Gay capital wil ademruimte, geen planeconomie
• 17-03-2011
• leestijd 3 minuten
VVD en PvdA tonen teveel 'regels zijn regels-mentaliteit'
Onlangs diende de Amsterdamse VVD en de PvdA, op initiatief van het VVD gemeenteraadslid Frank van Dalen, een nieuw voorstel in over Amsterdam als Gay Capital. De nota spreekt over de economische voordelen van een actieve ‘gay community’ en hoe de gemeente dat moet faciliteren.
Hoewel de notitie vaag blijft over hoe dat precies moet gebeuren (door ‘ambitie uit te spreken’, ‘beleidskaders vast te leggen’, ‘verbindingen te versterken’, ‘positief tegemoet te treden’), kan het nooit kwaad om voorstellen te doen voor een gerevitaliseerde Amsterdamse gay scene. De VVD/PvdA voorstellen volstaan echter niet om de hoofdstad een diverse en dynamische scene te geven, die op de lange termijn levensvatbaar is en internationale allure heeft.
Het (begrijpelijke) verdriet om het verlies van de Reguliersdwars als homostraat lijkt de drijfveer voor het indienen van het VVD/PvdA-initiatiefvoorstel, dat teruggrijpt op de jaren negentig. Niet de toekomst, maar het recreëren van het verleden staat dan ook centraal. De notitie doet bij tijd en wijle zelfs wat planeconomisch aan.
VVD en PvdA lijken echter te vergeten dat het inmiddels 2011 is, en de jaren negentig ver achter ons liggen. Niet alleen de maatschappij, ook de gay-scene is veranderd. De nieuwe generatie homo’s, lesbo’s, bi’s, queers en transgenders heeft minder behoefte aan afzondering en eenvormigheid, en meer aan eigen initiatief, diversiteit en dynamiek. De zeer diverse roze scene wordt allang niet meer gedomineerd door de achterban van Van Dalen: de kapitaalkrachtige witte homoman van tussen de 30 en de 50. De kroeg is ook niet meer de geëigende mogelijkheid om elkaar te ontmoeten: internet en niet-commerciële initiatieven overvleugelen steeds meer de cruise- en cocktailbar.
GroenLinks wil daarom ademruimte bieden aan de initiatieven en de scene van de toekomst. De Stopera moeten geen dingen vastleggen in ‘kaders’ , maar voorstellen uit de gemeenschap toejuichen en gewoonweg de ruimte bieden. Die initiatieven zijn er, maar ze komen pas tot wasdom als de gemeente zich welwillend toont. Daarin past geen vooropgezet plan gebaseerd op wat hier ooit vroeger was of wat elders nu is, maar een visie gebaseerd op de intrinsieke kracht van het Amsterdam van 2011 en verder.
Amsterdam kan de nieuwe Gay Capitals van Europa door de schaalverschillen met Berlijn, London en Parijs, nooit overtreffen vanwege de grootte van haar gay-scene. Dat moeten we ook niet willen: ons unique selling point is de ruimte voor het ongebruikelijke en de rijke Amsterdamse diversiteit. Jongeren voelen zich bijvoorbeeld steeds minder aangetrokken tot louter commerciële activiteiten, zoals blijkt uit de populariteit van kraakinitiatieven als de Trut en de Nieuwe Anita in West en gay-activiteiten als UNK en het contraire PRIK, ver weg van de Reguliersdwarsstraat.
In die straat openen overigens Arc en Soho binnenkort hun deuren weer, zonder hulp van ‘beleidskaders’ of ‘verbindingen’. Maar waarom al je zinnen zetten op de Reguliers, zoals Van Dalen en de zijnen,als er tegelijkertijd ook in de stadsdelen buiten de ring initiatieven worden ondernomen voor homocafés, als een groep creatieve queers een kraakpand transformeren tot galerie, als er alternatieve gay en straight dansfeesten worden gehouden op Ruigoord en de NDSM-werf? Die initiatieven hebben een gigantisch cultureel potentieel en daardoor ook een economisch aanzuigende werking.
De economische vitaliteit en dynamiek die Van Dalen c.s. beogen ontstaan mede dankzij deze niet-commerciële (gay én straight) rafelranden van de stad. De sfeer en energie van steden als Berlijn en San Francisco worden juist bepaald door deze creativiteit: mensen ontmoeten elkaar op feesten in kraakpanden, verlaten metrohaltes, leegstaande kantoren, kunstateliers, spontane straatfeesten en broedplaatsen. Rafelranden die vooral de VVD in Amsterdam zo gauw mogelijk wil verbieden, sluiten, bestraffen of wegbezuinigen. Zonder ruimte voor zulke niet-commerciële, creatieve initiatieven is de droom van de VVD en PvdA niet levensvatbaar.
Kortom: een vitale, dynamische en economisch krachtige Gay Capital floreert juist door het creëren van ademruimte voor de vele initiatieven van Creatieve Amsterdamse Wereldburgers. Zo’n hoofdstad vraagt om stimulans, niet om planeconomie; om vrijheid, niet om repressie; om speelruimte, niet om een ‘regels zijn regels’ mentaliteit. Wij nodigen de VVD en de PvdA van harte uit samen met ons aan die hoofdstad te werken.
Dit artikel verschijnt ook op Volkskrant.nl en in de Gay Krant. Ik schreef het samen met Jorrit Nuijens (fractievoorzitter GroenLinks in Amsterdam Centrum).