Stemmen in de wetenschap dat je stemt op een kabinet van waterige compromissen
De debatten tussen de lijsttrekkers van VVD, PvdA/GroenLinks en NSC laten zien dat hun programma’s weinig directe overeenkomsten hebben over de wijze hoe ze alle veranderingen in Nederland wensen uit te voeren.
Op hoofdlijnen zijn er wel aanknopingspunten tot samenwerking waarneembaar. Maar als het gaat om de concrete details over hoe de noodzakelijke veranderingen tot stand moeten worden gebracht, dan verschillen deze partijen toch wel veel van elkaar.
Getalsmatig zal de vorming van een meerderheidscoalitie zeer moeilijk zijn. Dat kan althans volgens de laatste peilingen wel verwacht worden. Voor de kiezers houdt dat in dat na de verkiezingen de kans op waterige compromissen bijzonder groot zal zijn als die worden afgezet tegen de inhoud van de partijprogramma’s van alle partijen.
Discussies over het al dan niet doorrekenen van een partijprogramma zijn zinloos, mede vanwege de onbetrouwbaarheid van de CPB-rekenmodellen waarvan de uitkomsten slechts een indicatie geven over de financiële haalbaarheid ervan. Pieter Omtzigt legde dat goed uit in enkele debatten. Maar vooral ook omdat vaststaat dat geen enkel partijprogramma in zijn geheel onverkort zal worden uitgevoerd. Hoeveel zetels die partij na de verkiezingen ook zal winnen. Een absolute meerderheid van 76 zetels is immers niet voor NSC, VVD of PvdA/GroenLinks weggelegd.
De komende verkiezingen kunnen ondanks hoge verwachtingen dat het anders moet, helaas niets veranderen aan de grote kans dat ook een nieuw kabinet, ongeacht de samenstelling, snel iets in de huidige gepolariseerde samenleving wezenlijk zal kunnen veranderen. Dat vraagt van iedere kiezer derhalve nog heel veel geduld.