Het verdwijnen van de euro kan ons in één klap tien procent van onze welvaart kosten, het uiteenvallen van de interne markt nog eens vijf procent. Mark Rutte en de VVD hebben het Nederlands belang bij Europa faliekant miskend toen zij in zee gingen met de anti-Europese PVV.
Die oplossing van de Griekse crisis bestaat in onze visie uit drie stappen. De EU dwingt Griekenland tot ingrijpende maar uitvoerbare hervormingen. Bij gebrek aan voortgang krijgt de Europese Commissie meer bevoegdheid om te inspecteren en te assisteren bij het innen van belastingen en het privatiseren van staatseigendom. In ruil betaalt Nederland samen met andere eurolanden de garantie aan Griekenland tegen een lagere rente met een langere looptijd. Als Athene nadere maatregelen opgelegd krijgt, moeten die sterker dan nu gericht zijn op het verbeteren van het concurrentievermogen en een eerlijke verdeling van de lasten over de Griekse bevolking.
In de tweede plaats maken Den Haag en Brussel snel werk van robuustere banken. Zij moeten al in 2015 voldoen aan de door het Basel-III-akkoord voorgeschreven kapitaaleisen, en daarna tot 2018 nog eens een extra buffer van vier procent opbouwen. De handelsactiviteiten van banken worden gescheiden van het bankieren voor consumenten. De eurozone dient eindelijk overeenstemming te bereiken over de invoering van een heffing op financiële transacties. Zo’n heffing remt speculatie af en laat de financiële sector meebetalen aan het terugdringen van staatsschulden. Het is deze sector die, door te goochelen met derivaten en te beleggen in riskant schuldpapier, de ene na de andere reddingsoperatie noodzakelijk heeft gemaakt. Het is oneerlijk om alleen de belastingbetalers daarvoor te laten opdraaien. Het kabinet-Rutte verkeert niet in de positie om zich doof te houden voor dit geluid en dwars te blijven liggen in Europa.
In de derde plaats is een heldere visie op de EU nodig, die het nationaal belang bij een sterk Europa erkent. Geen muntunie zonder economische unie. Dat betekent strengere controle op de naleving van het Stabiliteitspact, inclusief sancties, maar ook de bevoegdheid voor de Europese Commissie om de onevenwichtigheden in de eurozone aan te pakken. De grote verschillen tussen de eurolanden in productiviteit, loonontwikkeling, private schulden en publieke investeringen moeten kleiner worden als we de euro tot een stabiele munt willen maken. Daarvoor is ook Europese afstemming van de winstbelasting nodig: de wijze waarop grote bedrijven nu shoppen tussen nationale belastingregimes vormt een voortdurende aanslag op de staatskassen.
Klip en klaar stellen dat onze welvaart afhangt van de bereidheid om soevereiniteit te delen in Europa is geen gemakkelijke boodschap. Maar de euro is te belangrijk om beslissingen die nu genomen moeten worden in politiek-populistische nevelen te verhullen. Nu er een Griekse tragedie in de Haagse gedoogconstructie op de loer ligt, is het een mooi moment om te verkennen met welke partijen Nederland wel sterker uit de crisis kan komen.