De trainingsmissie in Irak die door de Nederlandse militairen wordt gegeven, wordt voor een deel opgeschort. Dat heeft demissionair minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Klaas Dijkhoff (Defensie) dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. Reden hiervoor is dat de veiligheid in de regio. Vanaf heden geeft een handvol special forces geen training en advies meer in het noordelijke deel. Dat deel van Irak wordt betwist door de Koerden en de Iraakse regering.
SP-Tweede Kamerlid Sadet Karabulut ziet liever dat de hele missie wordt afgeblazen. “We trainen mensen en equiperen legers die nu tegenover elkaar staan – dat moeten we niet willen”, aldus Karabulut.
Volgens de Volkskrant zeilt het kabinet met dit besluit met een grote boog om het grotere probleem heen. De krant schrijft:
"wat te doen met de rest van de trainingsmissie in Irak? Het overgrote deel van de 150 Nederlandse militairen blijft voorlopig lesgeven aan zowel Iraakse als Koerdische strijders, die samen strijden tegen terreurbeweging IS. Dit lesgeven gebeurt vooral in de steden Erbil en Bagdad, dus in niet-betwist gebied."
Nederland kiest geen partij. Zowel Koerdische als Iraakse scherpschutters worden getraind. Begin deze maand dreigde het Iraakse leger nog op te zullen rukken naar de Koerdische regio. Bovendien zijn er in Kirkuk en Nineveh schermutselingen geweest tussen de partijen.
De Volkskrant:
"Opvallend is dat het kabinet met geen woord rept over de andere overduidelijke reden om te stoppen met de trainingen; namelijk dat Nederland betrokken kan raken bij een burgeroorlog tussen Koerden en Irakezen. Andere Europese landen en de VS maken zich hier wel grote zorgen over als ze beide partijen blijven trainen. Reden voor Duitsland om de trainingen vorige week stil te leggen. Inmiddels zijn die trainingen weer gestart, omdat ingeschat wordt dat de eigen militairen nog geen gevaar lopen."