Geen gedwongen ontslagen voor militairen
• 26-05-2011
• leestijd 2 minuten
Mensen die we in situaties brengen waar zij wellicht voor ons land moeten sterven, flikker je niet zomaar op straat
Deze donderdag protesteren de militairen in Den Haag tegen de drastische bezuinigingen op de krijgsmacht. Die gaan gepaard met zesduizend gedwongen ontslagen. Je hoeft geen strateeg te zijn om te beseffen dat leger, vloot en luchtmacht alleen maar enig verschil kunnen maken in het kader van een Noord-Altlantisch en een Europees bondgenootschap. Hoeveel mensen je daarvoor nodig hebt en wat voor spullen, geen idee.
Mijn persoonlijke ervaring beperkt zich tot een dienstkeuring te Delft in het jaar onzes heren 1967. Een militair arts wierp een blik door mijn brillenglazen en sprak: “Ga jij maar terug naar mama”. Over de merites van de bezuinigingen kan ik dan ook niet oordelen. Over een ander aspect van de zaak wel: wat het inhoudt voor de betrokken mensen.
In het programma Ochtendspits kwam een vakbondsman aan het woord die uitlegde dat met enige spreiding van de bezuiniging gedwongen ontslagen vermeden konden worden. Dat is het minste waar militairen recht op hebben.
Waarom? Zij kozen een baan die hen onder omstandigheden dwingt hun leven voor Nederland in de waagschaal te stellen. In de tijd van de Koude Oorlog was dat een theoretisch risico maar nu ons land onder het motto van vrede stichten betrokken raakt bij militaire conflicten elders in de wereld, is de sneuvelkans reëel. Dat is de afgelopen jaren afdoende gebleken.
Mensen die we in situaties brengen waar zij wellicht voor ons land moeten sterven, flikker je niet zomaar op straat als de bodem van de schatkist in zicht komt om vervolgens vroom te galmen over ‘den vaderland getrouwe’. Dat heeft te maken met fatsoen en respect. Met zelfrespect trouwens ook. Een land dat zichzelf respecteert, doet zulke dingen niet.