Frietverwerping
• 05-05-2012
• leestijd 2 minuten
Het is terecht dat Poorter zich druk maakt over obesitas bij de Amsterdamse jeugd en pleit voor een patatverbod
Nog even over dat patatverbod he. Maarten Poorter (PvdA), aanstichter van ‘hi hi ha ha ho ho’ (zoals ‘ie zelf tikt), heeft niet echt gepleit voor een verbod maar voor een convenant met snackbarren en turkse pizza-tenten. In dat convenant moeten ondernemers aangeven dat ze geen vette hap meer serveren aan middelbare schoolscholieren tot 2 uur ’s middags. Poorter was namelijk stomverbaasd toen hij een middelbare school bezocht en jongeren met broodjes kebab in hun ‘gezonde’ kantine zag zitten. Hij wil dat de ondernemers gaan meedoen met het programma ‘Jongeren Op Gezond Gewicht’ (JOGG) om zo obesitas bij kinderen en jongeren tegen te gaan.
Nu mankeert er van alles aan het patatplan (na 2 uur mag je blijkbaar snacken wat je wilt, ondernemers zien hun omzet dalen maar krijgen daarvoor in de plaats ‘een gratis advertentie in een stadskrantje’), maar het is terecht dat Poorter zich druk maakt over obesitas bij de Amsterdamse jeugd. Ruim een kwart van hen heeft
overgewicht , van kinderen met Turkse ouders is bijna de helft te dik. Dat is niet goed, want overgewicht (en zeker obesitas) kan op den duur leiden tot ernstige gezondsheidsklachten zoals hart- en vaatziekten, diabetes, gewrichtsklachten en psychische problemen. Dat de PvdA daar dus iets aan wil doen, is lovenswaardig.
De vraag is alleen: wat kan je als overheid doen? Friet verbieden, convenanten sluiten, prijsvragen uitschrijven: het is allemaal zo net niks. Bovendien, jongeren zijn slim. Als ze door de snackbar worden geweigerd, dan gaan ze wel naar één van de
172 supermarkten om een zak chips met
Joppiesmaak te kopen. Het probleem is dus niet op te lossen door een hek rond de snackbar te zetten, maar door iets te doen aan het feit dat die jongeren vervolgens hun calorieën er niet af zweten.
De
sportparticipatie van kinderen en jongeren uit met name gezinnen met een laag opleidingsniveau en/ of een laag inkomen is namelijk veel te laag. Bijna veertig procent sport niet of zelden. Nu hoor ik de PvdA eigenlijk nooit over sport. Ja, over het organiseren van de Olympische Spelen hebben de sociaal-democraten een mening (
oh nee oeps ). Maar toen het Sportplan van de gemeente werd besproken, waaruit keer op keer blijkt dat allerlei doelstellingen niet worden gehaald, toen gaf men niet thuis. Of toen ik een motie indiende om één miljoen euro uit te geven aan de amateursport in aanloop naar het EK Atletiek in 2016, toen stemde de PvdA als enige partij
tegen.
Laten we dus hopen dat de vernieuwde aandacht van Poorter voor de gezondheid van Amsterdamse kinderen en jongeren ertoe leidt dat de PvdA op de bres springt voor méér sportende en bewegende Amsterdammers. Dat betekent meer sport op/ na school, meer ondersteuning voor verenigingen en meer ruimte om te bewegen.