Wat doen we aan de permanente heimwee onder Turkse Nederlanders?
Of je het betreurt of niet, het opstappen van de twee PvdA-Kamerleden Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk is natuurlijk een tragedie voor zowel die politici als de partij. En met nu 15 partijen in het parlement ook een beetje voor de democratie.
Het boterde al een tijd niet tussen de twee en een (rechter)deel van de fractie. Kuzu, die ruim twintigduizend voorkeurstemmen haalde, opereerde onhandig. Hij maakte reclame voor een Turkse zorgverzekeraar en voerde campagne met een Turkstalige videoclip. Öztürk was feller nationalistisch met de nadruk op fel. Hij vervloekte zijn collega Marcouch voordat hij met slaande deuren vertrok.
De twee stapten op omdat minister Asscher onderzoek wil laten doen naar een aantal conservatieve Turkse organisaties. Die wrevel is niet helemaal onbegrijpelijk, in sommige kringen van het CDA zou ook gemord worden als de overheid onderzoek gaat doen naar bijvoorbeeld de machtige organisatie Opus Dei.
Maar interessanter dan het micro-gedoe binnen de fractie is het grotere probleem dat hier onder schuilt. Het is het conflict tussen Turk blijven in Nederland of Turkse Nederlander zijn. Tegen het permanente heimweegedrag van een deel van de Turkse Nederlanders wordt al langer gefulmineerd door bijvoorbeeld spraakmakende opiniemakers als Zihni Özdil.
Voetbal Een vriendin van me met veel vrienden in de Turkse gemeenschap wordt er verdrietig van hoezeer de Rotterdamse jongeren die ze kent in een Turkse bubble blijven leven. “Jongens op Zuid zijn alleen maar bezig met Galatasaray en Fenerbahçe. Terwijl ze naast de Kuip wonen weten ze niet eens wat Feyenoord is.”
Ik zie het zelf via Instagram waarmee je foto’s die in je omgeving gemaakt zijn kunt bekijken. Dat is een leuk schouwspel om je buren te ‘leren kennen’ en in een stad met meer dan 180 nationaliteiten zie je dan nogal wat exotisch voorbij komen. Maar de pics van Turkse Nederlanders springen er uit. Al hun uitingen zijn gericht op Turkije en vrijwel niets op de eigen omgeving. Het is de meest vrolijk vormgegeven wanhoop die ik ken.
Die splitsing baart me grote zorgen. Toen de VVD bij de gemeenteraadsverkiezingen een onzalige campagne startte met ‘In Rotterdam spreken we Nederlands’ wenste ik dat de partij het lef zou tonen om affiches te maken met in het Turks de tekst ‘Nederlands, de taal van je toekomst’. Dat had een betere discussie losgemaakt dan het versleten spruitjesdebat dat op deze domme actie volgde.
Dromen Mijn vader was een migrant en ik weet uit eigen ervaring hoe migranten tegen beter weten in kunnen blijven dromen van het thuisland. Maar als de tweede of derde generatie zich daar ook aan over geeft dan heb je wel een probleem. Vooral ook voor henzelf. Twee jaar geleden schreef programmamaker Fidan Ekiz bezorgd over haar zus Ferian : “Ze droomt voornamelijk van Turkije. Istanbul, daar voelt ze zich meer thuis. Ze heeft voornamelijk Turkse vrienden, ze kijkt met haar vriendinnen via de schotel naar Turkse soaps op televisie en voelt zich meer begaan met de (politieke) ontwikkelingen in Turkije dan met die in Nederland. Naar eigen zeggen spreekt ze beter Turks dan Nederlands en denkt ze zelfs in het Turks.” In Turkije zitten ze daarentegen niet te wachten op de dromers die daar vooral als Nederlander worden gezien. En wie in Nederland alleen maar met Turkije bezig is, komt hier ook niet vooruit. Het is kortom een recept voor achterstand.
Dan speelt ook nog eens mee dat de Turkse overheid graag grip houdt op de diaspora. Nadat de twee PvdA’ers hun beslissing bekendmaakten twitterde ene Mustafa Ünver zijn felicitaties met hun ‘eerlijke en moedige houding’. Ünver is adviseur religieuze zaken op de ambassade van Turkije in Den Haag. Hij is ook voorzitter van ISN (Islamitische Stichting Nederland), de lokale tak van Diyanet, een van de vijf organisaties die Asscher tegen het licht wil houden. Diyanet heeft nauwe banden met Ankara, runt in tal van landen Turkse moskeeën waarvan de imams worden opgeleid en betaald door de Turkse staat. In zijn studie Localizing Islam in Europe beschrijft antropoloog Ahmet Yükleyen het probleem met de club: aan de ene kant voldoet de organisatie goed aan de wensen van Europese overheden om extremisme tegen te gaan, aan de andere kant voeden ze gelovigen met Turkse nationalistische gevoelens en loyaliteit aan de Turkse staat.
Vrijheid Het is te hopen dat de stap van de twee Kamerleden leidt tot een gezonde discussie over het probleem. Niet in een sfeer van wantrouwen want dat is nergens voor nodig en werkt alleen maar contraproductief. Het vereist ook dat je mensen de vrijheid biedt zichzelf te zijn, al vullen ze dat in op een andere manier dan je zelf zou doen. Op het gebied van dat laatste kan een deel van de Nederlanders nog wel wat bijscholing gebruiken.
Er is niks mis met van Turkije houden en ook niet met naar Turkse tv kijken. Ik ken mensen die louter Amerikaanse series kijken en graag naar de VS op vakantie gaan. Maar als ze ook alleen maar Engels spreken, alleen Amerikaanse politiek volgen en louter naar McDonald’s gaan dan worden het wel erg mad men. Ze zitten dan opgesloten in een wereld die eigenlijk niet bestaat.